Voorleesboeken, Zelf lezen

Herfst en winter met Kikker & Pad – Arnold Lobel

Kikker en Pad, wie kent ze niet? Nou, een heleboel jongeren en kinderen van nu, en dat is jammer! Arnold Lobel (Verenigde Staten, 1933-1987) schreef zijn eerste verhalen over Kikker en zijn vriend Pad in de jaren ‘60. In 1970 verschenen ze in het Nederlands. Lobel schreef veel verhalen voor beginnende lezers en illustreerde zijn verhalen zelf. Schrijven vond hij moeilijker dan tekenen. Alle verhalen van Kikker en Pad behoren tot de klassieke kinderboeken, maar de dierenverhalen zijn nooit zo bekend geworden als Winnie de Poeh of De wind in de wilgen. De verklaring die vaak wordt gegeven is dat de verhalen zo bescheiden zijn.

Dat zie je ook als je deze nieuwe uitgave met een selectie van verhalen uit Bij Uil thuis en Alle verhalen van Kikker en Pad: rustige kleuren, grote letters en de illustraties hebben een zacht uitstraling en veel ronde vormen. Het boek straalt liefheid en warmte uit. Als je begint te lezen ga je direct houden van Kikker, Pad en Uil: ze zijn zo lief en ontroerend, ze hebben het beste met elkaar en de wereld voor. Kikker en Pad zijn beste vrienden. Kikker is optimistisch en vrolijk, Pad wat humeuriger. Maar ze zijn er altijd voor elkaar, onvoorwaardelijk. Onderstaand citaat is treffend voor hun band:

“De slee maakte een sprong over een berg sneeuw.

‘Zonder jou, Kikker, zou ik de slee niet kunnen sturen,’ zei Pad.

‘Je hebt gelijk, de winter is fijn.’”

Uil woont alleen en heeft het goed met zichzelf: hij huilt tranenthee en laat de winter zijn huis binnen. Hij heeft niemand nodig om gelukkig te zijn.

De verhalen spelen zich allemaal af in de herfst of de winter. Er ligt een dik pak sneeuw en er wordt gesleed. Ik las een aantal ervan voor aan mijn kinderen toen ze 3 of 4 jaar waren. Het is dus alweer even geleden, maar de toon kwam me gelijk weer bekend voor. Die vertrouwdheid zal kinderen ook aanspreken. Verhalen die je keer op keer kunt (voor)lezen en die nooit vervelen.

Ben jij ook nieuwsgierig geworden naar Kikker & Pad? Haal dan deze mooie nieuwe uitgave bij de lokale boekhandel of bibliotheek!

Voorleesboeken, Zelf lezen

De Gorgels en de laatste kans – Jochem Myjer

Het finaledeel van de Gorgel-trilogie! Jochem Myjer vertelde in de Grote Vriendelijke Podcast dat hij in dit laatste deel nog eens flink wilde uitpakken: hij haalde alle Gorgels uit de wereld naar ‘zijn’ eiland om zich op te maken voor hun grootste uitdaging ooit!

Die wereld-Gorgels moeten we wel even leren kennen… In deel 1 waren er alleen nog maar Bobba (de waakgorgel van hoofdpersoon Melle), Belia (de waakgorgel van zijn zusje Limoni) en de wijze Grijze Gorgel. In deel 2 komen daar de Berggorgels bij, die rond de gletsjers in de bergen leven. Maar in dit deel wordt het wat ingewikkelder: met o.a. Grensgorgels, Woestijngorgels en Bosgorgels. De namen en gekke woorden vliegen je om de oren.

“Behoedelazachies!” “Goedemorgelavroegievroegie” “Urgentelaspoediespoedie!”

Gelukkig is er een verklarende woordenlijst voorin en komt er binnenkort een Gorgelencyclopedie! (Daarover later meer)

Melle is zoals we gewend zijn van deel 1 en 2 weer de grote held. Hij wordt door de Gorgels gerespecteerd en gedraagt zich gaandeweg het verhaal zelfs steeds meer als een Gorgel… hij spreekt hun taal, kan zich met de stok verdedigen en leert zelfs om te ‘flitsen’, oftewel razendsnel van de ene naar de andere plek bewegen.

Het probleem waar Melle en zijn kleine vriendjes mee geconfronteerd worden is dit keer grootser en lijkt onoplosbaar. Toch gaan ze de uitdaging aan. Maar of het gaat lukken om de Brutelaars die Gorgels in slaap brengen te bestrijden?

Ik heb weer erg genoten en gelachen tijdens het lezen. Er zitten geweldige taalvondsten in (de Görgels uit het nöörden plaatsen öp elke ö een trema: echt een hilarisch effect). Myjer schrijft ook zo beeldend dat je het echt voor je ziet, bijvoorbeeld het inrichten van het ‘hoofdkwartier’ voor de Gorgels in de camper. Myjer heeft ook veel oog voor de natuur en benoemt veel vogelsoorten en je leert en passant ook meer over de poolcirkel en natuurverschijnselen in het Hoge noorden.

Dit boek leest net als de eerdere delen weer als een trein. Complimenten ook voor de vormgeving en papierkeuze van de uitgever: dit boek oogt zo lekker stevig en robuust daardoor, net als de andere boeken. De illustraties van Rick de Haas zijn weer schitterend en het zijn er ook weer lekker veel, soms paginagroot.

Bij het lezen van het laatste hoofdstuk kreeg ik een brok in mijn keel. Kinderen die 12 jaar worden verliezen hun Gorgel. Hoe moet dat nu met Melle en Limoni?

Ontroerend vond ik het interview dat Bas en Jaap in de GVP hadden met Jochem Myjer. Hij beschouwt de Gorgels als zijn levenswerk. Vroeger was Myjer al groot liefhebber van kinderboeken en nu is hij zelf succesvol schrijver geworden. Hij gaf zelfs toe dat hij schrijven nóg leuker vindt dan op het podium staan.

Helaas is de Gorgel-reeks met dit boek ten einde. Voor Jochem Myjer is het genoeg zo: volgens een theaterwet komt alles in drieën. Maar schrijven is Myjer nog niet zat: we kunnen een nieuw kinderboek van hem verwachten! Gorgel-fans kunnen zich nog wel verheugen op een soort encyclopedie met alle Gorgels en Brutelaars die er op de wereld voorkomen.

In de wereld van Jochem Myjer lijkt alles alleen maar vrolijk en fijn, constateren meerdere interviewers. Dat komt, zegt Myjer, omdat hij graag schrijft over een wereld waarin hij zou willen leven. Ik zou het ook fantastisch vinden als Gorgels echt bestaan. Als er voor ieder kind een wezentje is dat hem of haar beschermt, hoe moeilijk het kind het ook heeft. Die wereld van Jochem Myjer, die is zo gek nog niet.

Voorleesboeken

De mooiste verhalen uit de klassieke muziek – diverse schrijvers en illustratoren

Ik herinner me dat we vroeger cd’s hadden met klassieke muziek en een klein boekje erbij met een verhaal, dat er perfect bij paste. Onze kinderen waren nog kleuters; ja ja, dat is zo’n 10 jaar geleden! We luisterden de cd’s in geleende auto’s, want we hadden zelf nog geen auto. Thuis stopten we ze weer in de cd-speler, want de muziek was zo mooi en de verhalen wilde je wel keer op keer horen. De cd’s hebben we niet meer! Doorgegeven aan neefjes, nichtjes of de kringloopwinkel, ik weet het niet meer.

Hoe anders is de tijd nu. Cd’s zijn uit. Cd-spelers gebruikt bijna niemand meer. Muziek kun je streamen met je mobiel en iedereen heeft wel een Podcast-app. Klassieke muziek van onder andere van Tsjaikovski, Moessogorski en Grieg is tijdloos en zal altijd geluisterd worden. Maar de verhalen, die zullen toch niet verdwijnen onder een laag stof op een plank?

Gelukkig niet! Begin november van dit jaar verscheen bij Gottmer namelijk een indrukwekkende bundeling van 8 bekende verhalen en gedichten bij de mooiste klassieke muziek. Onder andere Doornroosje, De notenkraker, Assepoester en Peer Gynt werden bewerkt door een kinderboekenschrijver (bijv Marjolijn Hof, Bette Westera en Marjet Huiberts) en ook nog geïllustreerd door grote namen: o.a. Charlotte Dematons, Philip Hopman en (oh, wat verdrietig dat hij er niet meer is) Sieb Posthuma.

En je kunt, terwijl je de tekst leest, de muziek luisteren middels het scannen van de QR-code in het boek (die doorlinkt naar een Spotify playlist: klik hier voor de link). En dat is enorm aan te raden! Het maakt het tot een totale ervaring met beeld, tekst en geluid. De verhalen of gedichten worden ook nog eens voorgelezen, dus het is ook uitermate geschikt om in de klas in te zetten. Natuurlijk ook bij het schoolvak muziek.

Op de playlist van Spotify staan trouwens nog wat andere sprookjes met andere tekst, die niet in het boek staat. Bijvoorbeeld bij Peter en de wolf. De versie in het boek is geschikt voor jongere kinderen, maar het hoorspel met de prachtige zware stem van Paul Haenen is moderner gemaakt en heel geschikt voor de bovenbouw. Ook De vuurvogel, Romeo & Julia en Een midzomernachtdroom staan niet in dit boek.

Iedereen heeft vast een eigen favoriet. Ik vind de muziek van De notenkraker zo mooi. En hoe heerlijk om je op de kersttijd te verheugen met dit verhaal!

Verschenen bij uitgeverij Gottmer. Wat een schitterend cadeau voor jezelf, voor je klas of voor iemand van wie je houdt!

Voorleesboeken

Hoe ging dat ook alweer?

Heidi Jaspers & Henk van der Gugten

Bij Pelckmans verscheen in 2021 deel 1 van Hoe ging dat ook alweer? 10 sprookjes net dat beetje anders. Een lekker groot formaat voorleesboek met paginagrote tekeningen en verhalen geschreven op rijm. Onlangs verscheen het tweede deel in de serie: dit keer met verhalen over spreekwoorden. Het concept is hetzelfde: verhalen van ongeveer 3 tot 8 bladzijden op rijm (steeds in rijmschema abab) en geïnspireerd op een bestaand spreekwoord.

Verwacht geen etymologische uitleg van de spreekwoorden: de verhalen zijn gebaseerd op het letterlijke ‘beeld’ dat het spreekwoord schetst, niet de figuurlijke betekenis. Daar moest ik eerst even aan wennen: ik vond het jammer, want het is ook nuttig om kinderen uit te leggen wanneer je een spreekwoord/uitdrukking zoals ‘nu komt de aap uit de mouw’ kunt gebruiken in een zin.

Maar eenmaal daaraan gewend moest ik erg lachen om de associaties die de auteurs hebben gemaakt met de spreekwoorden. De rijmende verhalen zitten vol humor en grappige vondsten. Als je een verhaal voorleest kun je als volwassene natuurlijk wel nog iets meer vertellen over het spreekwoord. Het ene spreekwoord leent zich daar beter voor dan het andere. Bijvoorbeeld ‘met lange tanden eten’ is echt grappig als je je dat voorstelt en de tekening van het meisje dat niets lust is hilarisch.

Het taalgebruik is op sommige plaatsen best wel pittig. Zo worden er ook in de verhalen nog meer uitdrukkingen gebruikt zoals ‘gedane zaken nemen geen keer’ en ‘het hazenpad kiezen’. Maar ik vind dat in het kader van rijke taal prachtig: hiervan leren kinderen meer woorden en ook uitdrukkingen, mits de voorlezer er zo nu en dan bij stilstaat.

‘Hoho,’ zei Roodkapje, ‘dit gaat me wat snel.

Geef me maar eerst een minuutje.

Wat ik wil weten, ben jij nou wel

een betrouwbaar individuutje?’

Belangrijk om op te merken is dat spreekwoorden en uitdrukkingen voor kinderen met autisme erg ingewikkeld zijn. Zij nemen vaak alles letterlijk wat er gezegd wordt en raken dus in de war van een aap die in een mouw zou kunnen zitten, want waar is die dan? Voor deze kinderen zijn deze verhalen wellicht te moeilijk. Maar kijk naar je kind(eren) en schat in of ze het aankunnen. Onderschat ze vooral niet! Voor kinderen vanaf 5 jaar is de aanbevolen leeftijd.

Het boek met sprookjes kan al aan jongere kinderen voorgelezen worden. Ook in deze verhalen veel humor en inclusiviteit: de prins en de (mannelijke) kok die verliefd op elkaar worden, en mensen met verschillende huidskleuren.

Kortom: heerlijke voorleesboeken om mee te nemen naar je klas in groep 1 t/m 4. Tip: lees het verhaal dat je wilt voorlezen eerst helemaal voor jezelf. Liefst hardop, om te oefenen met de rijm en intonatie. Zijn er lastige zinnen of woorden die je uit moet leggen? Schrijf die voor jezelf even op. Zo ben je goed voorbereid, oftewel ‘kom je goed beslagen ten ijs’!

Voorleesboeken, Zelf lezen

De geheime tuin – Frances Hodgson Burnett

Vertaald door Imme Dros (luxe editie, Leopold)

Mary Lennox is een buitengewoon onaangenaam personage, verwend tot op het bot en totaal ongeïnteresseerd in de wereld om haar heen. Niet verwonderlijk als je ouders niet naar je omkijken en het de gewoonte is als rijk meisje om haar personeel bevelen te geven. We volgen Mary van haar oude woonplaats in India naar haar nieuwe voogd in Yorkshire; omdat haar ouders geen tijd meer hebben om voor haar te zorgen gaat ze wonen op een prachtig landgoed in een enorm huis. Maar ervan genieten kan ze er niet. Ze is een schriel, bleek kind zonder vlees op de botten en niets lijkt indruk op haar te maken.

Tot zover Mary. Er verschijnt namelijk nog een onaangenaam personage ten tonele, Colin – de zoon van de voogd – die verborgen moet blijven. Colin is ernstig ziek en ligt dag en nacht in bed. Mary ontdekt op een dag toch dat hij bestaat en vanaf dat moment veranderen de levens van beide kinderen. De geheime tuin speelt daar een grote rol in. De natuur wordt bezongen dat het een lieve lust is; uitgebreide beschrijvingen van de natuur, de vogels, de insecten en de manier waarop de tuin ontwaakt in het voorjaar vullen vele pagina’s.

De voogd van Mary heeft een groot verdriet in zijn leven meegemaakt en ‘verwerkt’ dit door zijn zoon te verstoppen en te negeren. Het is intens verdrietig, maar blijkbaar voor begin 1900 geen heel vreemde beslissing. In het nawoord lezen we dat Burnett in dit verhaal – dat oorspronkelijk voor volwassenen bedoeld was – met dit boek kritiek levert op de manier waarop artsen omgingen met ernstig zieke kinderen. Het was de gewoonte om kinderen veel bedrust voor te schrijven, terwijl buitenlucht wonderen kan doen voor je gezondheid. Ook levert Burnett kritiek op de standenmaatschappij, de gouvernantes en de kamermeisjes die alles moeten doen wat hun meester(es) hen vraagt. Gelukkig zijn hier de afgelopen eeuw dingen ten goede in veranderd.

De leeservaring was fantastisch, omdat het verhaal zo slim en gelaagd geconstrueerd is en goed in elkaar zit. De onaangename personages hebben een belangrijke functie in het verhaal en hun transformatie speelt een belangrijke rol in de boodschap die Burnett wil overbrengen. Ze noemt het ‘magie’: het geloven in het goede, het optimisme, de positieve gedachten die zorgen dat je je goed gaat voelen. En in de natuur zijn helpt daarbij. Het zorgen voor een tuin en je bewust zijn van de seizoenen, het bodemleven, vogels die nestelen; kortom je realiseren dat je als mens niet alleen bent op deze wereld en dat je voor je omgeving moet zorgen.

Ik ben zeker niet de eerste die deze klassieker eindelijk las maar zeker ook niet de laatste: Leopold bracht onlangs een prachtige luxe editie uit van het boek met goud op snee, een luxe cover met gouden letters en geïllustreerde pagina’s door Linde Faas. Ondanks dat het meer dan 110 jaar oud is, is het totaal niet verouderd of uit de tijd. Een tijdloos verhaal. De aanbeveling van Tonke Dragt is niet voor niks:

‘Verrukkelijk boek – mijn lievelingsboek. De geheime tuin heeft alles: het is geheimzinnig, spannend en betoverend mooi! Een boek dat ieder kind gelezen moet hebben.’

Voorleesboeken, Zelf lezen

Sindbad de Zeeman – Tiny Fisscher

“Hoe vaak moet je jezelf bewijzen dat je een knappe kerel bent? dacht ik. Hoeveel rijkdom moet je nog willen vergaren als je meer dan genoeg hébt? En hoe vaak kan een mens gered worden, zou daar ook een grens aan zitten?”

Dit citaat zegt voor mij alles over deze heerlijke hervertelling van Sindbad de Zeeman. Iedereen heeft vast weleens gehoord van Sindbad uit Bagdad, maar: wie was hij nou eigenlijk? De zeven verhalen in dit boek komen uit Sprookjes van 1001 nacht: sprookjes die oorspronkelijk bedoeld waren voor volwassenen.

Maar nu kan iedereen van de verhalen smullen! Sindbad is een interessant en grappig personage: zeven keer onderneemt hij een risicovolle reis waar hij ternauwernood aan de dood ontsnapt. Gaandeweg het boek moet je er steeds vaker om gniffelen: al neemt Sindbad zich steeds voor om nu toch echt in Bagdad te blijven: het avontuur, het koopmanschap en de zee blijven hem roepen. Maar hoe lang kan het goed gaan, hoe lang is Allah hem genadig? In elk geval tot en met de zevende reis, want die kan hij nog navertellen.

Het reizen en de hang naar avontuur hebben in eerste instantie te maken met je inlossen van een schuld tegenover zijn vader. Hij leefde er lange tijd op los en maakte al zijn geld op. Plots besloot hij dat hij het anders wilde doen: hij wilde zelf rijk worden en avonturen beleven.

De boodschap die in alle sprookjes centraal staat is dus ook: maak wat van je leven, wees vriendelijk en gul en geef om je medemens. Als je dat doet zal je steeds weer overleven. Opgesloten worden in een grot vol lijken, door een reuzenvogel gepakt worden of bijna opgegeten worden door een cycloop: het is een waar wonder dat Sindbad steeds weer ontkomt. De toehoorders van Sindbad vragen zich dan ook af:

“…zou dit nu allemaal echt gebeurd zijn, of heeft Sindbad de Zeeman een te grote fantasie?”

We zullen het nooit weten. Sprookjes zonder fantasie zijn geen leuke sprookjes immers.

Naast de inhoud van dit boek is het ook weer een lust voor het oog. Volt kinderboeken heeft inmiddels een behoorlijke lijst klassiekers uitgegeven, die stuk voor stuk aanraders zijn: Oliver Twist en Reis om de wereld in 80 dagen (ook door Tiny Fisscher), Sneeuwwit en Jungleboek (door Daan Remmerts de Vries). Vele bekende illustratoren werden betrokken bij de projecten, maar voor dit boek werden maar liefst zeven (!) illustratoren gevraagd om een ‘reis’ te illustreren: Linde Faas, Sophie Pluim, Pyhai, Jeska Verstegen, Juliette de Wit, Daan Remmerts de Vries en Thé Tjong Khing. Het effect is dat iedere reis een uniek karakter krijgt.

Het boek is in eenvoudige taal geschreven en daardoor al geschikt vanaf ongeveer 8 jaar. Ideaal ook als voorleesboek: de verhalen zijn niet te lang en niet te kort. Leuke schrijfopdracht om te geven: bedenk een 8e reis van Sindbad waarin hij weer helemaal in de problemen komt (en het overleeft).

Verschenen bij Volt kinderboeken, nu in de winkel en online te koop. Koop bij je lokale boekhandel of haal hem bij de bibliotheek.

Voorleesboeken, Zelf lezen

Sneeuwwit – Daan Remmerts de Vries

Illustraties Mark Janssen

“‘Er is iets veranderd bij me, geloof ik. Vroeger had ik onmiddellijk “ja” geroepen. Maar tijdens die lange slaap heb ik nagedacht. Over mezelf. Over dat ik eens wat steviger en zelfstandiger zou moeten zijn. Dat ik ook voor mezelf moet kunnen zorgen… En weten jullie van wie ik dat heb geleerd? Van jullie!’”

Sneeuwwit is het verhaal van Sneeuwwitje. Sneeuwwit is de naam die veel beter bij haar past. Geen lief, volgzaam meisje, maar een zelfbewuste vrouw die haar eigen keuzes maakt.

Daan Remmerts de Vries maakte van het sprookje dat we allemaal kennen iets bijzonders. Een bewerking waarin je het origineel herkent, maar waar hij humor, magie en hedendaagse thema’s subtiel aan toevoegde. Waarin de dwergen, de boze koningin en de prins die haar komt redden allemaal radertjes zijn die iets in werking stellen bij Sneeuwwitje: ze maken van haar de vrouw die ze wil zijn.

Het sprookje kent echt iedereen, dat durf ik wel te stellen. Ook de Disney-film hebben veel mensen wel gezien: hierin is Sneeuwwitje een schattig en kwetsbaar prinsesje dat kan praten met de dieren. Als ze verdwaalt in het bos nadat de jager haar heeft weggejaagd, komen alle vogeltjes en eekhoorns bij haar zitten in een überzoete scène. Zo niet in de bewerking van Remmerts de Vries. Hij maakt er een realistischer setting van en dat toverde een glimlach op mijn gezicht:

“‘Kom dan!’ riep ze.

Natuurlijk gebeurde dat niet. Ze mocht dan dol op dieren zijn, ze kwamen nooit zomaar naar haar toe.

‘Kom nou maar,’ zei ze nog een keer, zonder veel hoop.

De eekhoorn staarde in haar richting. Hij nam een aanloopje en schoot omhoog in een boom. Daar ging hij weer zitten gluren.”

Tijdens het lezen, wat heerlijk is omdat het vlot geschreven is en begeleid wordt door schitterende paginavullende illustraties van Mark Janssen, moest ik regelmatig lachen om de oplossingen die de schrijver heeft bedacht om het verhaal net een andere twist te geven. Het wijkt niet enorm af, maar past goed in het geheel. Ondanks de sprookjesachtige tijdloze setting heeft het verhaal nu meer zeggingskracht gekregen lijkt het. Vooral omdat Sneeuwwitje meer een mens van vlees en bloed is geworden.

Deze bewerking is dus weer heel geslaagd naar mijn mening. Ook Het Jungleboek van het duo Remmerts de Vries en Janssen vond ik goed, maar dit nog net iets beter. De vormgeving door Volt uitgevers is ook weer zó goed gedaan: zie de linnen kaft met glitter als je de wikkel van het boek af haalt. Een echte verrassing. Ik denk dat je veel kinderen vanaf een jaar of 8 heel blij maakt met dit boek. Het is niet te eng of gruwelijk zoals het oorspronkelijke sprookje. Om voor te lezen vanaf 8, zelf lezen vanaf 9 jaar.

Meer info of het boek bestellen? Kijk op de website van uitgeverij Volt

Voorleesboeken

De jongen die graag katten tekende – Michael de Cock, illustraties door Fatinha Ramos

Een mysterieuze tekening op de voorkant het boek trekt je aandacht. Wat is het eigenlijk? Zijn het abstracte katten, die ook in de titel staan? Of is het een soort gezichtsbedrog? Deze sensatie van verder kijken dan je neus lang is en accepteren dat je niet alles in de wereld kunt begrijpen, is direct ook het thema van deze bijzondere verhalenbundel.

“Vijf verhalen die van heinde en verre komen aangewaaid” staat op de achterkant van het boek. Welk heinde en hoe ver, daar komen we niet achter in het boek. Er is geen voor- of nawoord waarin de oorsprong van de verhalen (of heeft De Cock ze helemaal zelf bedacht?) worden vermeld. Na even zoeken op beleven.org, de website met ontelbaar veel volksverhalen en informatie over wereldfeesten, ontdek ik dat een aantal verhalen uit Japan komen. Ik begrijp wel dat de verhalen eeuwenoud en daardoor rechtenvrij zijn, maar had het toch mooi gevonden als de schrijver zijn bron had vermeld en liefst ook nog had uitgelegd waarom hij deze verhalen heeft gekozen en bewerkt.

Maar dan de verhalen, het zijn er vijf en ze zijn allemaal zo anders; maar allemaal inspirerend, dromerig en ze zetten je aan het denken. Voor mij gaan ze, zoals eerder gezegd, over het mysterie van het leven, de schoonheid, dat wat de moeite waard is, je bestemming. Een van de mooiste zinnen staat in het verhaal over kunstenaar Koji die schilderijen maakt die tot leven lijken te komen:

“‘De schoonheid moet je willen zien, mijn keizer’, zei Koji toen. ‘Ze is niet in de wereld, maar schuilt in de blik van wie haar aanschouwt.’”

Er gebeuren dingen in de verhalen die eigenlijk niet kunnen, maar die wel zóuden kunnen of waarvan je hoopt dat ze ooit gebeuren. Het eerste verhaal over de jongen die graag katten tekende eindigt behoorlijk bloederig. Dat had ik niet aan zien komen. Ook het taalgebruik is poëtisch en soms abstract. Het is daardoor niet geschikt voor jonge kinderen. Vanaf 10/11 jaar (groep 7) is het goed te doen. En juist ook als voorleesboek naast het bed of in de klas, om over na te praten en te fantaseren wat de betekenis is van het verhaal voor je eigen leven.

Want dat is wat volksverhalen doen: ze worden van generatie op generatie doorgegeven en vertellen een boodschap, een wijsheid, bevatten een waarschuwing of een voorspelling. In deze vijf gekozen verhalen speelt zorgen voor de natuur een belangrijke rol. Bijvoorbeeld in Het geschenk van de mussen waarin kwajongens een mus beschadigen. De man die de mus redt, krijgt een zaadje van een pompoenplant die welig groeit en in de pompoenen zit zoveel rijst dat je er een jaar van kunt eten.

Michael de Cock is een veelzijdig schrijver, die je wel kunt typeren als iemand die diversiteit in zijn werk belangrijk vindt. Hij kijkt over grenzen, zijn boeken gaan over mensen uit alle delen van de wereld en dan vooral over wat ons verbindt, niet wat ons anders maakt. ‘Hoe oma almaar kleiner werd’, zijn eerste kinderboek bij Querido Kinderboeken, won in 2010 een Zilveren Griffel. Hij schreef vier boeken over Rosie en Moussa, twee kinderen in de grote stad. Hij bewerkte ook Griekse mythen in het boek De val van de goden en Veldslag om een hart.

De illustraties van Fatinha Ramos in De jongen die graag katten tekende zijn bijzonder te noemen. Ze passen goed bij de sfeer van de verhalen, maar ik kan me voorstellen dat ze kinderen niet echt zullen aanspreken. Concluderend zou ik ook zeggen dat dit niet een typisch kinderboek is. Het is voor iedereen, van jong tot oud, om van te genieten. Of het ook bij jou past, kun je pas ontdekken als je erin begint te lezen.

Voorleesboeken, Zelf lezen

De jongen en de papegaaiduiker – Michael Morpurgo & Benji Davis

Wat een schitterend levensverhaal: van Allen Williams en de man die zijn leven redde, de vuurtorenwachter die later Papegaaiduikerman werd genoemd.

Allen heeft als kind geen makkelijk leven. Zijn vader overlijdt als hij jong is en zijn moeder is vaak ziek. Hij heeft een vreselijke kinderjuffrouw en moet op een dag naar een kostschool, waar hij erg eenzaam is.

Maar hij denkt steeds terug aan het moment dat hij gered werd op zee door de vuurtorenwachter, Benjamin Postlethwaite, op een klein eilandje bij de kust van Engeland. Hij en zijn moeder werden door hem opgevangen en omdat hij de schilderijen zo mooi vond die aan de muur hangen, kreeg hij van de Benjamin een schilderij van een schip, een viermaster.

Allen vergeet de vuurtorenwachter niet. En op een dag gaat hij terug naar het eiland. Daar is net een papegaaiduiker gestrand als hij aankomt, en samen met Ben lapt hij hem op. Ze worden goede vrienden met z’n drieën. Totdat de Tweede Wereldoorlog uitbreekt.

Het is zo’n troostrijk en steengoed geschreven verhaal. Het leest snel en de zinnen zijn kort, maar de sfeer is waanzinnig: klassiek, ouderwets, puur. Michael Morpurgo is een echte verteller. En de tekeningen van Benji Davis (bekend van oa De kleine walvis en Het eiland van opa) zijn fantastisch. Lekker groot, grof opgezet en in felle kleuren. Een gouden combinatie.

Voor lezers vanaf 8 jaar al heel goed te doen. Maar wat een heerlijk boek is dit ook om voor te lezen. Juist in deze donkere periode is zo’n tijdloos verhaal zo fijn.

Ik moest natuurlijk denken aan de papegaaiduikers die een tijdje geleden aanspoelden op onze Waddeneilanden. Het zijn zulke bijzondere vogels. Achterin het boek staan weetjes over het dier. Wist jij dat 60% van de populatie in IJsland voorkomt?

Prentenboeken, Voorleesboeken

Klaas de kat en het raadsel van Sinterklaas

Anouk Overman, Barend Last & Géwout Esselink

Wat een origineel nieuw prentenboek is er verschenen bij De Vier Windstreken over het Sinterklaasfeest: dit keer verteld vanuit het perspectief van Klaas, de kat van Mila en Max.

Het is een origineel maar ook slim vertelstandpunt, want jonge kinderen komen samen met Klaas veel te weten over alle tradities van Sinterklaas: je schoen zetten, een wortel en water bij de schoorsteen, liedjes zingen, speculaasjes bakken én: cadeautjes krijgen.

Op een morgen zijn Mila en Max verkleed in vrolijke (verkleed)kleren, Klaas de kat wordt lekker geknuffeld. Als ze weer terugkomen van school zetten ze hun schoen bij de open haard. Klaas vindt het maar gek, en het wordt nog gekker, want Max en Mila hebben steeds minder aandacht voor Klaas. Als katten te weinig aandacht krijgen, gaan ze gekke dingen doen (dat herken ik zeker hier in huis met onze twee katten!) zoals in de gordijnen klimmen en bovenop je toetsenbord zitten.

Klaas ligt ‘s nachts lekker te slapen, hij heeft niets in de gaten, maar tijdens het voorlezen kun je de kleuters mooi laten aanwijzen waar Klaas had kunnen kijken om te weten wie er pepernoten en een cadeautje in hun schoentjes stoppen. (“Kijk! Daar klimmen de pieten op het dak!!”) De grote platen bieden veel ruimte voor interactie tijdens het voorlezen, er is veel op te zien.

Niet voor niets verscheen dit boek in samenwerking met de Voorleeshoek. Op devoorleeshoek.nl vind je “een plezierig, rustig en veilig hoekje op het internet, waar kinderen van 0-10 jaar voorleesfilmpjes bekijken op tablet, smartphone of computer. Om even heerlijk weg te dromen, plezier te beleven en tegelijkertijd spelenderwijs met taal in aanraking te komen. De filmpjes zijn combinaties van spannende verhalen, leuke prenten en mooie muziek.” Twee voorlezers van de website, Barend Last en Anouk Overman, schreven samen de tekst van dit boek. De illustraties van Géwout Esselink hebben precies die fijne decembersfeer: kleurige maar ook stemmige bladzijden en veel leuke details.

Kortom, een geslaagd prentenboek. Het ideale voorleesboek ter voorbereiding op 5 december. Hopelijk zal het veel voorgelezen worden thuis en op school en leren de kinderen samen met Klaas de kat meer over de tradities rond het Sinterklaasfeest.

Kijk hier naar het filmpje van De voorleeshoek van Klaas de kat. Bestel het boek hier.