Zelf lezen

Het ministerie van oplossingen en het spook van de Haviksburcht – Sanne Rooseboom

Illustraties Mark Janssen


“Ik haat de grenzen van ons werk! In mijn land wordt een bloederige oorlog gevoerd en doen we iets? Ja, we helpen een kind dat zijn ouders kwijt is, we doneren stiekem geld aan de voedselbank. Maar doen we écht iets?”


In het vijfde deel van Het ministerie van oplossingen – dat vorige week verscheen en vele fans verheugd naar de boekhandels deed rennen – snijdt auteur Sanne Rooseboom een gevoelig thema aan. Is de wereld nog te redden? Als je het nieuws volgt kan je bijna niet anders concluderen dan dat er bijna alleen maar ellende is. Maar als je goed om je heen kijkt en het wereldnieuws naast je neerlegt, kun je wel degelijk iets veranderen.

Dat bewijzen de kinderen van het ministerie van oplossingen in Nederland. Ze zijn op een mega-geheime locatie in Genève voor een congres voor alle ministeries van oplossingen wereldwijd. Daar ontmoeten ze Olivia, die een probleem heeft dicht in de buurt van Genève: een enorm enge burcht waar het spookt. Daar zijn onze jonge ambtenaren natuurlijk razend benieuwd naar! Ze gaan Olivia helpen en ontdekken allemaal zeer interessante (en enge) dingen. Ook de ambtenaren op het congres krijgen onderling gedoe. Wat is er toch aan de hand? Ik verklap echt niks want dit moet je echt zelf lezen!

Ook dit deel van de ministerie-serie is weer razend spannend. Ik las ergens op Instagram dat een kind het in twee uur uitlas. Dat haalde ik niet, mijn ogen vallen soms gewoon dicht: maar dit boek heeft het in zich om verslonden te worden, zo mysterieus en spannend is het.

Dit deel is los te lezen van de andere ministerie-delen. Er wordt goed uitgelegd wat het ministerie van oplossingen is en ook de volgorde waarin je de boeken leest maakt niet zoveel uit. Hoewel het natuurlijk wel echt leuk is om bij deel 1 te beginnen!

Het ministerie van oplossingen bestaat wat mij betreft echt. We zijn het allemaal. Als we een ander helpen zonder er iets voor terug te willen. Als we inzien dat omkijken naar de ander soms genoeg is. Je kunt niet de wereld redden, maar als je één medemens helpt, verander je toch daadwerkelijk de wereld.

Koop het boek hier of in je lokale boekhandel!

Prentenboeken

Prins zoekt prins – Tiny Fisscher & Coen Hamelink

Valentijnsdag komt er weer aan… en of je het nou een commerciële dag vindt of niet, het is een mooi moment om stil te staan bij de liefde. Misschien verlang je naar iemand, maar kun je hem/haar niet krijgen. Misschien ben je net verliefd en loop je elke dag op wolkjes. Misschien ben je al jarenlang gelukkig getrouwd en wil je voor altijd bij elkaar blijven. Of misschien geloof je niet in de liefde… tot je het opeens toch tegenkomt.

Prins Thijn, de hoofdpersoon in het nieuwste prentenboek van Tiny Fisscher met illustraties van Coen Hamelink, is in eerste instantie helemaal niet op zoek naar liefde. Hij is het prins-zijn beu en wil een vervanger, zodat hij af en toe eens uit kan rusten. Maar die vervanger blijkt een bijzondere man. Thijn valt als een blok voor hem. Als lezer heb je dat in de gaten, maar Thijn begrijpt niks van zijn gevoelens. Hij heeft het warm, zijn buik kriebelt en hij is verlegen als hij de vervangende prins, V, ziet.

Tiny Fisscher beschrijft weer in fantastisch mooie zinnen (ja, ik ben nou eenmaal erg fan van haar werk) de worsteling van prins Thijn. De dromerige illustraties doen de rest. Het is sprookjesachtig, maar ook heel grappig. En dat Thijn en V twee jongens zijn die verliefd worden is heel gewoon, maar tegelijkertijd weten we dat het nog steeds niet zo gewoon is dat we diversiteit in kinderboeken tegenkomen. Daarom is het nog fijner dat dit boek er is. Laten we de liefde vieren!

Dit prentenboek ligt nu in de winkel! Verschenen bij Uitgeverij Volt.

Young adult

Het gefluister achter de deur – TJ Klune

Van het vorige boek, Het weeshuis in de azuurblauwe zee, heb ik genoten. Dus ik was nieuwsgierig naar wat Klune nog meer schrijft. Het gefluister achter de deur is een eigenaardig boek. Het zet je aan het denken, maar is tegelijk ook humoristisch. De hoofdpersoon is een overleden man! Hij, Wallace, was een egocentrische advocaat die geen vrienden had en vrekkig leefde. Hij komt na zijn dood terecht in een soort schemerleven in een theehuis met een bijzondere man: Hugo. Door Hugo verandert Wallace volkomen. In die zijn lijkt dit boek op het vorige: twee mannen die elkaar op wonderbaarlijke wijze ontmoeten.

Ik vond dit boek nog sterker dan Het weeshuis in de azuurblauwe zee. De personages zijn levensecht, terwijl er dingen gebeuren die gewoon niet echt kunnen. Het thema: wat is er na de dood? is enorm intrigerend. Ik heb er lang over gedaan om het boek uit te lezen, gewoon omdat ik op de zinnen wilde kauwen en tijd nodig had om erover na te denken. Een fijne leeservaring. Voor lezers vanaf 16 jaar geschikt: jonger dan 16 spreekt het toch nog niet aan denk ik. Klune is een bijzondere nieuwkomer in de wereld van de young adult: een fris, nieuw geluid en het zet hopelijk veel jongeren aan tot lezen!

Voorleesboeken, Zelf lezen

De Gorgels en de laatste kans – Jochem Myjer

Het finaledeel van de Gorgel-trilogie! Jochem Myjer vertelde in de Grote Vriendelijke Podcast dat hij in dit laatste deel nog eens flink wilde uitpakken: hij haalde alle Gorgels uit de wereld naar ‘zijn’ eiland om zich op te maken voor hun grootste uitdaging ooit!

Die wereld-Gorgels moeten we wel even leren kennen… In deel 1 waren er alleen nog maar Bobba (de waakgorgel van hoofdpersoon Melle), Belia (de waakgorgel van zijn zusje Limoni) en de wijze Grijze Gorgel. In deel 2 komen daar de Berggorgels bij, die rond de gletsjers in de bergen leven. Maar in dit deel wordt het wat ingewikkelder: met o.a. Grensgorgels, Woestijngorgels en Bosgorgels. De namen en gekke woorden vliegen je om de oren.

“Behoedelazachies!” “Goedemorgelavroegievroegie” “Urgentelaspoediespoedie!”

Gelukkig is er een verklarende woordenlijst voorin en komt er binnenkort een Gorgelencyclopedie! (Daarover later meer)

Melle is zoals we gewend zijn van deel 1 en 2 weer de grote held. Hij wordt door de Gorgels gerespecteerd en gedraagt zich gaandeweg het verhaal zelfs steeds meer als een Gorgel… hij spreekt hun taal, kan zich met de stok verdedigen en leert zelfs om te ‘flitsen’, oftewel razendsnel van de ene naar de andere plek bewegen.

Het probleem waar Melle en zijn kleine vriendjes mee geconfronteerd worden is dit keer grootser en lijkt onoplosbaar. Toch gaan ze de uitdaging aan. Maar of het gaat lukken om de Brutelaars die Gorgels in slaap brengen te bestrijden?

Ik heb weer erg genoten en gelachen tijdens het lezen. Er zitten geweldige taalvondsten in (de Görgels uit het nöörden plaatsen öp elke ö een trema: echt een hilarisch effect). Myjer schrijft ook zo beeldend dat je het echt voor je ziet, bijvoorbeeld het inrichten van het ‘hoofdkwartier’ voor de Gorgels in de camper. Myjer heeft ook veel oog voor de natuur en benoemt veel vogelsoorten en je leert en passant ook meer over de poolcirkel en natuurverschijnselen in het Hoge noorden.

Dit boek leest net als de eerdere delen weer als een trein. Complimenten ook voor de vormgeving en papierkeuze van de uitgever: dit boek oogt zo lekker stevig en robuust daardoor, net als de andere boeken. De illustraties van Rick de Haas zijn weer schitterend en het zijn er ook weer lekker veel, soms paginagroot.

Bij het lezen van het laatste hoofdstuk kreeg ik een brok in mijn keel. Kinderen die 12 jaar worden verliezen hun Gorgel. Hoe moet dat nu met Melle en Limoni?

Ontroerend vond ik het interview dat Bas en Jaap in de GVP hadden met Jochem Myjer. Hij beschouwt de Gorgels als zijn levenswerk. Vroeger was Myjer al groot liefhebber van kinderboeken en nu is hij zelf succesvol schrijver geworden. Hij gaf zelfs toe dat hij schrijven nóg leuker vindt dan op het podium staan.

Helaas is de Gorgel-reeks met dit boek ten einde. Voor Jochem Myjer is het genoeg zo: volgens een theaterwet komt alles in drieën. Maar schrijven is Myjer nog niet zat: we kunnen een nieuw kinderboek van hem verwachten! Gorgel-fans kunnen zich nog wel verheugen op een soort encyclopedie met alle Gorgels en Brutelaars die er op de wereld voorkomen.

In de wereld van Jochem Myjer lijkt alles alleen maar vrolijk en fijn, constateren meerdere interviewers. Dat komt, zegt Myjer, omdat hij graag schrijft over een wereld waarin hij zou willen leven. Ik zou het ook fantastisch vinden als Gorgels echt bestaan. Als er voor ieder kind een wezentje is dat hem of haar beschermt, hoe moeilijk het kind het ook heeft. Die wereld van Jochem Myjer, die is zo gek nog niet.

Voorleesboeken

Hoe ging dat ook alweer?

Heidi Jaspers & Henk van der Gugten

Bij Pelckmans verscheen in 2021 deel 1 van Hoe ging dat ook alweer? 10 sprookjes net dat beetje anders. Een lekker groot formaat voorleesboek met paginagrote tekeningen en verhalen geschreven op rijm. Onlangs verscheen het tweede deel in de serie: dit keer met verhalen over spreekwoorden. Het concept is hetzelfde: verhalen van ongeveer 3 tot 8 bladzijden op rijm (steeds in rijmschema abab) en geïnspireerd op een bestaand spreekwoord.

Verwacht geen etymologische uitleg van de spreekwoorden: de verhalen zijn gebaseerd op het letterlijke ‘beeld’ dat het spreekwoord schetst, niet de figuurlijke betekenis. Daar moest ik eerst even aan wennen: ik vond het jammer, want het is ook nuttig om kinderen uit te leggen wanneer je een spreekwoord/uitdrukking zoals ‘nu komt de aap uit de mouw’ kunt gebruiken in een zin.

Maar eenmaal daaraan gewend moest ik erg lachen om de associaties die de auteurs hebben gemaakt met de spreekwoorden. De rijmende verhalen zitten vol humor en grappige vondsten. Als je een verhaal voorleest kun je als volwassene natuurlijk wel nog iets meer vertellen over het spreekwoord. Het ene spreekwoord leent zich daar beter voor dan het andere. Bijvoorbeeld ‘met lange tanden eten’ is echt grappig als je je dat voorstelt en de tekening van het meisje dat niets lust is hilarisch.

Het taalgebruik is op sommige plaatsen best wel pittig. Zo worden er ook in de verhalen nog meer uitdrukkingen gebruikt zoals ‘gedane zaken nemen geen keer’ en ‘het hazenpad kiezen’. Maar ik vind dat in het kader van rijke taal prachtig: hiervan leren kinderen meer woorden en ook uitdrukkingen, mits de voorlezer er zo nu en dan bij stilstaat.

‘Hoho,’ zei Roodkapje, ‘dit gaat me wat snel.

Geef me maar eerst een minuutje.

Wat ik wil weten, ben jij nou wel

een betrouwbaar individuutje?’

Belangrijk om op te merken is dat spreekwoorden en uitdrukkingen voor kinderen met autisme erg ingewikkeld zijn. Zij nemen vaak alles letterlijk wat er gezegd wordt en raken dus in de war van een aap die in een mouw zou kunnen zitten, want waar is die dan? Voor deze kinderen zijn deze verhalen wellicht te moeilijk. Maar kijk naar je kind(eren) en schat in of ze het aankunnen. Onderschat ze vooral niet! Voor kinderen vanaf 5 jaar is de aanbevolen leeftijd.

Het boek met sprookjes kan al aan jongere kinderen voorgelezen worden. Ook in deze verhalen veel humor en inclusiviteit: de prins en de (mannelijke) kok die verliefd op elkaar worden, en mensen met verschillende huidskleuren.

Kortom: heerlijke voorleesboeken om mee te nemen naar je klas in groep 1 t/m 4. Tip: lees het verhaal dat je wilt voorlezen eerst helemaal voor jezelf. Liefst hardop, om te oefenen met de rijm en intonatie. Zijn er lastige zinnen of woorden die je uit moet leggen? Schrijf die voor jezelf even op. Zo ben je goed voorbereid, oftewel ‘kom je goed beslagen ten ijs’!

Zelf lezen

Dit wordt het ergste jaar van mijn leven (Romy’s rampenplan) – Corien Oranje

Corien Oranje is zo’n schrijfster waar ik vrolijk van word. Ze is heel actief op Instagram, deelt leuke tips en vertelt graag over haar leven als schrijfster en schoolschrijver. Ze komt regelmatig in schoolklassen en gaat dan samen met de kinderen verhalen schrijven. Haar bekendste personage Juf Fiep gaat vaak met haar mee (als handpop) en ze maakt kinderen echt enthousiast voor lezen en schrijven.

De boeken van juf Fiep zijn echte aanraders voor beginnende lezers, ook omdat er zoveel delen van zijn: series werken zeer motiverend. Het boek Kampioen en het onlangs verschenen Kampioen 2.0 (dat ze samen met paralympisch zwemkampioen Olivier van de Voort schreef) maakte veel indruk op mij. Toen ik hoorde dat ze een nieuwe serie is gestart over Romy, wilde ik dat natuurlijk lezen!

Dit wordt het ergste jaar van mijn leven gaat over Romy, die in Amsterdam op een woonboot woont met haar ouders en twee broertjes. Haar ouders willen graag emigreren naar Frankrijk om een B&B te beginnen. Dat is de start van een serie rampen die Romy gaan overkomen. Romy wil in de meivakantie niet mee met haar ouders naar Frankrijk om huizen te gaan kijken. Liever gaat ze naar haar opa in Haren, ‘het saaiste dorp van Nederland’ (hahaha, Corien Oranje woont er zelf ook!). Maar als ze op station Groningen aankomt waar haar opa haar zal ophalen, begint een avontuur dat alles behalve saai is.

Tijdens het lezen zit je op het puntje van je stoel, het leest als een trein. Verliefdheid, ouder worden, zelfstandigheid: allemaal thema’s die voorbij komen. Dit smaakt naar meer! Dit boek is deel 1 van de serie, dus dat komt vast goed. Voor kinderen die in Groningen of Haren wonen is het extra leuk: er komen wat bekende plaatsen voorbij. Op de achterkant staat dat het voor meisjes van 10-14 jaar is. Ik vind het ook voor jongens een erg geschikt boek. Ook leuk om voor te lezen!

Ik ontving van Columbus kinderboeken een recensie-exemplaar. Het boek ligt nu in de winkel!

Zelf lezen

Mot en de metaalvissers – Sanne Rooseboom

Ik heb genoten van dit nieuwste boek van Sanne Rooseboom! Het gaat allemaal om Mot, die eigenlijk Vlinder heet. Maar een fladderende en kleurige vlinder, dat voelt ze zich niet. Liever is ze een mot, donker en mysterieus. In een notendop vat dit het verhaal samen: wie ben je eigenlijk, wie wil je zijn en wat verwacht je omgeving van jou?

Dit thema heeft Sanne Rooseboom heel knap en boeiend uitgewerkt. Het begint al met de moeder van Mot, die als kleding- en houdingspecialist bezig is met ‘de eerste indruk’. Ze ziet er zelf uit als om door een ringetje te halen, slank, met keurig gelakte nagels, glanzend haar en hoge hakken. Haar dochter Mot is in alles het tegenovergestelde van haar moeder. Ze houdt van oude en donkere kleding, geeft niks om uiterlijk en is een beetje mollig. Mot voelt zich niet gewenst door haar moeder. En haar vader is ver weg in het buitenland en kan niet veel voor haar doen.

Het is het begin van een lange zomervakantie en Mot heeft niets te doen. Haar moeder wil haar niet in huis hebben, want er komen klanten langs die kledingadvies krijgen. Mot gaat naar buiten en ontmoet langs het kanaal waar ze woont haar meester, die metaalvisser blijkt te zijn. Met een sterke magneet vist hij dingen op uit het water. Oude, kapotte, maar soms ook bijzondere dingen. Mot raakt geïnteresseerd: dat wil ze ook! Maar haar moeder is niet enthousiast: ze vindt het vies en het past niet bij haar reputatie.

Toch zet Mot door. Ze koopt van haar spaargeld haar eigen magneet. En dan begint het avontuur. Want op de eerste dag dat ze aan de kade staat stuit ze op een duikboot! Haar nieuwe vrienden, de andere metaalvissers, helpen haar het enorme gevaarte boven water te brengen. En dat is het begin van een spannende zoektocht naar de eigenaar van de boot, het maken van nieuwe vrienden en het vinden van jezelf.

De wereld waarin Mot leeft lijkt op de onze, maar toch ook niet. Het is een klein stukje Nederland, in een industriële omgeving. Met een eigen ‘munt’ (niet de euro) en geschiedenis. Het heeft allemaal te maken met een steenrijke uitvinder en zijn familie. De uitvinder heeft belangrijke dingen gedaan voor de omgeving, mooie gebouwen neergezet en iedereen aan werk geholpen: iedereen respecteert dat. Totdat de uitvinder overlijdt en zijn zoon zijn positie overneemt: hij is een op macht beluste man. Hij wil de huren van de huizen verhogen, ziekenhuizen en speeltuinen slopen en kanalen verbreden. Niemand durft iets tegen hem in te brengen, maar ze zijn het niet met zijn plannen eens.

Op het moment dat Mot de duikboot vindt, komt er een mogelijkheid om verandering te brengen in deze situatie. Mot raakt verwikkeld in een ingewikkelde zaak, waarin ze hele lieve en bijzondere mensen ontmoet in de Werf, een prachtige omgeving waarin kleurrijke types in een soort commune samen leven in duikboten en circusacts opvoeren. Eindelijk voelt Mot dat ze ergens bij hoort. Ze mag zijn wie ze is. Toch komt ze gaandeweg in het verhaal ook steeds dichter bij haar moeder te staan.

De setting en de onderwerpen die Sanne Rooseboom gekozen heeft vind ik erg origineel. Magneetvissen is intrigerend en spannend (en verboden op heel veel plekken in Nederland, gelukkig zegt Sanne dat aan het eind van het boek nog – het is levensgevaarlijk omdat er soms nog oude werkende bommen opgevist kunnen worden). Nooit eerder las ik een kinderboek over dit onderwerp. Duikboten zijn ook onbekend terrein voor velen. Ik vind het mooi gekozen, omdat het letterlijk gaat over wat je aan de oppervlakte ziet (uiterlijk) en wat er onder water zich afspeelt (je innerlijk). Dat is uiteindelijk ook waar het verhaal over gaat. Mot ontdekt wie ze is en wie ze wil en mag zijn. Het gaat ook over ouderschap, verantwoordelijkheid en vriendschap. Belangrijke thema’s die er best dik bovenop liggen, maar het leest geweldig.

Na de vier delen over het Ministerie van oplossingen en drie delen over Jippie! komt Sanne Rooseboom nu met een dikke pil, een boek dat op zichzelf staat en dat ongetwijfeld veel lezers zal gaan trekken. Rooseboom heeft een goede naam opgebouwd en ook de kinderboekenwereld is nieuwsgierig naar haar nieuwe werk, te zien aan alle aandacht op Social media. Meer weten? Kijk op sanne-rooseboom

Zelf lezen

Twitch – M.G. Leonard

Het nieuwe boek van de schrijver van de Keverjongen-serie begint direct met een spannende scène: een stelletje rotjongens willen een duif doodmaken, gewoon omdat ze dat grappig vinden. Twitch is een echte vogelliefhebber en steekt daar een stokje voor. De jongens pestten Twitch altijd al en ze beginnen te vechten met bloedige afloop. Twitch neemt de zielige duif mee naar huis waar hij beste vrienden met hem wordt.

Zo. De toon is gezet. Dit boek is voor kinderen die van dieren en van de natuur houden, maar ook van raadsels oplossen. Heb je gesmuld van de Keverjongen-boeken? Dan vind je dit boek vast ook geweldig. Na het lezen van Keverjongen houd je opeens van kevers en insecten en na Twitch ben jij een echte vogelaar!

Twitch zou willen dat hij vleugels had. Zijn bed lijkt al op een vogelnestje en zijn huis zit vol met vogels: duiven, kippen, een nestje zwaluwen. In het Avesbos, dichtbij zijn huis, heeft hij een geheime hut gemaakt. En als hij in die hut ligt, is hij getuige van een gesprek van de politie: in het bos verschuilt zich een voortvluchtige dief die een grote som geld probeert te verstoppen. Het hele bos wordt uitgekamd en hij is bang dat zijn hut ontdekt gaat worden.

Maar dan komt hij een van de pestkoppen, Jack, weer tegen. Door omstandigheden raken de twee bevriend. Twitch vindt het moeilijk om Jack te vertrouwen, maar hij vindt het ook heel fijn om zijn passie te delen met iemand.

Twitch ontmoet nog meer interessante figuren sinds de dief zich in zijn Avesbos ophoudt: een enthousiaste mede-vogelaar, twee kleine meisjes die geheimzinnig door het bos lopen én… de boef???

Het verhaal komt tot een hoogtepunt wanneer Twitch alle puzzelstukjes in elkaar ziet vallen. Hij wordt de held van het verhaal ondanks of eigenlijk juist dankzij zijn enorme vogelkennis.

Leonard schreef weer een razend spannend whodunit-verhaal. Ik werd er heel vrolijk van en kreeg er zin van in de lente en zomer. Onmogelijk om weg te leggen, ontroerend en grappig. Over vogels, vriendschap, ambitie, lef tonen, vertrouwen en jezelf mogen zijn. Voor lezers vanaf 9 jaar. Nu in de winkel! Of kijk op de website van uitgeverij Lannoo

Young adult, Zelf lezen

De groeipijnen van Adrian Mole – Sue Townsend (1984) Vertaald door Sylvia Witteman

Sue Townsend wordt nog steeds gezien als Engelands meest geliefde komische schrijver. En niet voor niks. Haar boeken waarin jongeren de hoofdrol spelen zijn hilarisch en waren in de tijd van verschijnen (de jaren ‘80) taboedoorbrekend. Er waren nog geen sociale media, geen smartphones en naar wat er in de hoofden van pubers omging moesten ouders en leraren maar gissen. En toen kwam Adrian Mole. Een intelligente jongeman van 15 jaar oud die worstelt met zijn ontluikend (gebrek aan) seksleven, ruziënde ouders en zijn toekomst (hij wil dichter worden maar weet dat daar geen droog brood mee te verdienen is).

Vorig jaar verscheen al deel 1 van de serie over Adrian Mole: Het geheime dagboek van Adrian Mole 13 3/4 jaar. Een heruitgave, in een nieuwe vertaling: door Sylvia Witteman. Goed gekozen wat mij betreft, want de droge humor van Witteman sluit naadloos aan bij die van Townsend.

Adrian is inmiddels 15 jaar en in zijn leven lijkt zich een ramp te gaan voltrekken: zijn moeder is zwanger, maar de ex-minnares van zijn vader ook. In korte tijd worden er twee baby’s geboren, en Adrian lijdt in stilte. Behalve dan dat wij, de lezers, zijn intiemste gedachten mogen lezen in zijn dagboek. En dat is bij vlagen diep ernstig, maar vooral hysterisch grappig. Ik stikte regelmatig bijna van het lachen, zo droogkomisch beschrijft Adrian hoe hij en zijn moeder moeten overleven zonder uitkering en hoe alle instanties hen lijken tegen te werken. Voor een puber is alles uitvergroot. En ondanks dat Adrian geen kind meer is, kijkt hij soms ontroerend naïef naar de wereld om hem heen. Alles is dramatisch, grotesk en de wereld vergaat nog nét niet als hij weer een puist heeft of zijn baardgroei maar op zich laat wachten.

Leesplezier gegarandeerd. Voor de veertigplussers onder ons een feest van herkenning: cheques, videobanden en sigaretten in een glas op tafel tijdens feestjes. Niet meer voor te stellen in onze tijd. Voor jongeren van nu zal er toch ook veel te herkennen zijn, en de jaren ‘80 begrippen staan uitgelegd achterin het boek. Koop dit boek voor je puber, je zult er geen spijt van krijgen.

Meer weten? Kijk op https://www.kinderboeken.nl/boek/de-groeipijnen-van-adrian-mole/

Zelf lezen

Een mummie heeft mijn huiswerk opgegeten – Thiago de Moraes

Droom jij er ook weleens van om in tijdmachine te stappen? Harry uit het boek Een mummie heeft mijn huiswerk opgegeten niet, hij zit liever op school moeilijke sommen te maken. Harry is een echte nerd, hij houdt van uitdaging en van schoolwerk. Toch overkwam Harry het ongelooflijke: terwijl hij een wiskunde-opgave aan het uitrekenen was, werd het zwart om hem heen, kwam hij in een draaikolk terecht en raakte hij bewusteloos!

En waar kwam Harry terecht? In het oude Egypte, de tijd waarin er geen mobieltjes waren, geen fijne vervoersmiddelen, maar wel vreemde schoolvakken en gevaarlijke huisdieren zoals krokodillen. Harry weet niet wat hem overkomt. Al gauw krijgt hij vrienden waarmee hij spannende avonturen beleeft. Tijd om aan thuis te denken heeft hij namelijk niet. Hij beleeft een heel schooljaar in Egypte, met zelfs een levensgevaarlijk schoolreisje.

Zijn vrienden helpen hem om toch te bedenken hoe hij terug kan komen naar zijn eigen tijd. En of het hem lukt, daar moet je zelf maar achter komen.

Een mummie heeft mijn huiswerk opgegeten is een goed geschreven en vertaald boek voor iets meer geoefende lezers vanaf ongeveer 8 jaar. Er valt veel te lachen, op een leuke (niet flauwe) manier. De tekeningen en gekleurde tekst maken het tot een fijne leeservaring. Schrijver Thiago de Moraes werkt nu aan een deel 2.

Ik vind het erg leuk dat Luitingh-Sijthoff dit soort boeken uitbrengt: boeken die van hand tot hand gaan in de klas, net als Het leven van een loser en De waanzinnige boomhut, maar die ook een thema hebben waar je bijvoorbeeld bij geschiedenis bij kunt aansluiten. Bij LS verschijnen ook de boeken van Julius Zebra en Gekke goden, ook aanraders!

Ik ontving van Luitingh-Sijthoff een recensie-exemplaar.