“Ik haat de grenzen van ons werk! In mijn land wordt een bloederige oorlog gevoerd en doen we iets? Ja, we helpen een kind dat zijn ouders kwijt is, we doneren stiekem geld aan de voedselbank. Maar doen we écht iets?”
Wat een positief boek over een serieus onderwerp: de plastic soep.
De tandenborstel van Sofie is versleten. Sofie gooit hem in de prullenbak. Daar kijken we niet meer van op: we gooien elke dag achteloos plastic in de vuilniszak, of zelfs op straat. Maar waar komt het dan terecht?
Het nieuwe boek van de schrijver van de Keverjongen-serie begint direct met een spannende scène: een stelletje rotjongens willen een duif doodmaken, gewoon omdat ze dat grappig vinden. Twitch is een echte vogelliefhebber en steekt daar een stokje voor. De jongens pestten Twitch altijd al en ze beginnen te vechten met bloedige afloop. Twitch neemt de zielige duif mee naar huis waar hij beste vrienden met hem wordt.
Een verdrietige Bonkie kijkt je aan vanaf de voorkant van het boek. Wat is er met Bonkie aan de hand? Waarom is hij niet blij? Een mooie eerste vraag aan kleuters voordat je begint met het voorlezen van dit fijne prentenboek dat kinderen leert hoe je problemen inzichtelijk kunt maken en op kunt lossen.
Bonkie is verdrietig geworden nadat hij een wandelingetje door het bos heeft gemaakt (hebben we dat niet allemaal weleens?) Vos luistert naar hem (wat fijn!). Bonkie heeft gezien dat zijn vrienden ruzie met elkaar maken. Hij begrijpt het niet. Waarom doen ze dat? Samen met Vos gaat hij uitzoeken wat er precies aan de hand is.
Dat blijkt nog best ingewikkeld! Hier worden jonge kinderen uitgedaagd om mee te denken met Bonkie en Vos. Het blijkt een opeenstapeling van gebeurtenissen: Beer en Das maken ruzie: Eekhoorn schrikt daarvan en er breekt een tak af van een grote boom als hij wegvlucht, de tak komt op het muizenhol terecht, Eekhoorn valt bovenop Evert het zwijntje… Nu Bonkie en Vos weten hoe het zit, kunnen ze een oplossing bedenken.
Je kunt een mooie les kritisch luisteren met dit boek geven en de kinderen zelf oplossingen voor problemen laten bedenken, bijvoorbeeld bij een ruzie op het schoolplein. De gebeurtenissen kun je schematisch uitwerken met plaatjes en pijlen. Opkomen voor jezelf, zelf nadenken en goed luisteren naar een ander zijn begrippen die aan de orde kunnen komen.
De mooie tekeningen en heldere tekst maken dit boek tot een feest om te lezen en te bekijken. Bonkie is een schattig personage waar kleuters zich vast mee kunnen identificeren. Gelukkig is hij aan het eind van het boek niet meer verdrietig en kan hij weer koekjes bakken! (En: het recept staat ook nog achterin het boek). De moraal van het verhaal: koekjes helpen! Altijd!
Mijn eerste ministerie van oplossingen-boek! Natuurlijk had ik er al veel over gehoord en gelezen, maar nu – het is het vierde deel in de serie – kan ik er toch echt niet omheen.
Wat was het spannend! Ik wilde echt doorlezen om te weten hoe het af zou lopen. Rooseboom houdt de plot complex en laat steeds weer iets in de soep lopen, zodat je echt niet weet waar het verhaal naartoe gaat. Heerlijk voor mij, maar ook voor jonge lezers!
Het ministerie van oplossingen is een geheime organisatie die mensen moet helpen, maar niet ontmaskerd mag worden. Vier kinderen en twee oude dames hielpen in de vorige drie boeken al vele mensen, maar in dit boek is er een grote uitdaging: het helpen van een jongen die echt niet aardig is. En dan blijkt hij ook nog eens de zoon van hun grootste vijand: een Zilverman, die als grootste missie heeft het ministerie te laten verdwijnen.
Toch laten ze het er niet bij zitten: de uitdaging is groot en ze zijn niet bang voor een beetje avontuur. Nina is met haar 11 jaar de oudste van het stel. Ze is nergens bang voor en enorm vindingrijk. Hoe ingewikkeld de zaak ook is, ze bedenken steeds weer gekke oplossingen. Bijvoorbeeld met een ‘schaduwzaak’ in een bejaardenhuis die de aandacht af moet leiden en een zoektocht naar een geschikt appartement voor de tante van de Zilverjongen.
Wat een mooi idee als er echt zo’n geheime organisatie zou ontstaan: die zonder dat je het weet zorgt dat je een voldoende voor je proefwerk haalt, verkering regelt met die leuke jongen of je helpt met klusjes in huis. Je zult nooit weten of ze je hebben geholpen of niet, want het bestaan van het ministerie mag nooit openbaar worden.
Sanne Rooseboom heeft een fijne vertelstijl en schrijft zoals gezegd met veel vaart, maar ook met ‘doodlopende weggetjes’ zodat je geboeid blijft. Je kunt je identificeren met de personages, maar ze zijn wel net even wat stoerder en dapperder dan jij.
Het verhaal roept vragen op die leuk zijn om met kinderen te bespreken: vertel jij alles aan je ouders? Mag je geheimen hebben? Help jij ook een kind dat je niet zo aardig vindt? Welke oplossing kan jij bedenken voor een probleem van een ander?
Wat een mooie serie is dit. Het zet ongetwijfeld veel kinderen vanaf ongeveer 9 jaar aan tot lezen, helemaal omdat het een serie is. En de cover en de illustraties gemaakt door Mark Janssen zijn zo aantrekkelijk! Je ogen worden er naartoe gezogen, het is stoer en mysterieus tegelijk.
Het boek verscheen bij uitgeverij Van Goor en je kunt het hier bestellen. Ik ontving van De leukste kinderboeken een recensie-exemplaar.