Zelf lezen

Julia en de haai – Kiran Millwood Hargrave

Kiran Millwood Hargrave & Tom de Freston, vertaling Maria Postema

Dit boek is overweldigend. Het is een unieke leeservaring en nadat ik het las, bleef het nog een tijd in mijn hoofd rondspoken. Dit boek won in Engeland de Waterstone Children’s Gift of the Year.

Julia vertrekt met haar ouders in de zomervakantie naar een klein eilandje boven Schotland. Haar moeder is mariene bioloog en doet onderzoek naar Groenlandse haaien. Ze heeft de subsidies nog niet rond, maar heeft alle vertrouwen dat het wel goed komt: dat geld om haar onderzoek te financieren komt er wel. De kapitein op het schip waarmee ze de zee op gaat heeft er weinig vertrouwen in. Na twee weken heeft ze nog geen haai gezien. Ze krijgt de ene na de andere tegenslag te verwerken.

Julia en haar vader proberen ondertussen te wennen aan wonen in een vuurtoren. Julia maakt een vriend, Kin, maar de vriendschap kent ups en downs. Net als de buien van haar moeder. Ze is soms opeens heel blij, maar ook opeens heel boos of down. Als bioloog maakt ze zich zorgen over het milieu en de klimaatverandering. Ze voelt zich machteloos en tegelijk strijdbaar. Julia houdt van haar moeder maar weet zich geen raad: hoe moet ze nu contact krijgen met haar, hoe kan ze haar helpen?

De haai en de zwermen vogels die je op de voorkant ziet, komen letterlijk en figuurlijk voor in het verhaal, net als de vele feitjes over dieren en de zee. Julia schrijft alle weetjes op in haar gele boekje. Het geeft haar houvast. Maar in haar dromen heeft ze geen houvast. Ze droomt over de haaien die haar kamer binnenzwemmen. Er staat iets te gebeuren, maar wat?

“De muren bewogen. Ze golfden en bonsden en schimmel schoot langs de muren omhoog tot het donker werd, zo donker als de zee. De haai roerde zich, reusachtig, traag, onverbiddelijk. De houten vloer kraakte toen hij er met zijn volle gewicht tegenaan duwde tot de planken versplinterden en het hele bed werd opgetild en de vuurtoren werd losgescheurd terwijl de haai bovenkwam en ons allemaal naar zee sleurde.”

Thema’s die aan de orde komen zijn de klimaatverandering, pesten en psychische problemen. Zoals gezegd best veel voor één verhaal. Maar het past zo wonderwel in elkaar. Het moet zo zijn, het is zo slim en gevoelig geconstrueerd en de boodschap komt daardoor echt binnen.

Het is echt een bijzondere leeservaring, ook omdat de vormgeving werkelijk schitterend is. Het zwart-wit en geel spat van de bladzijden en de illustraties zijn soms over een hele spread uitgesmeerd. Bepaalde passages zijn in een ander lettertype opgemaakt of in de vorm van een haai op de pagina gezet.

Kortom: een aanrader dit boek, maar houd er rekening mee dat de thema’s best heftig zijn en vragen kunnen oproepen bij kinderen. Lees het boek dus vooral zelf voordat je het boek aan je kind(eren) geeft. Koop het boek hier. Veel leesplezier!

Zelf lezen

Hoor je mij? Als je moet leven in twee werelden…

Caja Cazemier & Martine Letterie

Wat een goed en interessant boek! Over een wereld waar je als ‘horende’ vaak geen weet van hebt: de wereld van de doven. Hoe is het om doof te zijn? Waar loop je tegenaan als tiener en wat zijn de verschillen in hoe de samenleving met doven omgaat tussen 70 jaar geleden en nu? Daar gaat het om in dit boek van het duo Cazemier & Letterie, die eerder ook al het concept van twee personages die beiden in een andere tijd opgroeien loslieten op twee jeugdboeken (Familiegeheim en Made by Indira).

Het verhaal leest als een trein, ook al moet je even wennen aan de twee personages die elkaar steeds afwisselen in hoofdstukken: Sterre die in onze tijd leeft en Freek, die in de jaren ‘50 tiener is. We leren hoe er 70 jaar geleden naar doven werd gekeken (gebarentaal was nog niet officieel erkend en mocht je niet gebruiken op school), maar ook wat een CI is, een apparaatje waarmee dove mensen iets kunnen horen (maar lang niet alles).

We leven mee met de worstelingen van de twee tieners, hun onzekerheden en frustraties. Ze verliezen vrienden, worden gepest, maar ontdekken ook waar ze goed in zijn en durven trots op zichzelf te zijn. De manier waarop Sterre en Freek ‘bij elkaar komen’ is heel mooi gevonden!

Het boek is prachtig vormgegeven, te beginnen bij de omslag waar alle letters van het alfabet in gebarentaal op staan. Elke hoofdstuktitel werd ook voorzien van het gebaar in een tekening.

Ongelooflijk mooi dat dit boek er is, want het opent voor jonge mensen weer een wereld waar veel vooroordelen over bestaan, waar we weinig van weten. Meer kennis en begrip zorgt voor een inclusievere wereld. Fantastisch!

Zelf lezen

Twitch – M.G. Leonard

Het nieuwe boek van de schrijver van de Keverjongen-serie begint direct met een spannende scène: een stelletje rotjongens willen een duif doodmaken, gewoon omdat ze dat grappig vinden. Twitch is een echte vogelliefhebber en steekt daar een stokje voor. De jongens pestten Twitch altijd al en ze beginnen te vechten met bloedige afloop. Twitch neemt de zielige duif mee naar huis waar hij beste vrienden met hem wordt.

Zo. De toon is gezet. Dit boek is voor kinderen die van dieren en van de natuur houden, maar ook van raadsels oplossen. Heb je gesmuld van de Keverjongen-boeken? Dan vind je dit boek vast ook geweldig. Na het lezen van Keverjongen houd je opeens van kevers en insecten en na Twitch ben jij een echte vogelaar!

Twitch zou willen dat hij vleugels had. Zijn bed lijkt al op een vogelnestje en zijn huis zit vol met vogels: duiven, kippen, een nestje zwaluwen. In het Avesbos, dichtbij zijn huis, heeft hij een geheime hut gemaakt. En als hij in die hut ligt, is hij getuige van een gesprek van de politie: in het bos verschuilt zich een voortvluchtige dief die een grote som geld probeert te verstoppen. Het hele bos wordt uitgekamd en hij is bang dat zijn hut ontdekt gaat worden.

Maar dan komt hij een van de pestkoppen, Jack, weer tegen. Door omstandigheden raken de twee bevriend. Twitch vindt het moeilijk om Jack te vertrouwen, maar hij vindt het ook heel fijn om zijn passie te delen met iemand.

Twitch ontmoet nog meer interessante figuren sinds de dief zich in zijn Avesbos ophoudt: een enthousiaste mede-vogelaar, twee kleine meisjes die geheimzinnig door het bos lopen én… de boef???

Het verhaal komt tot een hoogtepunt wanneer Twitch alle puzzelstukjes in elkaar ziet vallen. Hij wordt de held van het verhaal ondanks of eigenlijk juist dankzij zijn enorme vogelkennis.

Leonard schreef weer een razend spannend whodunit-verhaal. Ik werd er heel vrolijk van en kreeg er zin van in de lente en zomer. Onmogelijk om weg te leggen, ontroerend en grappig. Over vogels, vriendschap, ambitie, lef tonen, vertrouwen en jezelf mogen zijn. Voor lezers vanaf 9 jaar. Nu in de winkel! Of kijk op de website van uitgeverij Lannoo

Zelf lezen

Wie achter deze deur verdwaalt – Rindert Kromhout & Tonke Dragt

Een bijzondere samenwerking, gebaseerd op een idee van zo’n veertig jaar geleden, resulteerde in dit bijzondere, hartverwarmende verhaal dat opgeschreven is door Rindert Kromhout, maar afkomstig is uit het nog altijd levendige brein van Tonke Dragt (91 jaar!).

Een fantasierijk en ontroerend verhaal over een klas op een school voor speciaal onderwijs met kinderen die allemaal nét een tikje anders zijn: net iets te luidruchtig, te verlegen of te brutaal. Meester Tom wil dat zijn klas elkaar echt goed gaat leren kennen. En daar heeft hij Lavinia Morgenster (aka Tonke Dragt) bij nodig: de schrijfster nodigt de kinderen uit om door een deur in haar huis te gaan om in een bijzonder land te komen. Maar om daar te komen, moeten ze nog wel iets doen…

Dit verhaal leest heerlijk en is eigentijds en tegelijk tijdloos. Er worden mooie verwijzingen gemaakt naar beroemde kinderboeken als Spaghetti van menetti en Pinokkio, maar ook naar De waanzinnige boomhut. Vooral het nawoord van Rindert Kromhout vind ik bijzonder: hij vertelt over zijn eerste ontmoeting met Tonke Dragt en hun jarenlange vriendschap. Én over de paspoorten van de Kinderboekenweek van 1982, waar wellicht mijn wat oudere lezers (45+) een herinnering aan hebben.

Wat een uniek boek, ik heb ervan genoten en weet zeker dat het meer mensen zal verrassen. Lees het voor, raad het aan en geef de kinderboekenliefde door!

Zelf lezen

Knipoog – Rob Harrell

Een fijn boek met een knallende omslag voor de liefhebbers van Het leven van een loser, Max Modderman en Dagboek van een muts mét een serieuze ondertoon: hoofdpersoon Ross heeft oogkanker, krijgt zware behandelingen en worstelt met treiterijen in de klas.

Het begin van het boek is direct heftig: Ross krijgt een laserbehandeling in het ziekenhuis die doet denken aan een invasie van een buitenaards ruimteschip.

Daarna komt het verhaal op gang: Ross is ook gewoon een brugklasser die NORMAAL gevonden wil worden.

Er valt dus ook veel te lachen, helemaal omdat er grappige stripjes in staan die alles een beetje relativeren. Maar de boodschap: hoe ga je om met iemand in je omgeving die ernstig ziek is – blijft overeind.

Ik vind het goed en belangrijk dat dit soort boeken steeds meer verschijnt. Een tijdje terug las ik De jongen die iedereen laat lachen, over een stotterende jongen; dat boek lijkt hier wel wat op. Het leest lekker weg en is dus een aanrader voor kinderen die lezen niet perse leuk vinden.

Zelf lezen

Zij, ik en de sterren – Simone Arts

Wow, wat een indrukwekkend boek, het nieuwste van Simone Arts: over een jongen die zijn zusje, die maar één maand oud werd, verliest.

Ondanks dat deze spoiler al gedeeld wordt achterop het boek is het een ongelooflijk spannend en goed geconstrueerd verhaal. Je leert de personages goed kennen, krijgt een hekel aan een aantal en gaat enorm houden van Vito, de jongen die naar de brugklas gaat en in eerste instantie helemaal niet zit te wachten op een broertje of zusje.

Zijn ouders verheugen zich enorm op de gezinsuitbreiding, maar Vito heeft het te druk met de grote veranderingen die in zijn leven spelen. Hij vertelt het zelfs niet aan zijn klas dat hij grote broer wordt: alleen zijn beste vriend Gijs weet het.

Gijs is alleen niet meer de vriend die hij al bijna zijn hele leven kent. Hij laat zich inpakken door de vervelende Terry, een jongen die enorm pest en kliert en ook Vito niet met rust laat. Gijs en Terry halen vreselijke streken uit terwijl Vito rouwt om zijn zusje. Als je denkt dat het niet nog erger kan worden, gebeurt er nog iets. Gelukkig begint aan het eind van het boek de zon toch weer te schijnen…

Simone Arts schrijft soepel en meeslepend, dat wist ik al van haar eerdere boeken die je ook één ruk uitleest. Maar niet eerder kreeg ik zo’n brok in mijn keel. Dit verhaal heeft een enorm goede timing, alles krijgt precies de juiste tijd om het spannend te houden en tegelijk de aandacht en rust te geven die nodig is. Echt knap schrijverschap.

Er komen veel thema’s voorbij die voor jongeren herkenbaar zijn: naar de brugklas, vriendschap, pesten, angst, onzekerheid en natuurlijk rouw, waar jongeren helaas ook mee te maken krijgen. Het zonnestelsel waar Vito enorm door gefascineerd is, komt op een mooie manier terug in het verhaal.

Al met al een enorme aanrader voor kinderen vanaf 10 jaar en ouders die ook met verdriet worstelen. Maar eigenlijk een boek voor iedereen.

Young adult

Iets heel bijzonders – Susin Nielsen

Het nieuwe boek van Susin Nielsen (bekend van Adres onbekend en andere steengoede young adults) is weer briljant. Wat mij betreft zelfs het beste tot nu toe. Nielsen kan weergaloos goed een puber neerzetten die je in je hart sluit. Tijdens het lezen van dit boek heb ik bijna onophoudelijk gelachen: van een ontroerde glimlach tot een schaterlach. Het was genieten.

In een puberleven gebeuren heel veel dingen voor de eerste keer. De eerste natte droom, de eerste zoen, de eerste afwijzing. Alles maakt waanzinnig veel indruk. Alles wat pubers meemaken is ‘iets heel bijzonders’.

Wilbur is 14 en hij vertrouwt regelmatig zijn gevoelens toe aan pen en papier: hij schrijft fantastische songteksten die ook in het boek staan (niet vertaald, maar gewoon in de oorspronkelijke taal Engels: goede keuze). Wanneer hij in een nieuwe klas komt moet hij een brief aan zijn ‘latere zelf’ schrijven. Het wordt een nachtmerrie: de brief komt in verkeerde handen en zijn gevoelens (over de grootte van zijn geslacht, zijn verlangen naar liefde, zijn eenzaamheid) komen op straat te liggen.

Na deze hartverscheurende introductie leren we Wilbur beter kennen. Hij woont in Toronto, Canada. Hij is niet moeders mooiste. Hij is wat te dik, draagt onopvallende kleding en is het mikpunt van pesterijen, specifiek van één etter bij hem in de klas. Gelukkig maakt hij een vriend, Alex, en heeft hij een beste vriend van 85 jaar, Sal.

Wilbur heeft twee moeders. Ze hebben het niet breed. Ze hebben meerdere banen om net rond te kunnen komen. Toch mag hij meedoen aan een uitwisselingsproject met Franse studenten. Hij krijgt Charlie toebedeeld, waarvan hij dacht dat het een jongen is, maar… het blijkt een meisje te zijn. Het knapste meisje dat hij ooit heeft gezien.

Er gebeuren veel gênante en grappige dingen tijdens de tijd dat Charlie in Canada is. Wilburs moeders vinden het bijvoorbeeld heel leuk om zijn baby-album aan Charlie te laten zien.

“Er lag een bekend, uitpuilend fotoalbum geopend op de salontafel.

Nee. Alsjeblieft niet.

Map wierp me een verontschuldigende blik toe. ‘Charlie zag het in de boekenkast staan.’

Mam was juist volledig in beslag genomen door het album, genoot zichtbaar van het duikje in het verleden.

‘Wilbur, wat was je een snoezig jongetje!’ zei Charlie. ‘Je staat bijna overal naakt op.’

Ik wil dood.

‘Hij vond het heerlijk om in zijn blootje te lopen.’ Mam glimlachte dromerig. ‘Zodra hij binnenkwam rukte hij de kleren van zijn lijfje, of het nu zomer of winter was.’

Als Charlie weer weg is, besluiten Alex en zijn vriend Fab hem ‘te pimpen’: hij gaat trainen en krijgt een make-over. Zo mooi hoe Nielsen omschrijft hoe belangrijk het is om van jezelf te houden. Zo’n belangrijke boodschap, fijn dat dit in dit soort boeken genoemd wordt.

‘Denk erom Wilbur,’ zei hij. ‘Rug recht. Opgeheven hoofd. Wees trots op je lengte. Kijk mensen aan. Glimlach!’ Toen voegde hij er zijn eigen Charlotte’s Web-boodschap aan toe: ‘Je bent geweldig! Stralend! Wat een big!’

Charlie en Wilbur blijven contact met elkaar houden. Ze worden goede vrienden, maar de vonk springt nog niet over. Misschien wel als Wilbur naar Parijs gaat…???

De cover lijkt eerst wat saai, maar als je weet waar de dinoskelet en de triangel naar verwijzen, moet je steeds lachen als je hem ziet. Ik vind het ook prachtig gedaan hoe hedendaagse films, series en het boek Charlotte’s web verweven zijn in het verhaal. En ook homoseksualiteit is vanzelfsprekend aanwezig, want dat is het. Tot slot: je krijgt zin om naar Toronto en Parijs te gaan, zo heerlijk worden de steden beschreven. Dikke vette aanrader! Voor iedereen, van 13 tot 113 jaar.

Ik ontving van Lemniscaat een recensie-exemplaar. Voor meer info, kijk hier.

Graphic novel

Wat is er eigenlijk met jou gebeurd? – Jenny Jordahl

Een graphic novel over de moed om jezelf te zijn

“Iedereen bij jou thuis is zo mooi en slank. Wat is er eigenlijk met jou gebeurd? Je bent er vast een van de melkboer.”

“Schep je nou nog een keer op?”

“Wist niet dat dikzakken konden rennen!”

Zomaar wat zinnen uit de bijzondere graphic novel die net is verschenen bij uitgeverij Luitingh-Sijthoff. Zinnen die je een koud gevoel geven. Die helaas nog steeds gezegd worden tegen mensen die ‘te dik’ zijn.

Janne is te dik. Vindt haar omgeving. Totdat haar vriendin haar vroeg wat er eigenlijk met haar gebeurd is, was er niks aan de hand. Janne is gewoon Janne. Maar vanaf dat moment gaat ze anders naar zichzelf kijken: met de ogen van de ander. In vergelijking met de ander. En dan is het hek van de dam. Ze hoort overal een boodschap in: ze is te dik, te breed, ze eet te veel, niemand vind haar leuk en knap, ze hoort er niet bij.

Haar onzekerheid is pijnlijk voelbaar vanaf de pagina’s, je wilt tegen haar schreeuwen: ‘Janne, je bent zo mooi!’ Maar het helpt niet, het monster heeft zich om haar heen gevormd. Letterlijk zien we een groot zwart wezen om Janne heen verschijnen als ze alleen is. Haar schaduw, haar ‘lelijke’ ik, en later degene die tegen haar zegt dat het nog niet genoeg is, ook al is ze kilo’s afgevallen.

Haar ouders maken zich zorgen. Maar niet om de juiste dingen. Ze vinden dat Janne wel wat mag afvallen en geven haar een ‘onschuldige’ challenge: voor elke kilo een bedrag. Janne gaat van de ene op de andere dag bijna niets meer eten. Ze wordt dun. Maar het rotte gevoel gaat niet weg.

Ik ben erg onder de indruk van deze graphic novel. Een bijzonder, ontroerend en steengoed verhaal dat extra hard binnenkomt door de combinatie van beeld en tekst. Fantastisch dat er steeds meer graphic novels verschijnen, daar is echt een publiek voor. Het biedt enorm veel mogelijkheden om in de klas met dit boek bezig te gaan.

Kies bijvoorbeeld een bladzijde en laat kinderen een kort verhaal of gedicht bij de illustraties maken. Of laat een scène uitspelen. Uiteraard is het onderwerp dik/dun zijn belangrijk om in de klas te bespreken. Maar belangrijker nog: het gaat niet om hoe je eruit ziet. Het doet zo’n pijn om afgerekend te worden op je uiterlijk, het is alles wat je hebt en bent, je kunt het niet veranderen (in sommige gevallen wel: als je dat zelf wilt).

Zelf lezen

De appeltaart van hoop – Sarah Moore Fitzgerald

Heerlijk en ontroerend boek – en je krijgt er zin van in appeltaart, dus… lekker gebakken vanochtend.

Aanrader voor lezers vanaf 12 jaar, met mooi uitgewerkte thema’s zoals vriendschap, pesten, sociale verhoudingen en sterke karakters die tot leven komen: je krijgt een enorme hekel aan Paloma, het meisje dat de plek inneemt van hoofdpersoon Meg en het leven van Oscar (bijna) kapot maakt. Gelukkig is er taart en loopt het goed af.

Voorleesboeken, Zelf lezen

Etters en letters – Frederick Deloddere

Dyslectische mensen zijn creatief, vindingrijk, kunnen goed improviseren en hebben een sterke intuïtie. Zomaar wat bijzondere eigenschappen die je niet direct associeert met een kind in de klas die de ene na de andere spelfout maakt. Toch is het goed om dat kind nog eens goed te observeren: hij of zij voelt zich onzeker en anders dan de andere kinderen omdat hij niet kan wat iedereen lijkt te kunnen: foutloos lezen en schrijven. Met de intelligentie van een kind met dyslexie is echter niks mis. Hij of zij verwerkt informatie alleen op een andere manier in het brein.

Het heerlijke boek Etters en letters gaat over Zaan, een jongen met dyslexie. Zaan heeft daarnaast ook de allergrootste pech die je als kind maar kunt treffen: zijn ouders zijn plots overleden en hij moet in huis wonen bij zijn gruwelijke oom en tante. En als ik zeg gruwelijk, dan is dat nog zacht uitgedrukt. Ik moest tijdens het lezen regelmatig denken aan Roald Dahl, zo beeldend en grappig schrijft Deloddere.

Ik was dit boek, dat in januari 2021 verscheen, nog niet eerder tegengekomen op internet of in de boekhandels. Ik ben blij dat ik het toevallig op het spoor kwam door student Nikita, die er iets over zei op Instagram. Gelukkig ontving ik van Clavis een recensie-exemplaar en kon het lezen beginnen.

Vanaf bladzijde 1 zit je op het puntje van je stoel en dat blijft zo tot de laatste bladzijde. Deloddere heeft een schrijfstijl die doet denken aan De griezels van Roald Dahl: absurd, met grootste gebaren, maar je gelooft alles wat hij schrijft. De illustraties passen er ook goed bij, lekker los getekend en grappig.

Zaan heeft aan het begin van het verhaal een gelukkig leven, afgezien van die ene kerstdag in het jaar dat zijn tante Mekel op bezoek komt: Mekel is de vleesgeworden nachtmerrie van Zaan en zijn ouders. Door een noodlottig ongeluk komen de vader en moeder van Zaan om het leven. Mekel en haar man komen in het huis van Zaan wonen. Zaan wordt onderdrukt, genegeerd, geslagen en gepest. Als hij eindelijk naar school mag, is er hopelijk een ontsnapping mogelijk uit alle ellende, maar helaas: Mekel en haar man lachen Zaan alleen maar hard uit omdat hij niks lijkt te presteren: lezen en schrijven vindt Zaan hartstikke moeilijk.

En dan is er het Groot dictee waar Zaan van zijn oom en tante aan mee moet doen. Gewoon als leedvermaak, zodat ze eens lekker kunnen lachen. Zaan maakt de meeste fouten van iedereen, met woorden als botsbus (ipv postbus), pijlnaard (ipv nijlpaard) en zalige kwaak (ipv kwalijke zaak). Meneer en mevrouw Mekel komen niet meer bij, maar Zaan is diep ongelukkig. Hij wenst in zijn kleine kamertje in het huis dat hij weg kon komen van deze plek.

En dat gebeurt! Zaan is plotseling in een fantasiewereld beland waar hij vrienden wordt met het Aapsloogje (slaapoogje), de Geraaskalf (geraaskal) en de Knippervink (vingerknip). Allemaal ‘wezens’ die hij zelf heeft ‘bedacht’ bij het dictee! Een groots avontuur in fantasieland volgt. Hij ontmoet nog meer wonderlijke mensen en dieren. En hij ontdekt dat hij talent heeft voor taal en schrijven. Hij schrijft de mooiste gedichten en bedenkt briljante oplossingen waar niemand nog aan heeft gedacht, zoals het geheugenhuis (geef elk woord een denkbeeldige plek in je huis, zo kun je het beter onthouden).

Je begrijpt dat ik enorm enthousiast ben over dit boek. Allereerst omdat het over taal en taalproblemen gaat, maar ook omdat het erg goed geschreven is. Ik hoop dat veel leerkrachten en ouders dit boek zullen voorlezen, om meer begrip te krijgen voor wat dyslexie is en om gewoonweg te genieten van onze maffe Nederlandse taal. Aan het eind van het boek weet je ook nog eens wat een Anakoloet is, dat vergeet je nooit meer!