“Wanneer we het Nederlandse (jeugd)literaire veld beschouwen, dan valt op dat er weinig verscheidenheid is op het vlak van etnisch-culturele diversiteit. Het merendeel van de Nederlandse jeugdboeken stelt de beleving en ervaring van witte personages centraal, terwijl het perspectief van personages van kleur vaak afwezig is of onderbelicht blijft. De boeken tonen, met andere woorden, slechts een stukje van de werkelijkheid. Dat heeft belangrijke implicaties voor de ontwikkeling van jonge lezers, die voor hun zelf- en wereldbeeld mede afhankelijk zijn van boeken.”
Bron: Jeugdliteratuur door de lens van etnisch-culturele diversiteit. Stichting Lezen, 2020
Al een aantal jaar maak ik me op de pabo hard voor aandacht voor diversiteit en representativiteit in kinderboeken. Ik vind het enorm belangrijk dat pabo-studenten lezen, en dan vooral ook bewust zijn van wát ze lezen en wat ze meenemen naar hun stageklassen.
Het finaledeel van de Gorgel-trilogie! Jochem Myjer vertelde in de Grote Vriendelijke Podcast dat hij in dit laatste deel nog eens flink wilde uitpakken: hij haalde alle Gorgels uit de wereld naar ‘zijn’ eiland om zich op te maken voor hun grootste uitdaging ooit!
Een voorwerp dat je op straat vindt in een museum hangen? Veel kunstenaars doen het gewoon: en ze krijgen er ook nog geld voor. Is dàt dan kunst? Dit fraai vormgegeven boek wakkert de discussie aan bij kinderen: wat vind jij eigenlijk kunst? Wat vind jij mooi? Wanneer mag je jezelf ‘kunstenaar’ noemen? Is elk kunstwerk geld waard? Wat willen kunstenaars eigenlijk met hun kunst vertellen?
Dit boek verscheen in 2015 en viel me op in een boekwinkeltje een tijd geleden. Het straalde iets uit wat me intrigeerde: een grote boom op de voorkant en een titel die nieuwsgierig maakte. Ik las het dit weekend eindelijk.
Mary Lennox is een buitengewoon onaangenaam personage, verwend tot op het bot en totaal ongeïnteresseerd in de wereld om haar heen. Niet verwonderlijk als je ouders niet naar je omkijken en het de gewoonte is als rijk meisje om haar personeel bevelen te geven. We volgen Mary van haar oude woonplaats in India naar haar nieuwe voogd in Yorkshire; omdat haar ouders geen tijd meer hebben om voor haar te zorgen gaat ze wonen op een prachtig landgoed in een enorm huis. Maar ervan genieten kan ze er niet. Ze is een schriel, bleek kind zonder vlees op de botten en niets lijkt indruk op haar te maken.
Oef, wat een verrassend boek. Zo op het eerste gezicht zou je het niet zeggen: een Barbiehoofd op de voorkant en een weinigzeggende titel, maar dit voelde voor mij echt als een bloedstollende thriller! Het verhaal is weer lekker bizar zoals we dat van Tim Gladdines gewend zijn, maar dit boek bevat ook nog eens enorm veel suspense: de koude rillingen liepen over mijn rug, ik heb er een nachtmerrie over gehad en tijdens het lezen was ik voortdurend bezig met die ene vraag: hoe loopt dit in godsnaam af?
“Het gezin zit om de ronde tafel, ieder in zijn eigen windstreek. Geert op het oosten.”
Het leven van Geert is overzichtelijk en beklemmend. De dagen verlopen volgens een vast patroon, in een typisch jaren ‘80 gezin met gedopte boontjes, de kerk en vader achter zijn krant. Geert is 15 jaar, maar gedraagt zich jonger. Hij heeft geen vrienden, maar wel een rijke verbeelding. Op school wordt hij getreiterd en thuis ook, door zijn vader die losse handjes heeft en al begint te slaan als Geert alleen maar “ja, maar…” zegt.
Op een dag krijgt zijn zus Hilde een Ken-pop voor haar Barbie-verzameling. Het begin van het einde: vanaf dat moment zal Geerts leven nooit meer hetzelfde zijn. De pop begint tegen Geert te praten. Geert is dat wel gewend, hij ‘praat’ ook met andere dingen: zijn fiets, een regenpijp. Maar dit is anders. Ken begint een eigen leven te leiden. Hij duikt op de kamer van Geert, zit plotseling in zijn tas. Zet hem aan tot acties die hij eigenlijk helemaal niet wil. Maar Geert is gevoelig voor de aandacht, hij heeft voor het eerst een ‘vriend’. Maar het loopt zo uit de hand met de stemmen in zijn hoofd dat Geert een tijdje opgenomen moet worden in een psychiatrische kliniek.
“Ken ziet eruit alsof hij rechtstreeks uit de verpakking komt. Misschien is hij inderdaad een soort engel.”
Als hij terugkomt op school is de Ken-pop weg, maar is er een nieuwe jongen in de klas. Hij lijkt sprekend op Ken en blijkt ook nog eens zo te heten. Vanaf dag 1 wil hij de vriend zijn van Geert. Ken lijkt bezeten. Hij beïnvloedt Geert in alles in zijn leven. Het lijkt wel of Geert geen eigen wil meer heeft. De ene na de andere bizarre gebeurtenis volgt elkaar op. Er is geen houden aan. Dit is het moment waarop je tijdens het lezen regelmatig de adem wordt ontnomen. Het is té bizar, maar tegelijkertijd zó levensecht en onontkoombaar. Als een monster dat steeds maar weer in je dromen verschijnt. Ook Geerts vader raakt betrokken bij Ken. De vader-zoonrelatie lijkt te veranderen. Verdwijnt Ken ooit echt uit hun leven?
Vele thema’s worden aangeraakt in dit boek. Ouderschap, opvoeding en grenzen aangeven. Maar vooral ook identiteit, zelfsturing en zelfvertrouwen. Onderwerpen waar vrijwel iedere adolescent mee worstelt. Geert is een kwetsbare jongen, gevoelig voor pesterijen en hij ontwikkelt een binnenwereld die voor hem werkelijkheid is geworden. Geert heeft psychische problemen – stemmen horen, gedicteerd worden, geen eigen wil meer hebben – helaas een ziektebeeld dat soms ook jongeren treft.
Ik heb zoals gezegd een nare nachtmerrie gehad over dit boek. Het verhaal hield me dusdanig bezig dat ik er best lang over heb gedaan om het uit te lezen, ondanks dat het een pageturner is. Maar ik werd er af en toe misselijk, onpasselijk van. Zo dichtbij komen de personages: zelfs Ken, de levende pop zonder vingerafdruk. Dit alles is natuurlijk een dikke vette promo voor dit boek, want het is ook heerlijk om te griezelen. Maar als je daar niet van houdt, ben je gewaarschuwd! Wat mij betreft mogen de boeken van Gladdines vaker op de tiplijstjes van boeken voor jongeren verschijnen. Koning Valentijn vond ik ook steengoed. Zijn boeken verdienen een groot publiek!
‘Denk je dat je iemand kan missen en tegelijk kwaad op hem kan zijn?’
De grote broer van King, Khalid, is overleden en King en zijn ouders zijn in diepe rouw. King gaat op zijn eigen manier om met zijn verdriet. Khalid komt ‘s nachts in zijn dromen bij hem en praat met hem over het leven. Khalid was zijn grote voorbeeld, een optimistische en vrolijke jongen. Er is één ding waar hij echter heel boos over is: Khalid heeft hem gezegd dat hij geen homo mag zijn, iets wat King hem met veel moeite heeft verteld. Zwart zijn én homo is in Amerika (en in veel andere delen van de wereld) helaas vaak een dodelijke combinatie. King is bang om alles te verliezen en om door niemand geaccepteerd te worden. Zwart zijn daar kan hij niks aan doen, maar homo zijn is wie hij is en wat hij wil zijn.
Het gebeurde me weer: vanaf de eerste bladzijde word je het verhaal (en het moeras 😉) ingezogen en laat het je niet meer los. Dat is de kracht van de boeken van Lucy Strange – ze neemt je mee naar een onbekende wereld die ze in geuren en kleuren beschrijft en die helemaal niet lijkt op de onze, of toch wel?
Een boek waarin een overleden meisje, Cornelia, haar verhaal vertelt over het ‘hiernamaals’ op begraafplaats de Lindeheuvel. Zij is daar al sinds 1891 en maakte mee dat er vele nieuwe bewoners kwamen.
Op een dag is daar Olivia. Ze is ongeveer even oud als Cornelia is geworden en Cornelia gelooft dat ze vriendinnen kunnen worden. Olivia worstelt echter met haar plotselinge, te vroege dood. Cornelia wil haar helpen om het te verwerken.
Een ongebruikelijk boek. Een wonderlijk verhaal, je zou denken somber, maar het is toch ook troostend. Als je iemand hebt verloren hoop je misschien hem/haar nog te ‘voelen’, een signaal te krijgen. Het werpt vragen op over wat er is na de dood. Ik vond de schrijfstijl luchtig en het verhaal interessant en ontroerend. Geschikt vanaf 10 jaar ongeveer. Bijzonder boek!
Wat een ontroerend en bijzonder boek. Over de gevoelige puber Nathan, zijn moeder die bijna het hele verhaal afwezig is (en Nathan die niet weet waar ze is) en Gary, zijn stiefvader waarvoor ze gevlucht zijn en die gelukkig Nathan niet kan vinden, maar die wel voortdurend in zijn hoofd spookt.
De angst voor een gewelddadige stiefvader, die niet zit te wachten op een stiefzoon, die zijn vriendin behandelt met minachting en als oud vuil: je voelt het in het hele boek. Het is geen vrolijk verhaal, maar lichtpuntjes zijn er wel, letterlijk: het denkbeeldige vriendje Sam, die Nathan helpt als hij alleen is en onzeker over waar zijn moeder is gebleven.
Ik ben ervan onder de indruk. Ik ga meer van Lisa Thompson lezen. Het vrolijke omslag zet je op het verkeerde been: dit boek zet je aan het denken. Over ouderschap, huiselijk geweld, veiligheid voor kinderen. Lezen, dit boek!