Wat een heerlijk boek! Hier wil ik meer van – en dat kan ook want er zijn nog twee delen!
Leonard schrijft in de stijl van Roald Dahl: knotsgek en enorm spannend. Het begin van het boek is heel verdrietig. Darkus’ moeder is overleden en zijn vader is verdwenen in een collectiedepot in het natuurhistorisch museum waar hij wetenschappelijk directeur van is. Hij gaat bij zijn oom wonen die alleen een stoffig kamertje voor hem heeft. Maar dan gebeurt er iets geweldigs: hij ontmoet Baxter, een reuzen-neushoornkever, en ze worden beste vrienden. Op zijn nieuwe school maakt hij gelukkig ook gauw vrienden: de maffe Virginia en haar slimme vriend Bertolt.
Naast zijn oom wonen de raarste buren die je je kunt voorstellen: Humphrey en Pickeling, twee constant kibbelende mannen die een puinhoop van hun huis annex winkel maken. En in die puinhoop leven honderden zeldzame kevers! Een vreemde mevrouw heeft het op de kevers voorzien en ze sluit een deal met de mannen. Darkus wordt echter vrienden met haar dochter Novak en samen ontdekken ze dat haar moeder de vader van Darkus verbergt. Maar waarom?
Zoals je leest zijn de namen in het boek al om te gieren. Maar de beschrijvingen van alle ruimtes, ontsnappingspogingen en maffe acties zijn weergaloos. Het gaat allemaal zo snel dat het net lijkt of je een film ‘leest’. Ik verklap verder niks. Ga dit boek lezen, het is echt genieten!
Wat een heerlijk boek. Alle ingrediënten voor een spannend verhaal met een serieuze ondertoon.
Ivo en Mila ontmoeten een mysterieuze zwerver die zich ‘baas van de wereld’ noemt. Dat geloven ze natuurlijk niet! Maar de man beschikt wel over zeer bijzondere gaven: hij lijkt de toekomst te kunnen voorspellen en met een winkelwagentje door de lucht te kunnen vliegen.
Ivo en Mila zijn niet bang aangelegd en ze gaan met de man mee. Gaandeweg ontdekken ze dat hij een geheime missie heeft. De baas van de wereld is echter wel pessimistisch: het gaat niet goed met de wereld, er is plastic soep, mensen denken alleen maar aan zichzelf en voeren oorlog over een klein stukje land dat helemaal niet van hen is.
Ivo en Mila zien het allemaal niet zo negatief: ze willen dingen echt veranderen. Ze geloven erin dat je zelfs door iets kleins te doen, je al kunt helpen. Daarom heeft de baas hen opgezocht: hij heeft kinderen nodig om de wereld te redden.
Dit boek zit ingenieus in elkaar. De verhaallijnen van Mila en Ivo, een diefstal, de band met hun ouders (en de zoektocht van Mila naar haar echte moeder) lopen gelijk op met het verhaal van baas. Het leest als een trein! De prachtige fullcolour illustraties van Elly Hees maken het echt af. En dan de mooie schutbladen! Als je het boek uit hebt snap je wat de steentjes te maken hebben met het verhaal.
Een aanrader voor alle wereldverbeteraars vanaf ongeveer 9 jaar.
Meer weten over Pieter Koolwijk? Kijk op www.pieterkoolwijk.nl of luister de GVP over zijn laatste boek Gozert via deze link
Een paar dagen zat ik in een andere wereld – in een andere tijd, met andere plaatsen en andere wezens. Waar ik aan het begin van het boek dacht een ridderverhaal te gaan lezen, gaandeweg werd het boek steeds ‘vreemder’ en magischer.
Met Wisselkinderen creëerde Thijs Goverde een heel bijzonder boek, dat mij deed denken aan De brief voor de koning, Koning van Katoren en – iets recenter – Lepelsnijder van Marjolijn Hof.
Ik heb genoten van het verhaal, en vooral van de grappige dialogen en gedetailleerde beschrijvingen. Soms erg lang, maar nooit saai. Goverde wil gewoon heel precies beschrijven hoe iets eruit ziet. En de boodschap van het boek? Dat zijn er meerdere: verloochen je afkomst niet, geloof in het goede, durf jezelf te zijn. De wereld waar een groep van 4 kinderen terecht komt, het dorp Wisseling, staat symbool voor verandering in de wereld.
Dat ik het boek (bijna 400 bladzijden) toch redelijk vlot uitlas, is voor mij bijzonder, want dit is niet zo mijn soort boek. Maar toch vond ik het interessant genoeg om door te lezen. Het is wel echt voor de gevorderde lezer – vanaf ongeveer 12 jaar zou ik zeggen – die van fantasy en ridderverhalen houdt. Hij of zij moet niet schrikken van lastige woorden en lange zinnen. Een mooie aanwinst in dit genre!
Hij is uit. Maar ook nog helemaal niet. Mijn hoofd zit helemaal vol met alles wat Liesbeth, de hoofdpersoon uit het boek, over me heen stortte. Een waterval van gedachten, bedenksels en gekke invallen.
In dit boek (de 3e in een serie, hiervoor verschenen Survival en Niemands meisje) geeft Lydia Rood een inkijkje in het hoofd van een onzeker meisje dat worstelt met liefde, moederliefde en zichzelf. Liesbeth is een heel gewone puber, tenminste dat vind ik. Ik herken me ook in haar, maar gelukkig niet in alles. Maar wat ik wel herken (en ook bij andere pubers om mij heen): je bent in de puberteit (die duurt gemiddeld tot je 25e jaar!) het centrum van het universum, wat anderen van je vinden is enorm belangrijk én je neemt, soms zelf tot je eigen verbazing, enorm bizarre en impulsieve beslissingen.
Dit boek is, zoals Lydia Rood in de GVP zei, het leven zelf: het zijn snippers, het gaat van de hak op de tak en er is geen logische volgorde. Dat heeft ze mooi gedaan door allemaal ‘lijntjes’ uit te zetten in negen ‘laatjes’ die je afzonderlijk of op volgorde kunt lezen. Het werkte wel verrassend, maar ik hield toch gewoon de volgorde van de bladzijden aan. Er waren een aantal vormen die steeds terug kwamen: chats, mailtjes, notities, beschreven bierviltjes, verslagen van vergaderingen, gedichten of songteksten.
Maar waar gaat het boek nu over? Dit lijvige boek beschrijft eigenlijk 10 dagen, met flashbacks naar het verleden, waarin Liesbeth met een aantal jongeren een autistenkamp begeleidt. Het begeleiden is al moeilijk genoeg, maar de intriges tussen de begeleiders maken het allemaal nog ingewikkelder. En natuurlijk gebeurt er van alles, zijn er incidenten en wordt er veel (over elkaar) gepraat. En ondertussen zit Liesbeth met de grote vraag: wie ben ik eigenlijk? Wat is er met mij aan de hand? Volgens mij niet een handig moment om daar over na te denken, maar volstrekt logisch voor een puber. Het lijkt van levensbelang.
Liesbeth heeft ook issues op te lossen: met haar moeder met wie ze niet goed gehecht is, met haar vader die erop los leeft en met Beer, haar vriendje die haar accepteert zoals ze is (en daar zou ze blij mee moeten zijn). Het voortdurende twijfelen, alles voortdurend omdraaien en het pessimisme: je krijgt sympathie voor de hoofdpersoon, je wilt haar door elkaar schudden en gerust stellen: je bent goed zoals je bent, het is oké. Maar je weet ook als volwassene: hier moeten jongeren doorheen, het is onvermijdelijk.
Lees dit boek als je houdt van ‘stream of consciousness’: als je geïnteresseerd bent om een tijdje in het hoofd van een puber te zijn en mee te leven hoe ingewikkeld het leven dan kan zijn. Het is een aparte ervaring. Ik denk dat jongeren van 14 jaar en ouder het boek ook kunnen waarderen.
Luister ook de GVP met het interview met Lydia Rood: ze is openhartig en het is een ontroerend gesprek.
Ik las Een mond vol dons van Lydia Rood opnieuw. De laatste keer is ruim 26 jaar geleden, toen ik 14 was. Ik snap waarom het toen zo’n indruk op me maakte, en ook nu heb ik het ademloos gelezen. Het is een tijdloos verhaal. Over vriendschap, over lastige ouders en je los van hen willen maken. Over stoer zijn, erbij willen horen en jezelf leren kennen.
De ouders van Soof houden haar krampachtig vast. Hoe harder ze aan haar trekken, hoe verder Soof van ze weg wil. De moeder van Marjan is losser, de vader van Marjan is al lange tijd bij hen weg en het is goed zo. Marjan en Soof zijn beste vriendinnen. Maar hun vriendschap is afwisselend innig en afstandelijk. Ze testen elkaar uit, stoten elkaar af en trekken elkaar aan. Dat vind ik zo herkenbaar: de ander nodig hebben om jezelf te leren kennen. Iets durven omdat je je wilt bewijzen bij de ander, een stapje verder gaan of juist de veiligheid kiezen.
Soof loopt weg van huis. Haar ouders en oudere zus zijn ontroostbaar. Het kan haar niks schelen. Na een halfjaar vindt Marjan haar vriendin in Amsterdam per toeval. Ze logeert bij de vader van Marjan, die ze ook ‘toevallig’ gevonden heeft. De vriendschap is voorbij. Het zal nooit meer zoals vroeger zijn.
In twee andere boeken die ik onlangs las en prachtig vond, herkende ik dit ook: Zwarte zwaan van Gideon Samson en Die zomer met Jente van Enne Koens. In beide boeken zit één vriendin die té ver gaat, de grenzen opzoekt. In alledrie de boeken is de verteller de vriendin die het minste durft, het ‘slachtoffer’ is. Ik vind het boeiend dat zit soort verhalen mij zo bevallen. Waarom is dat? Wat leert het mij? Vriendschappen zijn gekke dingen. Heel belangrijk voor je ontwikkeling, maar ook zo ingewikkeld. Je moet het samen doen, het is een spel: geven en nemen. Er voor elkaar zijn of de ander als een baksteen laten vallen.
Wat een heerlijk boek: hier gaat mijn (wijs met)taalhart sneller van kloppen. Een heel boek met ongeveer 90% van alle woorden met een ‘ei’ in onze taal, en dan ook nog in een spannend en enorm grappig sprookje.
Heid en Teit gaan op reis en ze komen aan op een eiland waar Keizer Ei de baas is. Hij zit niet te wachten op indringers, maar realiseert zich opeens dat hij niet zo onaardig wil zijn. Bovendien valt hij als een blok voor de kat die eigenlijk Majes Teit heet. Heid gaat terug naar het vaste land, maar Teit blijft achter met de Keizer: ze zijn verliefd geworden. En ze dromen van veel kinderen met namen als Activi, Spontani en Elektrici. Mét de achternaam van Majes natuurlijk!
Ik heb genoten van dit boek waar dus zóveel ei-woorden in staan dat er ook onvermijdelijk heel ingewikkelde woorden in staan zoals onfeilbaar, soeverein en contreien. Maar het stoort niet en de jonge lezer (vanaf 8 jaar zelf lezen denk ik) kan het verhaal goed volgen zonder dat hij alle woorden snapt. Voor het woordbeeld is dit natuurlijk fantastisch. Veel kinderen hebben moeite met woorden met een ei of ij. De enige manier om het goed te schrijven is om het op te slaan in je woordgeheugen.
Ik vind dit boek een must voor de middenbouw, waar de ei-woorden aangeboden worden. En hoe geweldig is het om de kinderen naar aanleiding van dit sprookje zelf een verhaal te laten schrijven met zoveel mogelijk ei-woorden erin? Of met ij-woorden, au-woorden of ou-woorden.
Dank @kluitman voor dit recensie-exemplaar, ik ga het zeker gebruiken op de pabo!
Wat een boek! De bloedspetters zitten nog op de muur, ik sla hem gauw dicht!
IJzerkop is een ijzersterke historische roman voor gevorderde lezers (vanaf 12 jaar). Zoals de voorkant al verraadt gaat het over een meisje in het leger van Napoleon. Constance (Stans) wordt uitgehuwelijkt als ze 18 is (met een man van 45) en ze is enorm ongelukkig. Als de kans zich voordoet neemt ze de plek over van een jongen die het leger in moet. Stans wordt een soldaat. Nadat ze een schietpartij overleeft wordt ze IJzerkop genoemd. Niemand weet dat ze eigenlijk een meisje is. Totdat…
Het tijdsbeeld is prachtig neer gezet. Je verkeert 360 pagina’s lang in begin 1800, waar de kinderen alcohol drinken, vrouwen achter het aanrecht horen en het begrip hygiëne nog niet is uitgevonden. Ik heb genoten van de sfeerbeelden en de bloederige taferelen op het slagveld, maar vooral van de onaangename personages. Ik houd er altijd wel van als er geen sympathieke personages in een verhaal voorkomen. Aan iedereen zit wel een naar randje. En Stans spant de kroon! Hoewel het natuurlijk stoer is dat ze een man wil zijn, denkt ze vooral aan zichzelf. Uiteindelijk wint de familieband het toch van het egocentrisme.