Wat zou jij doen als je één dag verder in de toekomst leeft? Als je kan zien wat er allemaal staat te gebeuren: wie de loterij wint, een vreselijk ongeluk of dat het eindelijk gaat sneeuwen? Zou je dat willen?
Het overkomt de opa van Jonas, die al jarenlang bezig is met zijn grote uitvinding: een tijdmachine. Hij wil terug naar het verleden om iets recht te zetten, maar komt per ongeluk in de toekomst terecht! En wat er dan allemaal gebeurt…
Corien Oranje is zo’n schrijfster waar ik vrolijk van word. Ze is heel actief op Instagram, deelt leuke tips en vertelt graag over haar leven als schrijfster en schoolschrijver. Ze komt regelmatig in schoolklassen en gaat dan samen met de kinderen verhalen schrijven. Haar bekendste personage Juf Fiep gaat vaak met haar mee (als handpop) en ze maakt kinderen echt enthousiast voor lezen en schrijven.
Wat een boek is dit. Het ontroert me als ik alleen al naar de cover kijk. Een verhaal over liefde: wat echtscheiding met een kind doet, hoe ontluikende liefde voelt. Twee meisjes die knetterend verliefd op elkaar worden. Een zinderend eiland in Zweden in de zomer. Sfeer, verbinding, een geweldige opa, verdriet en vreugde wisselen elkaar af. Dit is wat goede young adult moet zijn.
Niet voor niks won dit boek de Augustpriset, de belangrijkste Zweedse literaire onderscheiding. En in dit boek wordt verwezen naar die andere winnaar van deze prijs: De legende van Sally Jones. Moordaap las ik een aantal weken geleden. Houd de Zweedse kinderboekenwereld in de gaten!
“‘We zijn een troep,’ zei Arkady. ‘We hebben samen gevochten, we hebben samen gegeten. We zijn een team.’”
Het team, dat zijn Arkady, Samuel, Silk en Vita: een onwaarschijnlijk bij elkaar geraapt zooitje: twee circusartiesten, een zakkenroller en een meisje dat koste wat het kost de eer van haar opa wil redden.
Het nieuwe boek van Katherine Rundell, bekend van onder andere De ontdekkingsreiziger, gaat over echte vriendschap en talent. Met karakters en gebeurtenissen die knotsgek zijn, maar tegelijkertijd zó ontroerend dat je alles gelooft wat Rundell schrijft. Een verhaal dat ik verzonnen zou willen hebben. Een boek waarvan je ongeduldig de bladzijden omslaat omdat je móet weten hoe het verder gaat. Met vier vrienden die een band opbouwen voor het leven en elkaar nooit zullen laten vallen. Gesitueerd in het Manhattan van zo’n 100 jaar geleden, in een oud kasteel en in een circustent: zulke gave plekken dat je wilde dat je er zelf bij was.
Vita heeft zichzelf een onmogelijk doel gesteld. In het enorme oude kasteel van haar opa ligt een kostbare smaragd. Opa is opgelicht door een nare zakenman en nu is hij zijn huis kwijt; zijn kasteel waar hij met oma woonde die net is overleden. Opa kwijnt nu weg in een klein appartementje in New York. Als zijn kleindochter Vita met haar moeder vanuit Ierland naar Amerika komt is hij dolblij. Maar Vita ziet dat hij verdriet heeft: alles is hem afgenomen. Vita is vastbesloten om de smaragd, die ergens in het kasteel ligt, terug te halen, te verkopen en het huis terug te kopen.
Vita is een inspirerend meisje met een bijzonder talent. Al in het eerste hoofdstuk licht Rundell een tipje van de sluier op en word je razend nieuwsgierig:
“Vita’s rokzakken zaten vol kiezels van thuis uit de tuin, ze pakte er de grootste stenen uit en begon die naar de deur van de klerenkast te gooien. Het hielp haar nadenken. Als iemand had toegekeken, had die misschien gezien dat elke steen exact het wiskundige midden van de deur raakte, maar er was niemand die keek en Vita zelf had er nauwelijks erg in.”
Vita krijgt hulp uit onverwachte hoek. Ze maakt vrienden die allemaal een ander talent hebben. Samuel is de acrobaat die lijkt te kunnen vliegen, Samuel kan communiceren met elk dier en Silk kan vliegensvlug en onmerkbaar je zakken rollen. En Vita kan dus met enorme precisie elk willekeurig voorwerp naar een bepaald punt werpen.
Rundell schept er waarschijnlijk genoegen in om talenten te bedenken die gaan over fysieke behendigheid, maar ook over lichamelijke onmogelijkheden: Vita kampt met de gevolgen van polio en heeft één been dat niet goed volgroeid is. Ze bijt zich dagelijks door de pijn heen en laat zich niet tegenhouden. Het is een boodschap die kinderen vast ook uit de tekst kunnen halen: ga op zoek naar jouw talent, gebruik je lichaam én je verstand wijs en vertrouw op jezelf.
In Sophie op de daken (2013) gaat het over luchtdansen op de daken, een ‘sport’ die Rundell zelf ook beoefent. En in dit boek hebben de personages allemaal een handigheid die ervoor zorgt dat ze zich uit de moeilijkste situaties kunnen redden.
…Tenminste…Is dat ook zo? Hopelijk heb ik je nieuwsgierig genoeg gemaakt naar de afloop van het verhaal. Ik ga hier natuurlijk niet verklappen of het Vita lukt om haar opa weer gelukkig te maken. Maar dit boek zal je vanaf de eerste bladzijde grijpen en als je het uit hebt, zal je het niet meer vergeten.
Oh, en die schildpadden op de schutbladen? Die kom je zeker tegen in het verhaal op een onverwachte plek, wacht maar af!
Dit is verplichte kost voor elke kinderboekenliefhebber, groot en klein! Volwassenen zullen heel veel kinderboekenschrijvers en -helden herkennen, maar kinderen zullen gewoon smullen van het spannende verhaal van Opa Droste, de bewaker van het Kinderboekenmuseum die vertelt over zijn interessante leven.
Tiuri, de kleinzoon van meneer Droste, wil dat er een boek geschreven wordt over zijn opa. Meneer Droste wil dat eerst niet, want hij wil ZELF een boek schrijven, dan zal hij namelijk een plekje bemachtigen in het Kinderboekenmuseum voordat hij stopt met er te werken.
Hij doet verschillende pogingen om een verhaal te schrijven, maar dat mislukt jammerlijk. Tiuri merkt slim op dat je beter een personage IN een kinderboek kunt worden, dan wordt je pas nooit vergeten! (Ronja, Pluk en Pinokkio vergeten we toch ook nooit…?)
En dat wordt ‘ie! Meneer Droste wordt een personage in zijn eigen boek. En dat boek wordt geschreven door zijn favoriete levende schrijver: Sjoerd Kuyper natuurlijk! En zijn lievelingsillustrator mag de tekeningen maken, dat is Sylvia Weve.
In het verhaal dat Kuyper schrijft komen ‘de handen van Ite’ letterlijk tot leven. Die handen komen voor in een legende over kinderboekenschrijvers die op zoek gingen naar inspiratie in het museum en dat dachten te vinden in twee afgehakte handen die het schrijfwerk voor ze overneemt. Gruwelijk, maar zo mooi!
Ik heb erg genoten van de vele fijne citaten in dit boek, zoals deze:
“Meneer Droste begreep niet dat veel kinderen rond hun dertiende ophielden met lezen. Ze houden ermee op, dacht hij, net als ze boeken het hardst nodig hebben.”
“Als grote mensen een boek lezen over een kleine kapitein, lezen ze een boek over een kleine kapitein. Als kinderen hetzelfde boek lezen ZIJN ze de kleine kapitein. (…) Kinderen graaien alle woorden met hun handen van hun bord en proppen ze naar binnen. En daarna likken ze het bord af.”
Het lijkt me leuk om voor te lezen en samen met kinderen te ontdekken hoe het verhaal in elkaar zit. De tekeningen zijn wat donker, maar wel sfeervol. Er staat best veel tekst op de bladzijden. Om het zelf te lezen moet je een beetje een geoefende lezer zijn. Ik denk dat het extra leuk is als je weleens in het museum geweest bent (dat ben ik ook nog nooit!), maar helaas: daar moeten we nu vanwege Corona even geduld mee hebben.
Het is even puzzelen, een verhaal in een verhaal in een verhaal (het Droste effect!), maar het is zó leuk! En echte ode aan de mensen van het Kinderboekenmuseum, dat 25 jaar bestaat en met zoveel liefde onderhouden is.
Deze recensie verscheen in de Boekenkrant van november 2020.
‘“Durf nou eens iets,” zeg ik. Volwassenen doen altijd zo moeilijk over dingen.’ Het nieuwe boek van Jowi Schmitz, Beste broers, gaat over dapper zijn en het anders durven doen. Raf (9) en Robbie (5) verhuizen naar het erf waar ook hun opa en oma wonen. Ze ontdekken dat opa een geheime plek in het bos heeft waar hij met oma naar de sterren wil kijken. Dan krijgt oma een hartaanval, waardoor het plannetje bijna in de soep loopt.
De ouders van Raf en Robbie maken veel ruzie en zijn vooral bezig met zichzelf. Ze gaan op het platteland wonen vanuit de grote stad. Rafs vriendje Cees zegt dat buiten de stad niks is.‘Daar woon ik vanaf nu. In niks.’ Het is wennen en ook best wel spannend. Ze moeten naar een nieuwe school en de boerderij en het donkere bos eromheen zijn heel mysterieus voor de jongens. De eerste nacht dat ze in hun nieuwe bed liggen, kunnen ze niet slapen en sluipen ze naar de plek waar opa aan het werk is. In de nacht, want ‘daar zit meer rek in’ volgens opa. Als ze bij de toren zijn, vallen ze in slaap in het bos.‘Dit is ons familiegeheim. Kun je nagaan, we zijn hier één dag en liggen nu al in een geheim.’
Het verhaal loopt over van dit soort pakkende zinnen. Raak, met rijke beeldtaal en tegelijk perfect passend bij de belevingswereld van kinderen vanaf acht jaar. De scène waarin Raf en Robbie met een pick-uptruck naar het ziekenhuis rijden met opa achterin, is spannend en hilarisch tegelijk. Je kunt het je niet voorstellen en toch gebeurt het; Raf achter het stuur en Robbie bij het gaspedaal en de rem. Hier smullen kinderen van! Opa is net als de broers lekker koppig. Hij gelooft dat hij de wereld naar zijn hand kan zetten en bouwt een nutteloze toren, die de liefde bezegelt tussen hem en oma.
‘Papa zegt dat je moet leven met wat er is. Mama eigenlijk ook, maar dan strenger. Alleen opa bouwt verder alsof oma binnenkort met hem gaat dansen op de open plek in het bos. Hij gelooft gewoon tegen alles in. Ik vind dat fijn. Het klopt misschien niet. Maar ik vind het toch fijn.’ Schmitz slaagt erin om dichtbij de stem van het kind te blijven en tegelijkertijd een diepere laag bloot te leggen: kinderen kunnen veel meer dan hun ouders denken.
Kortom: een hartverwarmend boek voor jonge lezers. Geschikt om voor te lezen en om zelf te lezen. Door de afwisseling met de sfeervolle illustraties leest het prettig: de hoofdstukken zijn niet te lang en hebben een mooie spanningsopbouw. Een heerlijk boek over twee beste broers die je in je hart sluit!
Dit boek was ook een serieuze kandidaat voor de gouden griffel en van mij had het ook mogen winnen: Droomopa van Dolf Verroen. In rake zinnen vertelt dit boek het verhaal over de opa van Thomas die plotseling doodgaat als hij bij opa en oma logeert. “Dood hoort bij oude mensen” zegt oma. “Ik ben bijna tien, kom op zeg.” Voor alle stoere kinderen die best over de dood kunnen lezen. Want de dood hoort bij het leven.