Zelf lezen

Het kleine heelal – Annejan Mieras

Wat kan ik toch genieten van schrijvers die hun verhaal zó construeren dat alles klopt. Ondanks dat het misschien een verhaal is dat je een beetje triest maakt, word je ook blij van elke zin die je leest.

Annejan Mieras kende ik van haar vorige boek Homme en het noodgeval, dat indruk maakte omdat ze er op een bijzondere manier gedichten van Wslawa Szymborska in verwerkte. Ook in dat boek dansten de mooie zinnen over de bladzijden.

Bij Annejan Mieras doen de details ertoe, ze vertellen een eigen verhaal. Zoals in haar nieuwste boek Het kleine heelal een bedompte caravan, een ‘beter-doen-schrift’ en een gestolen rol Fruittella. Voor Raaf is het allemaal bittere ernst. Want van het ene op het andere moment woont ze niet meer in haar eigen huis, maar op een verlaten camping waar niemand is behalve de beheerder en zijn zoon. Haar moeder is veel weg, en als ze er is vertelt ze weinig tot niets over waarom en hoe lang, maar vooral vertelt ze niets over waar haar vader is. Die heeft ‘oponthoud’, en wat dat betekent daar mag Raaf naar gissen.

Het maakt haar moedeloos, rusteloos, hol van binnen, ze weet niet wat ze moet. Tot overmaat van ramp is ze ook nog een week geschorst van school omdat ze iets onhandigs deed in de klas. En zo is ze hele dagen alleen, in die caravan op een verlaten camping.

Wat het met een kind doet als het niets weet, maar wel van alles vermoedt, daarover gaat dit boek. De spanning wordt waanzinnig goed opgebouwd, want wat er nu aan de hand is met haar vader, daar krijg je pas op het einde antwoord op.

Raaf is een enorm intrigerend meisje dat je echt leert kennen. Ze worstelt zich door de dagen, weet zich geen houding te geven als ze de jongen van de campingwinkel ontmoet. Ze doet lomp, maar achtervolgt hem wel naar zijn geheime plek in het bos waar hij naar het heelal kijkt. Het heelal heeft heel veel dubbele betekenissen in het boek, dat is zo mooi gedaan.

“Missen is steeds weer afscheid nemen. Steeds weer verdwalen in je hoofd. Ik wist niet dat ik zó ver kon denken. (…) Missen is een soort heelal van binnen.”

En Annejan Mieras verwerkt ook in dit boek weer andere literatuur, het prachtige boek Het mysterie van niks en oneindig veel snot van Jan Paul Schutten. Mieras, die ook nog juf is, is duidelijk een echte leesbevorderaar en liefhebber van (jeugd)literatuur. Lang leve lezen!

Meer horen over de schrijver en dit boek? Luister de Grote Vriendelijke Podcast waarin ze te gast is!

Informatief

Het geweldige Grote Mensen boek – Julie de Graaf & Wendy Panders

“Wist je dat er voor Grote Mensen allerlei boeken bestaan over hoe ze met jou, een kind, moeten omgaan? Echt waar! (…) En ondertussen moet jij zelf maar uitzoeken jij met Grote Mensen moet omgaan. Nou, mooi niet: dit boek is voor jou!”

Een beetje beschaamd sla ik de bladzijde om. Dit boek is helemaal niet voor mij. Dat is me al op de eerste pagina verteld: dit boek is niet voor Grote Mensen. Toch wil ik graag weten wat er dan te vertellen is over ons, die zogenaamde Grote Mens. Van kinderen weet ik veel: ik heb drie pedagogische opleidingen gedaan en zelf twee kinderen opgevoed. Maar wat weet ik over volwassenen door de ogen van kinderen? Weinig, merk ik.

Toen wij een baby kregen, las ik ‘Oei ik groei’, een boek over de ontwikkeling van baby’s. Want mijn man en ik snapten er niks van als onze baby weer lag te huilen terwijl ze een schone luier en een vol buikje had. Wat kon er aan de hand zijn? Hadden wij iets niet goed gedaan? Een speentje? Zacht dekentje? Nog meer knuffels in het bed? Het licht uit, of juist aan? Je doet maar wat, als kersverse ouders.

Maar die kinderen dan, hebben die enig idee hoe ze met hun ouders of andere volwassenen om moeten gaan? Natuurlijk niet, ze snappen er niks van. Oké, ze zorgen voor eten in huis, een warm bedje en een televisie met afstandsbediening. Maar waarom mogen ze niet de hele dag snoep eten? Of tv kijken in bed? Waarom worden volwassenen soms zomaar opeens boos, terwijl je niks fout hebt gedaan?

Julie de Graaf vond het toch tijd worden voor een boek voor kinderen over Grote Mensen. Het werd een kloek boek van meer dan 200 bladzijden. Blijkbaar is er veel over ‘onze soort’ te vertellen.

Ik heb dus de regel overtreden dat het boek niet voor volwassenen is en ben begonnen met lezen, tegen beter weten in. En ik ben enorm geschrokken. Wat een saaie wezens zijn we! Zo serieus, zo streng! Spelen doen we niet meer, we maken ons druk om stomme dingen en houden helemaal geen rekening met wat kinderen eigenlijk willen. Laat opblijven bijvoorbeeld, en de hele dag in je pyjama blijven. Maar ook op vakantie naar een plek waar veel andere kinderen zijn, of naar een pretpark. Lekkere dingen eten, en niet dingen eten omdat ze gezond zijn (en ja, gezonde dingen kunnen heus ook lekker zijn).

De toon van het boek is heerlijk: totaal vanuit het perspectief van het kind. Met verwondering kijkt Julie de Graaf naar dingen als diëten, ontharen, alcohol, vage beroepen zoals Office manager, geld uitgeven en burn out. Het is informatief en tegelijk grappig. Want veel dingen zullen kinderen herkennen, maar nooit eerder kregen ze zoveel steun vanuit hun kant. Kinderen moeten meestal rekening houden met de volwassen in plaats van andersom.

Door dit boek kunnen kinderen zich ook wat beter verplaatsen in de Grote Mens. Want je kunt maar beter medelijden met ze hebben. Het is ook zwaar om zo groot te zijn en zoveel verantwoordelijkheid te hebben. De boodschap is dan ook: blijf zolang mogelijk weg bij de volwassenheid! Blijf je hele leven kind, blijf spelen en blijf nieuwsgierig. Ook als je zelf kinderen krijgt: behandel ze zoals je zelf behandeld wilde worden. Want Groot Mens zijn is eigenlijk helemaal niet zo leuk…

Zelf lezen

Julia en de haai – Kiran Millwood Hargrave

Kiran Millwood Hargrave & Tom de Freston, vertaling Maria Postema

Dit boek is overweldigend. Het is een unieke leeservaring en nadat ik het las, bleef het nog een tijd in mijn hoofd rondspoken. Dit boek won in Engeland de Waterstone Children’s Gift of the Year.

Julia vertrekt met haar ouders in de zomervakantie naar een klein eilandje boven Schotland. Haar moeder is mariene bioloog en doet onderzoek naar Groenlandse haaien. Ze heeft de subsidies nog niet rond, maar heeft alle vertrouwen dat het wel goed komt: dat geld om haar onderzoek te financieren komt er wel. De kapitein op het schip waarmee ze de zee op gaat heeft er weinig vertrouwen in. Na twee weken heeft ze nog geen haai gezien. Ze krijgt de ene na de andere tegenslag te verwerken.

Julia en haar vader proberen ondertussen te wennen aan wonen in een vuurtoren. Julia maakt een vriend, Kin, maar de vriendschap kent ups en downs. Net als de buien van haar moeder. Ze is soms opeens heel blij, maar ook opeens heel boos of down. Als bioloog maakt ze zich zorgen over het milieu en de klimaatverandering. Ze voelt zich machteloos en tegelijk strijdbaar. Julia houdt van haar moeder maar weet zich geen raad: hoe moet ze nu contact krijgen met haar, hoe kan ze haar helpen?

De haai en de zwermen vogels die je op de voorkant ziet, komen letterlijk en figuurlijk voor in het verhaal, net als de vele feitjes over dieren en de zee. Julia schrijft alle weetjes op in haar gele boekje. Het geeft haar houvast. Maar in haar dromen heeft ze geen houvast. Ze droomt over de haaien die haar kamer binnenzwemmen. Er staat iets te gebeuren, maar wat?

“De muren bewogen. Ze golfden en bonsden en schimmel schoot langs de muren omhoog tot het donker werd, zo donker als de zee. De haai roerde zich, reusachtig, traag, onverbiddelijk. De houten vloer kraakte toen hij er met zijn volle gewicht tegenaan duwde tot de planken versplinterden en het hele bed werd opgetild en de vuurtoren werd losgescheurd terwijl de haai bovenkwam en ons allemaal naar zee sleurde.”

Thema’s die aan de orde komen zijn de klimaatverandering, pesten en psychische problemen. Zoals gezegd best veel voor één verhaal. Maar het past zo wonderwel in elkaar. Het moet zo zijn, het is zo slim en gevoelig geconstrueerd en de boodschap komt daardoor echt binnen.

Het is echt een bijzondere leeservaring, ook omdat de vormgeving werkelijk schitterend is. Het zwart-wit en geel spat van de bladzijden en de illustraties zijn soms over een hele spread uitgesmeerd. Bepaalde passages zijn in een ander lettertype opgemaakt of in de vorm van een haai op de pagina gezet.

Kortom: een aanrader dit boek, maar houd er rekening mee dat de thema’s best heftig zijn en vragen kunnen oproepen bij kinderen. Lees het boek dus vooral zelf voordat je het boek aan je kind(eren) geeft. Koop het boek hier. Veel leesplezier!

Young adult

KID – Jelmer Soes

Wat een indrukwekkend boek! Het begint met het moment waarop Sam, de hoofdpersoon, hoort dat zijn vader niet zijn biologische vader is, een moment waarop zijn leven op zijn kop staat. Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Waarom vertelden mijn ouders dit niet eerder? Allemaal vragen waar Sam en zijn (half!)broer Kai antwoord op zoeken.

Jelmer Soes schreef een boek gebaseerd op zijn eigen ervaringen. Het resultaat is een ontroerend maar vooral meeslepend verhaal over identiteit, relaties, (broeder)liefde en ingewikkelde DNA-structuren en websites met stambomen. Steengoed geschreven en actueel. Een inkijkje in het leven van veel donorkinderen en hun ouders, die worstelen met regelgeving en het recht op anonimiteit. Door dit boek realiseer je je dat het niet voor iedereen vanzelfsprekend is om je biologische vader en moeder te kennen.

Zelf lezen

De meestervervalser – Annemarie Jongbloed

Bron schilderij achtergrond: Cool als een dure klapstoel – Herman Brood

Ik las een tijdje geleden het boek De schoen van tien miljoen: een verzameling verhalen over armoede in Nederland, uitgegeven door Rose Stories. Het nieuwste boek van Annemarie Jongbloed, bekend van haar vorige boek Sleutels, past qua thematiek heel goed bij deze verhalenbundel. Ik ben er blij mee dat er over dit onderwerp steeds meer geschreven wordt en dat het geen taboe meer is om over armoede en geldproblemen te praten met kinderen. Het hoort gewoon bij het dagelijks leven van heel veel kinderen in Nederland.

In De meestervervalser leven we mee met hoofdpersoon Bilal, die het op zijn zachtst gezegd niet breed heeft thuis. Zijn moeder bleef alleen achter met haar zoon en kleine baby nadat hun vader naar het buitenland vertrok. Toen ze er alleen voor stond, lukte het niet meer om haar kappersopleiding af te maken en verdient ze te weinig met haar baantje. Een scenario dat veel mensen treft. Van de ene op de andere dag kun je niet meer je boodschappen betalen. Zijn gewone dingen zoals een ontbijt of nieuwe schoenen niet meer vanzelfsprekend.

Bilal moet erg vaak op zijn kleine zusje passen, omdat zijn moeder in het café moet werken. Haar baas en huisbaas, door Bilal Gekke Gerrit genoemd, is onbetrouwbaar. Hij lijkt veel macht te hebben, Bilals moeder is ook een beetje bang voor hem.

Plotseling krijgt Gekke Gerrit interesse in Bilal, want hij kan iets wat niet veel mensen kunnen: heel goed schilderijen namaken. Gerrit slijmt en chanteert Bilal net zo lang totdat hij in de val zit. Bilal moet schilderijen gaan vervalsen waar Gerrit geld mee kan verdienen. Gelukkig krijgt Bilal een heel fijne vriendin, Sterre, die hem probeert te helpen om uit de penarie te komen. Maar of dat lukt?

De frustratie en machteloosheid die je voelt als je in armoede moet leven, wordt op een heel mooie manier omschreven door Annemarie Jongbloed. Je kunt je helemaal inleven in Bilal en zijn situatie. Op het hoogtepunt lijkt het of er geen uitweg meer is: als je alles kunt verliezen, wat is dan de juiste beslissing? Morele dilemma’s komen op een mooie manier aan de orde en daarom leent het boek zich ook voor interessante gesprekken met je kind(eren).

Ik heb met veel plezier dit boek gelezen. Het bevat zware thema’s, maar is ook grappig en avontuurlijk. Je leeft mee met de hoofdpersoon. En je leert iets over kunst! Een fijn boek voor 10+, verschenen bij uitgeverij Ploegsma.

Zelf lezen

De zoon van de berentemmer – Xavier-Laurent Petit

Op de laatste dag van 2022 las ik nog een heel bijzonder boek: een verhaal over kansenongelijkheid, familie en hoop. Een vleugje Matilda en The queen’s gambit, maar bovenal het verhaal van een gewone jongen die geaccepteerd wil worden maar ook zijn familie nooit in de steek zal laten.

Ciprian is de hoofdpersoon in dit verhaal, dat direct met veel actie en tragiek begint. Overal waar hij en zijn familie komen, worden ze uitgekotst. Mensen van hun soort moeten ze niet. Ze zwerven van plaats naar plaats: Ciprian weet niet eens waar hij en zijn zus geboren zijn.

Hun leven is hard en onzeker, totdat ze door mensenhandelaars naar Frankrijk gehaald worden. Hun beer, waar ze mee optraden, moet in hun land achterblijven. Ze hopen op een mooie toekomst, maar ze komen terecht in de hel, de banlieues van Parijs, waar ze hun schulden moeten afbetalen door te stelen.

Totdat Ciprian het schaken ontdekt. Door een schitterende speling van het lot gloort er echt hoop aan de horizon. Ciprian is een wonderkind.

Een hartverwarmend maar ook eerlijk verhaal, dat de problemen in de wereld pijnlijk bloot legt. Niet iedereen krijgt dezelfde kansen in het leven. Alleen als je de juiste contacten hebt of een bijzonder talent, krijg je de kans om uit je benarde situatie te komen. Hard, maar waar.

Aanrader! Vanaf 11 jaar ongeveer en ver daarboven. Verschenen bij Ploegsma uitgeverij.

Voorleesboeken, Zelf lezen

De Gorgels en de laatste kans – Jochem Myjer

Het finaledeel van de Gorgel-trilogie! Jochem Myjer vertelde in de Grote Vriendelijke Podcast dat hij in dit laatste deel nog eens flink wilde uitpakken: hij haalde alle Gorgels uit de wereld naar ‘zijn’ eiland om zich op te maken voor hun grootste uitdaging ooit!

Die wereld-Gorgels moeten we wel even leren kennen… In deel 1 waren er alleen nog maar Bobba (de waakgorgel van hoofdpersoon Melle), Belia (de waakgorgel van zijn zusje Limoni) en de wijze Grijze Gorgel. In deel 2 komen daar de Berggorgels bij, die rond de gletsjers in de bergen leven. Maar in dit deel wordt het wat ingewikkelder: met o.a. Grensgorgels, Woestijngorgels en Bosgorgels. De namen en gekke woorden vliegen je om de oren.

“Behoedelazachies!” “Goedemorgelavroegievroegie” “Urgentelaspoediespoedie!”

Gelukkig is er een verklarende woordenlijst voorin en komt er binnenkort een Gorgelencyclopedie! (Daarover later meer)

Melle is zoals we gewend zijn van deel 1 en 2 weer de grote held. Hij wordt door de Gorgels gerespecteerd en gedraagt zich gaandeweg het verhaal zelfs steeds meer als een Gorgel… hij spreekt hun taal, kan zich met de stok verdedigen en leert zelfs om te ‘flitsen’, oftewel razendsnel van de ene naar de andere plek bewegen.

Het probleem waar Melle en zijn kleine vriendjes mee geconfronteerd worden is dit keer grootser en lijkt onoplosbaar. Toch gaan ze de uitdaging aan. Maar of het gaat lukken om de Brutelaars die Gorgels in slaap brengen te bestrijden?

Ik heb weer erg genoten en gelachen tijdens het lezen. Er zitten geweldige taalvondsten in (de Görgels uit het nöörden plaatsen öp elke ö een trema: echt een hilarisch effect). Myjer schrijft ook zo beeldend dat je het echt voor je ziet, bijvoorbeeld het inrichten van het ‘hoofdkwartier’ voor de Gorgels in de camper. Myjer heeft ook veel oog voor de natuur en benoemt veel vogelsoorten en je leert en passant ook meer over de poolcirkel en natuurverschijnselen in het Hoge noorden.

Dit boek leest net als de eerdere delen weer als een trein. Complimenten ook voor de vormgeving en papierkeuze van de uitgever: dit boek oogt zo lekker stevig en robuust daardoor, net als de andere boeken. De illustraties van Rick de Haas zijn weer schitterend en het zijn er ook weer lekker veel, soms paginagroot.

Bij het lezen van het laatste hoofdstuk kreeg ik een brok in mijn keel. Kinderen die 12 jaar worden verliezen hun Gorgel. Hoe moet dat nu met Melle en Limoni?

Ontroerend vond ik het interview dat Bas en Jaap in de GVP hadden met Jochem Myjer. Hij beschouwt de Gorgels als zijn levenswerk. Vroeger was Myjer al groot liefhebber van kinderboeken en nu is hij zelf succesvol schrijver geworden. Hij gaf zelfs toe dat hij schrijven nóg leuker vindt dan op het podium staan.

Helaas is de Gorgel-reeks met dit boek ten einde. Voor Jochem Myjer is het genoeg zo: volgens een theaterwet komt alles in drieën. Maar schrijven is Myjer nog niet zat: we kunnen een nieuw kinderboek van hem verwachten! Gorgel-fans kunnen zich nog wel verheugen op een soort encyclopedie met alle Gorgels en Brutelaars die er op de wereld voorkomen.

In de wereld van Jochem Myjer lijkt alles alleen maar vrolijk en fijn, constateren meerdere interviewers. Dat komt, zegt Myjer, omdat hij graag schrijft over een wereld waarin hij zou willen leven. Ik zou het ook fantastisch vinden als Gorgels echt bestaan. Als er voor ieder kind een wezentje is dat hem of haar beschermt, hoe moeilijk het kind het ook heeft. Die wereld van Jochem Myjer, die is zo gek nog niet.

Prentenboeken

Ergens in de sneeuw – Linde Faas

Van dit nieuwe prentenboek van Linde Faas krijg je een grote glimlach op je gezicht. Het woord kerst wordt nergens in het boek genoemd, maar de associatie wordt al snel gemaakt.

Ook al kijk je misschien niet uit naar de kerstperiode, vanwege allerlei redenen kan kerst immers ook heel beladen zijn, met dit boek krijg je zin in lichtjes, een versierde boom en samen zijn met de mensen waar je van houdt.

Sofie voelt zich heel alleen. Haar vader werkt heel hard en heeft geen oog voor haar. Sofie gaat naar buiten, de sneeuw in, op zoek naar een ‘beetje magie’.

En dat vindt ze, in de vorm van een grote eland die haar meeneemt de natuur in. Tussen de dieren in de sneeuw ontdekt ze een eenzame boom die erom vraagt om versierd te worden. En als ze dat samen met de dieren gedaan heeft, wacht haar een verrassing…

Dit heerlijk grote formaat prentenboek (net iets hoger dan het standaard formaat) is een feest om te bekijken en om (voor) te lezen. Linde Faas kan met ogenschijnlijk gemak met dromerige lijnen en stipjes, streepjes en lijnen op precies de goede plek een wereld creëren die enerzijds realistisch oogt en anderzijds ruimte laat voor eigen invulling.

Haar tekening van een bevroren meer is meesterlijk. Ongelooflijk hoe ze de kleur van ijs, de luchtbellen en de krassen van schaatsen heeft kunnen vangen.

En dan de finalepagina met het noorderlicht, dat Linde Faas – ze woont in Noorwegen – vast zelf ook regelmatig ziet.

Dit schitterende boek ligt nu in de winkel! Haal het in huis voor je kinderen of jezelf, om uit te kijken naar de kersttijd of juist om hem te overleven. Verschenen bij uitgeverij Lemniscaat.

Zelf lezen

De kaarten van madame Petrova – Marjolijn Hof

Twee kinderen trekken door de wereld. Een broer en een zus. Een tweeling. De wereld is hard en meedogenloos. Niet onze tijd, maar de tijd waarin kinderen nog niet naar school konden of beschermd werden. Hun ouders zijn dood. Ze vluchtten weg van het landhuis waar hun neven hen naar het leven staan. Niemand zit op hen te wachten.

Ze leven in de bergen, in het bos. Silke vangt konijnen, haar broer Janis snijdt lepels uit hout. Ze overleven: het is niet leuk, maar het is niet anders.

En dan is er nog de vloek. De vloek die ‘waarzegger’ madame Petrova uitsprak vlak voordat de tweeling werd geboren: de twee kinderen zouden elkaar doden. Een vreselijke voorspelling. Geloof je een waarzegger? De ouders van Silke en Janis stierven te vroeg om het hen nog te kunnen vragen, maar broer en zus moeten leven met de vloek.

Een merkwaardige wending komt er als Silke gevraagd wordt om zelf ‘de kaarten te gaan leggen’ bij een vrouw op de markt, een soort kermiskraam waar dorpelingen als vliegen op de stroop op afkomen. Iedereen wilde graag in iets geloven. Silke blijkt goed te zijn in het bedenken van verhaaltjes, voorspellingen die vaag genoeg zijn om op meerdere manieren te interpreteren. Silke wil met de vrouw meereizen, en ze wil dat Janis met haar meegaat. Janis kan lepels snijden en ze verkopen.

Maar onheil blijft hen achtervolgen. Ook bij de vrouw en haar kermiswagen is het leven zwaar. Silke verzint leugens om weer te kunnen vluchten.

Het klinkt als een somber verhaal en dat is het eigenlijk ook. Toch is het een heerlijk boek om in te verdwijnen, vol magische zinnen die blijven plakken. Met levendige personages die je bijna voor je ziet. Met een dansende beer, grimmige marktkooplui en dronken soldaten. Er gebeurt niet zoveel, maar tegelijkertijd juist heel veel in de hoofden van Silke en Janis. Ze hebben geen typisch hechte broer-en-zusband: ze zijn vaak in een strijd verwikkeld en twee zeer verschillende karakters. Je leert hen beide kennen, maar Silke, als verteller, het beste.

Janis kennen we al uit het vorige boek, Lepelsnijder. Je hoeft dit boek niet te lezen om De kaarten van madame Petrova te kunnen volgen. Maar ook Lepelsnijder is een wonderschoon verhaal, lees dit vooral ook!

Een aanrader om voor te lezen vanaf 9 jaar of zelf te lezen vanaf 10 jaar. De taal is niet ingewikkeld en Marjolijn schrijft in korte zinnen. Voor liefhebbers van sprookjes, avonturenverhalen en boeken zoals die van Tonke Dragt, Thijs Goverde, Kevin Hassing en Marlene Rebel & Lucinda Vos. Heb je genoten van Mus en kapitein kwaadbaard? Dan vind je dit vast ook heel mooi!

Koop het boek in je lokale boekwinkel of hier!

Prentenboeken

Voor altijd dichtbij – Elvis Peeters, illustraties Yule Hermans

Hoe ziet het verlies van iemand van wie je hield eruit? Kun je dat tekenen, in beelden vangen? Elvis Peeters en Yule Hermans kunnen het. Ze maakten samen een schitterend prentenboek over het rouwproces na de dood van een vrouw, een moeder.

Ze kozen voor een prachtig beeld dat tot de verbeelding spreekt: alles in de omgeving van hen die rouwen wordt van glas. Yule, haar broer en haar vader. Eerst was mama ook van glas, maar langzaam wordt zij onzichtbaar. Dan verandert alles in huis ook glas. De meubels, de knuffels. Zelfs het hele huis. Het is koud, glad, dik: je kunt er niet doorheen. Mensen komen het huis niet binnen, ze ontwijken het, het is zo moeilijk om bij mensen te zijn die zo’n groot verdriet bij zich dragen.

Op een gegeven moment gaat Yule in huis voorwerpen verzamelen die haar aan mama doen denken. Ze komen in kleine stolpjes van glas in de vorm van een huis. De voorwerpen maken haar blij, de herinneringen blijven. Langzaam worden de dingen om haar heen zachter en kleuriger. De knuffels van haar vader voelen warm.

Als een meisje zegt: jij hebt sterretjes op je snoet, zegt Yule: “die heb ik van mijn mama.”Het huis is niet langer van glas.

Boeken waarin rouw en verdriet een rol spelen hebben altijd mijn speciale aandacht. Verhalen en gedichten kunnen troostend zijn, herkenbaarheid bieden of inzicht geven in de rouw van een ander. Prentenboeken geven daar nog een dimensie aan: de illustraties drukken soms nog beter uit hoe iets voelt, daar zijn geen woorden voor nodig. In Voor altijd dichtbij komen al deze ingrediënten samen. Het fijne grote formaat, de dromerige tekeningen en de poëtische tekst vormen een prachtig geheel. Een fijn boek om erbij te pakken als een kind een ouder verliest. Maar ook als er geen aanleiding voor is. Want praten over de dood hoort erbij, ook in de klas. Zodat een kind, als het hem of haar gebeurt, weet dat je erover mag praten en troost kunt vinden.

Lees hier een kort interview met de makers.

Verschenen bij uitgeverij Lannoo.