Een parel. Een ontroerend, klein verhaal dat eigenlijk heel groots is. Over vluchten en over je ergens thuis voelen. Het kleine witte konijntje Misjka brengt het hele gezin van Roya dichter bij elkaar: Misjka staat voor liefde, aandacht en geborgenheid. Het vluchtverhaal van de familie vanuit Afghanistan komt uitgebreid aan de orde: sinds Misjka er is, vertellen haar ouders meer over hoe het gegaan is. Een vreselijk verhaal, te afschuwelijk om te bevatten. Zoveel kinderen maken dit nog steeds mee, elke dag. Het moet stoppen, maar hoe?
Edward van de Vendel en Anoush Elman schreven eerder samen De gelukvinder, een boek in de Slash-serie waarin een kinderboekenschrijver samen het levensverhaal van iemand opschrijft. In De gelukvinder gaat het over Hamayun, de broer van Roya. Anoush Elman heeft altijd contact gehouden met Edward van de Vendel en het verhaal over Misjka moest ook verteld worden. Daarom is dit boek er nu.
Het is een bijzonder boek, in al zijn kleinheid en bescheidenheid: juist in deze tijd waarin zoveel mensen vluchten, een veilige plek zoeken, is het bijzonder om een verhaal van binnenuit te lezen. Een gezin dat zoveel heeft meegemaakt. Zo belangrijk dat kinderen de verhalen horen zodat ze meer begrijpen van wat er gebeurt.
Wat is dit mooi gedaan. Edward van de Vendel heeft een fantastische schrijfstijl en de tekeningen van Annet Schaap!!! Zo mooi en zo passend bij het verhaal. Een regelrecht parel, een boek dat ik niet meer vergeet en vast vaak zal herlezen. ❤️
Dit tweeluik – wat mij betreft een meesterwerk – is enorm intrigerend en zet je aan het denken over onze wereld, oorlogen, conflicten, de klimaatverandering en overbevolking. Het is als een film die op zichzelf al briljant was en waarvan je niet verwacht dat het in deel 2 nog spectaculairder kan (wat dus wel kan). Ik vond het heel lastig om er een compacte blog over te schrijven. Maar wauw, wat een boek.
Ik zou aanraden om Quotum deel 1 (nog een keertje) te lezen voordat je aan dit laatste deel van Project Z begint. Maar beginnen met deel 2 kan ook: er wordt genoeg uitgelegd over wat er vooraf is gebeurd.
In deel 1 – Quotum I – maken we kennis met de twee broers Axel en Tommy en hun vriendin Sunny. Ze zijn slinkers, mensen die hun leven moesten ‘halveren’ om zo te zorgen dat onze aarde (het verhaal speelt in de verre (?) toekomst) niet uitgeput raakt.
Er zijn teveel mensen op de aarde, vindt de Wereldraad. Op alle continenten worden rigoureuze maatregelen genomen om van het teveel aan mensen ‘af te komen’ en het quotum te halen. In de Euro-Unie, het huidige Europa, worden de slinkers ingevoerd. Een gruwelijke werkelijkheid voor veel mensen: zij raken van de ene op de andere dag hun fijne leventje kwijt, mogen niet naar school, geen geld verdienen, geen energie verbruiken, kortom niet meer meedoen in de maatschappij.
Een geheime organisatie, de Angeli Terrae (aardengelen), stellen zich op als extremisten en schakelen bovendien hoogstpersoonlijk slinkers (of collaborateurs) uit die op hun duivelslijst staan. Axel en Tommy zijn de helden in Quotum deel 1, want ze redden de levens van vele slinkers. Het einde van deel 1 laat ons echter achter met nog veel vragen.
Gelukkig is daar Semper Sol, deel 2: hier zijn de broers ook weer onverschrokken. Ze komen terecht in een Krimpkamp waar nooit iemand uit komt. Groenland heeft inmiddels geen ijs meer en wordt ‘het beloofde land’. Is het dat ook? Axel en Tommy verzinnen de meest creatieve oplossingen voor problemen, maar treuren tegelijkertijd nog over hun ouders, die spoorloos verdwenen zijn.
De verhaallijn is complex en tegelijk glashelder: de wereld moet gered worden van de ondergang. Er lijkt geen uitweg te zijn uit het geweld, het angst- en haatzaaien en het polariseren: dit alles hebben president Foxen en zijn ‘fluisteraars’ (de aardengelen) op hun geweten. Wie staat aan welke kant? Wie is te vertrouwen en wie niet? En de ‘gevallen’ aardengel die bevriend raakte met Axel en Tommy, staat hij nog steeds aan hun kant?
Er komen veel associaties bovendrijven. Verwijzingen naar het verleden, onder andere de Tweede Wereldoorlog. De invoering van de slinkerstand doet in sommige opzichten denken aan de jodenvervolging. Maar ook: hoe actueel het verhaal is: bijvoorbeeld de vluchtelingenstroom uit Oekraïne en de toestand op Cyprus op dit moment. Soms werd het me tijdens het lezen wat te veel. We leven ook in zo’n ingewikkelde tijd.
We zuchten allemaal onder het klimaatprobleem, de politieke leiders die vluchtelingen weigeren, de oorlog uitroepen en die grenzen dicht gooien. We willen allemaal woonruimte, genoeg te eten en te drinken en een veilige leefomgeving. Teveel mensen op één plek veroorzaakt acuut problemen. Hoe overleeft de mens op deze planeet? Wie mag blijven leven en wiens leven is (wie bepaalt dat?) minder waardevol? Hoe houden we het uit met elkaar? Dat is een grote vraag en door dit briljante tweeluik ga je genuanceerder denken over dit soort ingewikkelde vraagstukken.
Er is een oplossing, maar hij is niet populair. Als je dit boek leest, krijg je een idee welke kant het op kan gaan. Vriendschap, solidariteit, bescheidenheid en broederschap spelen in elk geval een belangrijke rol: zonder deze dingen is er in elk geval geen hoop meer. Het goede zal altijd overwinnen.
Ongelooflijk knap hoe Marloes Morshuis deze wereld creëerde, die verontrustend realistisch tegen de onze aan schuurt: een verhaal dat enorm spannend is en vol zit met suspense: je kunt het bijna niet wegleggen. Ondanks de serieuze onderwerpen is het ook licht en humoristisch. Een aanrader voor lezers vanaf 15 jaar en hun ouders; voor docenten filosofie, geschiedenis en maatschappijleer verplichte kost.
“Je kunt er niet onderdoor, je kunt er niet overheen, je kunt er niet omheen, en je gaat er niet dwars doorheen.”
Waar kennen we dit ook alweer van? Van Wij gaan op berenjacht natuurlijk, en in het nieuwe boek van Marco Kunst – bekend van Offline en Het geheim van de prins – is het een terugkerend motief, een metafoor voor een rouwproces. Maar zelfs ergens doorheen gaan lukt hoofdpersoon Mylo niet.
Hij heeft namelijk iets vreselijks gedaan. Iets wat onvergeeflijk is. Hij had beter moeten weten. Zegt hij zelf.
“Ongelooflijk, hoeveel één kogel kan aanrichten.”
Zijn allerbeste vriend is dood, door een stom ongeluk. En dat is zijn schuld.
In dit boek, waarin de hoofdpersoon de lezer regelmatig rechtstreeks aanspreekt, volgen we hoe Mylo omgaat met deze vreselijke gebeurtenis. Een soort dagboek, overdenkingen: je komt echt in het hoofd van Mylo en voelt enorm met hem mee. Wat een vreselijk gevoel is het, onvoorstelbaar en het lijkt of er nooit een einde aan het schuldgevoel zal komen.
De titel ‘Patroon’ is briljant gevonden. Het gaat over een kogel in een huls – een patroon -, maar ook over familiepatronen die Mylo onderzoekt samen met zijn dementerende opa. Ze gaan naar Amerika, het geboorteland van zijn vader en opa, om op zoek te gaan naar zijn vader die plots is weggegaan toen Mylo nog klein was. Wat verwacht hij daar eigenlijk te vinden? Een vader die staat te springen dat hij er is? Zijn opa wil zijn zoon nooit meer zien. Waarom eigenlijk niet? Mylo komt meer te weten over de Vietnam-oorlog en de rol van zijn opa hierin. Als alles bij elkaar komt, wordt het Mylo te veel. Veel te veel.
Ik moest even bijkomen van dit boek. Het werpt grote vragen op over schuld en verantwoordelijkheid. Tegelijkertijd is het zo luchtig geschreven dat je geen zwaar gevoel krijgt tijdens het lezen. Kunst schrijft zo sterk en geen woord teveel. Ondanks alles schrijft hij ook nog met veel humor, omdat de hoofdpersoon nou eenmaal een opgroeiende puber is: (en hier moest ik natuurlijk extra om lachen:)
“Mijn leraar Nederlands (…) beweert dat een verhaal prettiger leest als de schrijver niet steeds dezelfde woorden gebruikt. Dat heb ik hierboven gedaan. Hij mag trots op me zijn.”
Indrukwekkend boek! Geschikt voor lezers vanaf 13 jaar.
“Wanhopig keken de vrienden toe hoe Oorlog hun kwetsbare wereld vernielde. De bewoners van Rondo verlieten een voor een de stad. Anderen verstopten zich in de hoop dat Oorlog vanzelf zou weggaan. De eens zo schitterende, drukke straten waren nu leeg en doods. Het werd hoe langer hoe donkerder.”
Een beklemmend en bijzonder mooi vormgegeven prentenboek. Om met aandacht en goed voorbereid keer op keer met je kind(eren) (vanaf ongeveer 5 jaar) te lezen. Het gaat immers over oorlog: helaas worden de kinderen in Nederland daar ook mee geconfronteerd. Of het nu de huidige oorlog in Oekraïne is, de Tweede Wereldoorlog of oorlog die woedt op andere plaatsen in de wereld. Ze horen er vast over, op school, thuis of op het jeugdjournaal. Het maakt ze bang, ze hebben vragen of maken zich zorgen. Een boek kan het gesprek openen, rust geven en zelfs hoop bieden.
Dit boek is gemaakt door twee Oekraïense kinderboekenmakers. Dat maakt indruk. Het lijkt over de huidige oorlog te gaan. Maar het is geen nieuw boek, het werd al geschreven toen Rusland De Krim annexeerde (2014). Veel Oekraïners hebben altijd geweten dat het niet voorbij was na De Krim, zijn altijd bang geweest dat Rusland weer binnen zou vallen.
Hoe het voelt om je vertrouwde plek te verliezen, oog in oog te staan met Oorlog, die geen hart heeft en die je dus ook niet kunt raken, dat ervaar je als je dit boek leest. Drie wonderlijke figuurtjes: een lichtgevend mannetje, een hondje en een vogel in de vorm van een papieren vliegtuigje vertegenwoordigen de mensen in de stad die moeten vluchten en die alles kwijt raken.
Toch houden de drie vrienden hoop. Danko het lichtmannetje schijnt zijn licht op de bloemen die toch weer gaan bloeien en zingen. De zingende bloemen zingen eenstemmig op het grote plein met alle inwoners van Rondo. Samen bedenken ze slimme machines en “iedereen deed wat hij het beste kon”.
Oorlog wordt overwonnen, maar Rondo zal nooit meer hetzelfde zijn. Er bloeien andere bloemen – rode klaprozen – en de drie vrienden hebben bijzondere ‘littekens’ op hun lichaam. De boodschap die de makers hebben met het verhaal is dus dat oorlog uiteindelijk overwonnen wordt als we samen blijven werken, niet bang zijn en hoop houden, maar dat niet alles weer helemaal hetzelfde wordt. Oorlog verandert de wereld. De Engelse titel is dan ook: The war that changed Rondo.
Als je dit boek koopt – wat ik enorm kan aanraden – schenkt Uitgeverij Lannoo voor elk verkocht boek € 2 aan Giro 555, voor de slachtoffers van de Russische invasie van Oekraïne, met een gegarandeerd bedrag van € 10.000. Ik hoop van harte dat veel ouders, leerkrachten en opvoeders dit boek onder de aandacht brengen bij kinderen. Het is best confronterend en ook een verdrietig verhaal, maar met een hoopvol einde. We weten niet wat wij moeten doen om de oorlog te stoppen. Maar blijven praten met elkaar en begrip hebben voor de ander is het begin van het opvoeden van een nieuwe generatie. Mooi dat dit boek er is.
Van dit boek over de vrienden en vriendinnen van Anne Frank werd ik even stil. Ik kon soms ook niet zo goed verder lezen, omdat het juist nu zo dichtbij komt: oorlog gaat over echte mensen. Mensen die nu ook weer in angst leven in Oekraïne, die niet weten wat hen te wachten staat. Lezen over de Tweede Wereldoorlog roept toch op dat je gaat vergelijken en dat beneemt je de adem.
Iedereen kent Anne Frank, ze is het icoon van de Tweede Wereldoorlog. Maar wie stonden er om haar heen? Wie waren haar vrienden en vriendinnen, hoe is hun leven verlopen en kunnen ze het nog navertellen? Janny van der Molen heeft veel research gedaan om deze vragen te beantwoorden. En ze vond twaalf vrienden en vriendinnen, waarvan ze hun leven reconstrueerde; soms met hulp van de persoon zelf, maar meestal met behulp van andere overlevenden, archieven en onder andere de Anne Frank-stichting.
Ze maakte er interessante, prettig lezende verhalen van; altijd is het uitgangspunt de relatie die hij of zij had met Anne Frank. Daarna gaat het niet meer over Anne, maar over hun eigen leven. Er zijn overeenkomsten tussen de levens van de vrienden en vriendinnen van Anne Frank. Ze waren Joods, kwamen uit Duitsland, hadden ook een rijke fantasie en wilden dingen beleven. Daarom kon Anne Frank het goed met hen vinden. Soms verwaterde het contact na de basisschool, soms leerden ze elkaar juist op de middelbare school of bij de overgang naar het Joods lyceum kennen (waar ze van de Duitsers verplicht heen moesten).
Veel overeenkomst ook in de verhalen wat betreft de gebeurtenissen: keer op keer lees je weer hoe de oorlog langzaam op stoom komt: hoe er eerst nog weinig aan de hand leek, maar gaandeweg mogen joden steeds minder. De sfeer op straat wordt grimmiger. Het luchtalarm gaat af. Mensen worden bang, willen vluchten. Anne Frank en haar familie verdwijnen naar ‘Zwitserland’. Wij weten wel beter: ze zijn ondergedoken.
Hoe het de vrienden en vriendinnen is vergaan wordt in het verhaal niet vermeld. Pas achterin lees je kort over de weg die ze zijn gegaan: sommigen ook naar concentratiekampen, sommigen zagen kans om te vluchten.
Ik las deze week Het achterhuis nogmaals, deze keer in de vorm van de mooie graphic novel door Ari Folman en David Polonsky (aanrader!) Het blijft een ongelooflijk intrigerend gegeven: de uitzonderlijke talenten van Anne Frank maakten dat ze een bijzondere erfenis achterliet in de vorm van haar dagboekbrieven en andere schrijfsels.
Maar Anne Frank is maar één meisje; om haar heen waren nog duizenden jonge mensen die allemaal de oorlog niet overleefd hebben. Die allemaal een verhaal hebben. Dit schitterende boek zorgt dat we hen niet vergeten, laat ons beseffen hoe belangrijk vriendschap is, ook in tijden van oorlog. Het is geen vrolijk boek, maar wel belangrijk om juist in deze tijd een menselijk gezicht te geven aan de oorlog. Hoe het is om in angst te leven.
Complimenten voor de prachtige vormgeving: de tekeningen van Martijn van der Linden passen prachtig bij de verhalen, ze zijn verstild en bescheiden. De foto’s achterin zijn ook zo bijzonder. Echt een boek om te koesteren, te kopen voor je kinderen (vanaf 10/11 jaar) of te gebruiken in de klas.
War Horse, wie kent deze klassieker niet? Nou, ik dus niet en daar wil ik verandering in brengen! Want het persbericht van Baeckens books klinkt veelbelovend:
“het aangrijpende verhaal over de vriendschap tussen een jongen en zijn paard, tijdens de Eerste Wereldoorlog.”
Michael Morpurgo is een van de bekendste Britse kinderboekenschrijvers. Zijn bestseller War Horse verscheen al in 1982, is verfilmd in 2011 en nu dus bewerkt tot een prentenboek.
Boeken over paarden zijn natuurlijk behoorlijk populair bij kinderen. Maar de combinatie met een oorlog maakt het verhaal erg indringend en spannend. Ik ben niet speciaal een paardenliefhebber (hoewel ik het schitterend vind om ze van een afstand te bekijken als ze door een mooie weide draven), maar ik werd toch echt een beetje verliefd op het paard Joey, over wie War Horse gaat.
Joey en zijn eigenaar Albert zijn de beste vrienden. Ze doen alles samen. Totdat de oorlog uitbreekt in Engeland. Joey moet verkocht worden aan het leger omdat de ouders van Albert geen geld meer hebben om eten te kopen. Albert is intens verdrietig en kwaad op zijn vader, die Joey zomaar wegdeed. Hij gaat bij het Britse leger om Joey achterna te gaan, ook al is hij nog te jong.
Albert komt in de verschrikkingen van de oorlog terecht. Loopgraven, beschietingen, angst. Zijn legermaten lachen hem uit: hij zal Joey toch nooit vinden.
Dan wisselt het perspectief: nu wordt het verhaal verteld vanuit Joey. Hij komt in handen van de ene na de andere eigenaar. Hij krijgt een nieuwe vriend, het paard Topthorn. Na vele verschrikkelijke gebeurtenissen valt Joey midden op een slagveld in elkaar. En daar vindt Albert hem, een ongelooflijk toeval.
Dit boek is meer dan een prentenboek. De grote platen met prachtige tekeningen zijn een lust voor het oog. Het verhaal is te lang om in één keer voor te lezen en is dus juist geschikt om zelf te lezen vanaf ongeveer 9 jaar. Door het grote formaat kun je echt even verdwijnen in het verhaal, bijna alsof je in een film zit. Het vertelt de lezer meer over de Eerste Wereldoorlog, maar vooral ook over de vriendschap tussen mens en dier en dat je de hoop nooit op mag geven.
Een boek dat je stil maakt. Zonder tekst, een donkere achtergrond. Met dieren die ‘gelaten’ kijken, ze ondergaan hun lot, hun migratie, hun onzekere toekomst. De dood in de vorm van een skeletje met een gekleurde doek reist met hen mee. Omdat ook deze groep niet ontkomt aan de dood. Hun reis is gevaarlijk, ze weten niet wat hen te wachten staat. Maar ze hebben elkaar. Ze houden elkaar vast, dragen de jonge dieren. Ze zijn gekleed in vrolijke lappen, maar zijn niet vrolijk. Een bijzonder boek dat juist nu weer andere beelden oproept. Het gebeurt elke dag, jaar in jaar uit. Mensen die zwerven, op de vlucht zijn. Ze zullen er altijd zijn, kloppen aan de deur. Laten we ze verwelkomen.
Een prachtig boek om met kinderen te praten over wat er op dit moment in Afghanistan gebeurt. De dieren reflecteren zo mooi de gevoelens van onzekerheid en angst. Verschenen bij Querido uitgevers. Issa Watanabe is een Peruviaanse prentenboekenmaker (1980), dochter van een dichter en een illustrator. In haar werk probeert ze sociale integratie onder de aandacht te brengen door middel van kunst.
Onze kinderen gaan binnenkort weer naar school. Veel van hen hebben ongetwijfeld de beelden ook gezien, misschien de krant gelezen of hun ouders er over horen praten: vluchtelingen.
Wie zijn ze? Hoe komen ze in die positie? Wat hebben ze meegemaakt en hoe kunnen we ze helpen?
Het boek Jij en ik staat bomvol verhalen en enkele gedichten van bekende schrijvers. Ontroerende, grappige en spannend verhalen die je een inkijkje geven in het leven van een vluchteling, de angst, de onzekerheid. Gebruik deze bundel om het gesprek aan te gaan, begrip te kweken. Ook voor de kinderen in jouw klas die misschien een oorlog hebben meegemaakt. Juist in die eerste weken op school waarin de kinderen elkaar beter gaan leren kennen.
Bij dit boek zijn lessuggesties beschikbaar, te vinden op lemniscaat.nl. Aanrader, ga ermee aan de slag!
Aan het onderwerp Nederland in de Tweede Wereldoorlog wordt gelukkig genoeg aandacht besteed in het basisonderwijs. Onze kinderen krijgen nog steeds via de schoolboeken en via verhalen mee hoe het moet zijn geweest in de oorlog. Over Nederlands-Indië ten tijde van de Tweede Wereldoorlog is veel minder bekend, en al helemaal niet door de ogen van kinderen.
Martine Letterie, de koningin van historische kinderboeken, schreef weer een prachtig deel in de serie die begon met Kinderen met een ster: boeken waarin kinderen in de oorlog de hoofdrol spelen en waarin we de oorlog vanuit hun gezichtspunt beleven.
Lotti woont in Nederlands-Indië met haar vader – die uit Indonesië komt – en haar Nederlandse moeder. We leren in het verhaal dat Nederlanders in Nederlands-Indië een aparte positie hebben: ze hebben bedienden en kindermeisjes en gaan vooral met andere Nederlanders om.
Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt in Nederland, is Nederlands-Indië ook direct betrokken: wat Duitsland is voor Nederland, is Japan voor Indonesië. Lotti (ze zit dan in klas 1, groep 3) moet vluchten, maar wordt al snel in een vluchtelingenkamp geplaatst. Het leven is er hard en Lotti is bang. Haar vader wordt direct bij hen vandaan gehaald. Gelukkig heeft ze haar moeder nog en de verhalen die haar kindermeisje (baboe) haar vertelde.
Deze verhalen staan steeds op aparte pagina’s, prachtig geïllustreerd door Rick de Haas, de ‘vaste’ illustrator van Martine Letterie. Ik vind zijn tekeningen zo mooi, sfeervol en ook lieflijk, dat is fijn als tegenhanger van de toch ook zware toon in het verhaal: het leven voor Lotti en haar moeder is onzeker en angstig. Maar door de verhalen en de tekeningen voelt het boek toch ‘licht’ aan. Het komt gelukkig ook goed aan het eind van het boek. Belangrijk voor jonge kinderen.
Op de website van kinderboeken.nl is te lezen dat Martine Letterie voor Waarom de maan verdwijnt zich heeft gebaseerd op verhalen van mensen die de oorlog hebben meegemaakt, onder andere Tonke Dragt en Hella Haasse. Dat is te merken: het zijn vaak heel gedetailleerde beschrijvingen, bijvoorbeeld van het ‘boterblik’ waarmee Lotti water haalde en het ophangen van lakens in een kamer propvol matrassen om toch een soort ‘kamertje’ voor je gezin te creëren.
Ik vond het een prachtig en ontroerend boek. Vooral de afwisseling met de verhalen vond ik fijn. De maan speelt in veel verhalen een rol. Het verhaal over waarom de maan steeds weer verschijnt en verdwijnt vond ik het mooist. Een waardevol boek. Gebruik het in de klas, laat de kinderen het zelf lezen en lees voor!
Dit verhaal mag niet gelezen worden. Alles wat in dit boek staat is geheim. Hoe nieuwsgierig wil je me maken? Lezen dus! In de warme zomerzon las ik het verbijsterende avontuur van de tweeling Victor en Nadja: het was ijskoud (-20 graden Celsius), gruwelijk, gewelddadig, ontroerend en spannend tegelijk. Wow, wat heb ik genoten van dit tweede boek van Morosinotto.
Zijn 1e boek (Het mysterieuze horloge van Walker & Dawn) staat al een hele tijd in mijn favorietenlijst. Dit 2e boek voeg ik daar nu aan toe. Ongelofelijk knap wat deze schrijver kan: fictie schrijven alsof het waargebeurd is, je vastzuigen aan de bladzijden, móeten doorlezen. En dan is het boek ook nog zo prachtig vorm gegeven.
Het boek bestaat uit een heleboel ‘schriftjes’ die zijn geschreven door Victor en Nadja. Alles wat blauw geschreven is, is van Nadja en Victor schreef met rood. Het boek begint met de mededeling van ene kolonel Smirnov die aangeeft dat de schriften staatsgevaarlijk zijn en dat je ze alleen mag lezen als je over de juiste autorisatie beschikt. Die hebben we niet, maar we slaan toch de bladzijde om…
Nadja en Victor wonen in Leningrad (nu Sint-Petersburg) ten tijde van het begin van WO2. De Duitsers rukken op richting hun stad. Hun ouders zetten de tweeling (12 jaar) op een kindertransport, een trein met onbekende bestemming. Door ongelukkig toeval raken broer en zus elkaar direct kwijt.
Victor krijgt, zodra hij in een strafkamp is beland, via via het bericht dat de trein waar zijn zus in zat is afgebrand. Hij weigert te geloven dat zijn zus dood is. Hij doet er alles aan om haar te vinden.
Ondertussen heeft Nadja de treinbrand inderdaad overleefd. Ze vlucht met een groep kinderen richting een stad en later naar een vesting in een meer.
Beide kinderen schrijven in hun schriften, die ze meenamen uit Leningrad, hun belevenissen op. En die zijn even verschrikkelijk als bewonderenswaardig. Het zijn dappere, slimme kinderen die elke keer weer weten te ontkomen aan het Duitse leger of kwaadwillende volwassenen. Kolonel Smirnov leest met je mee in de schriften en maakt aantekeningen: hij concludeert keer op keer dat de tweeling zich schuldig maken aan meerdere misdaden. Dat schrijft hij in de kantlijn en doordat hij verwijst naar wetsartikelen komt het geloofwaardig over.
Dit boek is niet voor tere zielen. Victor en Nadja beschrijven de gebeurtenissen in geuren en kleuren (zie foto’s). De toegevoegde foto’s, het bloed op de pagina’s, de beschrijving van lijken langs de weg, de beschietingen, een poging tot kannibalisme, de honger, de ijzige kou en de eindeloze sneeuw- en ijsvlaktes: het draagt bij aan een bijzondere leeservaring.
Nadja en Victor blijven geloven dat ze elkaar terug zullen zien. Daarover zeg ik natuurlijk niets. Dit boek is een dikke vette aanrader. Dank Davide Morosinotto voor jouw geweldige tweede meesterwerk.