
“Wanneer we het Nederlandse (jeugd)literaire veld beschouwen, dan valt op dat er weinig verscheidenheid is op het vlak van etnisch-culturele diversiteit. Het merendeel van de Nederlandse jeugdboeken stelt de beleving en ervaring van witte personages centraal, terwijl het perspectief van personages van kleur vaak afwezig is of onderbelicht blijft. De boeken tonen, met andere woorden, slechts een stukje van de werkelijkheid. Dat heeft belangrijke implicaties voor de ontwikkeling van jonge lezers, die voor hun zelf- en wereldbeeld mede afhankelijk zijn van boeken.”
Bron: Jeugdliteratuur door de lens van etnisch-culturele diversiteit. Stichting Lezen, 2020
Al een aantal jaar maak ik me op de pabo hard voor aandacht voor diversiteit en representativiteit in kinderboeken. Ik vind het enorm belangrijk dat pabo-studenten lezen, en dan vooral ook bewust zijn van wát ze lezen en wat ze meenemen naar hun stageklassen.
Als ik praat met studenten over dit onderwerp, komen ze zelf ook vaak met voorbeelden. Ze herkenden zich vroeger niet in kinderboeken, omdat er geen enkel boek was waarin de hoofdpersoon twee moeders had, zoals zij. Of waarin de hoofdpersoon geadopteerd was (en dus het enige kind van kleur in de klas), zoals hij. Of waarin de hoofdpersoon een hoofddoek draagt.
Hoofddoekjes zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij en dus ook niet uit het onderwijs. Moslima’s werken niet alleen op islamitische scholen. En dus is het voorstelbaar dat een kind de juf met hoofddoek vraagt: “Juf, wat voor haar heb je?” Een heerlijk nieuwsgierige en mooie vraag, die tevens de titel is van het mooie prentenboek dat Kamalia Talhaoui en Natascha Stenvert samen maakten.
In dit prentenboek maken we kennis met juf Selma, die de nieuwe juf is van een kleutergroep. Het valt de kinderen direct op dat Selma een hoofddoek draagt. In de huishoek zet Suus en Sophie ook een doek op hun hoofd. In de kring stellen ze die ene vraag die hen zo nieuwsgierig maakt: “Juf… wat voor kleur haar heb je?”
De kinderen fantaseren erop los: goud, met strikjes? Bruin, als chocola? Het haar van de juf is paginagroot getekend en de kinderen figureren erin. Elke keer zegt de juf: nee, zo ziet mijn haar er niet uit. Daan vraagt of juf misschien geen haar heeft, net als hij. De volgende dag belooft juf dat ze haar haar aan de klas laat zien, nadat de ouders zijn vertrokken. Er volgt geen uitleg waarom juf haar haar niet wil laten zien. Maar dat is een mooi onderwerp om over door te praten in de klas. Weten kinderen waarom sommige moslimvrouwen een hoofddoek dragen? Zouden ze het zelf ook willen? Mogen ze kiezen? Op deze manier kun je levensbeschouwing & godsdienst ook verwerken in deze les.
Een waardevol prentenboek dat ik zeker ga laten zien aan mijn pabo-studenten. Verschenen bij uitgeverij Leopold.




