Dit boek swingt de pan uit! Het nieuwste boek van Cees van den Berg is wat mij betreft zijn allerbeste tot nu toe, waarin hij weer doet wat ik nooit eerder zag in kinderboeken: muziek op papier tot leven brengen. In een enorm spannend, ontroerend verhaal waarin muziek de hoofdrol speelt komt zowat het hele leven voorbij: verdriet, liefde, woede en (wan)hoop.
Dit boek stond in de grote vriendelijke 100, de lijst met de 100 meest favoriete kinderboeken. En ik kende het nog helemaal niet, én het is dit jaar verschenen. Als het nu al in het favorietenlijstje staat op plaats 34, boven De gorgels (37) en Rupsje nooitgenoeg (47) dan móet het wel iets bijzonders zijn!
En dat is het zeker, ik las nog nooit een boek over een ‘onzichtbare ziekte’ en een onzichtbaar ziekenhuis. In een bijzonder formaat met knallende illustraties wordt het verhaal van Lennox verteld. De vader van Lennox heeft de sikkelcelziekte. Een vrij veel voorkomende ziekte waar toch weinig over bekend is. Voor Lennox is het ook erg mysterieus. En wat heeft het sieraad van zijn vader, een gouden ketting met een hanger in de vorm van een maan ermee te maken?
Erg goed en toegankelijk geschreven, schitterend geïllustreerd in een ‘stoere’ stijl. Geschikt voor lezers vanaf 8 jaar ongeveer.
Een fijn boek met een knallende omslag voor de liefhebbers van Het leven van een loser, Max Modderman en Dagboek van een muts mét een serieuze ondertoon: hoofdpersoon Ross heeft oogkanker, krijgt zware behandelingen en worstelt met treiterijen in de klas.
‘Schrijf het op,’ zeggen ze. ‘Dit mag niet vergeten worden.’
Een zin die alles zegt over dit boek, dit bijzondere verhaal. Over vier jongeren, die elkaar toevallig ontmoeten, maar alles voor elkaar betekenen in die vreselijke oorlog, die begonnen is door de volwassenen: de kinderen hebben er niet voor gekozen om te moeten schuilen in de tunnels van de metro, elke dag in angst te leven.
Ella is een schrijfster, het liefst van alles verzint ze verhalen, over hoe haar leven ideaal zou zijn; zonder manke poot, die het resultaat is van polio. In die tijd werd polio behandeld in een ‘ijzeren long’ die je hielp met ademen. Een buis waar je niet uit komt en die Ella later angstig maakt voor kleine ruimtes.
Ella is 14 jaar en een puber, ze is op zoek naar zichzelf en naar de liefde. Ze fantaseert erop los in haar verhalen. Maar dan ontmoet ze Quinn, een rijk meisje dat haar milieu wil ontvluchten. Zij heeft schijt aan alles en durft alles.
‘Ik heb nog nooit iemand gezien die zó vol leven zit. Elke spier in haar lichaam smacht naar beweging, ze is zo kerngezond dat ik het bijna niet kan aanzien.’
Ella ontmoet ook Jay, die haar in eerste instantie uitmaakt voor ‘mankepoot’, maar waar ze ook van onder de indruk van is. En dan is er nog Sebastian, de broer van Quinn: staat hij aan de kant van de Duitsers?
Je kruipt in Ella’s hoofd en maakt de oorlog mee in Engeland, het elke dag in de rij staan voor de metro, omdat er niet genoeg schuilkelders zijn. Je hoort bijna de sirenes, de rennende mensen, de laagvliegende vliegtuigen. Aan het eind van het boek gebeurt iets vreselijks. Maar het mooie is dat het verhaal opgeschreven wordt. Want als het opgeschreven wordt, doet het ertoe.
Dit is weer een onvervalste Woltz. Met jongeren die je echt leert kennen, waar je van gaat houden. Geschikt voor lezers vanaf 13/14 jaar. En voor ver daarboven natuurlijk.