Voorleesboeken, Zelf lezen

Verboden te vliegen – Martine Letterie & Rick de Haas

Verboden te vliegen won onlangs de Thea Beckmanprijs 2020 voor het beste historische jeugdboek. Deze prijs werd uitgereikt in het Archeon. Martine Letterie is natuurlijk vooral bekend van haar historische jeugdboeken over oorlog zoals Bommen op ons huis, Oorlog zonder vader, Hanna’s reis, Eenzaam in de oorlog, Groeten van Leo en Wij waren erbij. Maar ze schreef ook boeken over andere tijdperken zoals Focke en de belegerde stad (middeleeuwen) en Het verdwenen zwaard (17e eeuw). Ze heeft een indrukwekkend oeuvre!

Met het boek Kinderen met een ster (2016) liet Martine Letterie al eerder zien dat ze voor jonge kinderen de Tweede Wereldoorlog tot leven kan laten komen. Op een serieuze manier en met veel aandacht voor details legt ze de dingen uit zodat jonge kinderen ze kunnen begrijpen. Kinderen met een ster vertelt over het leven in kamp Westerbork.

Het boek Verboden te vliegen (2019) vertelt juist over een groot gezin in Brabant en hun ‘gewone’ leven in de oorlog in drie periodes: voor, tijdens en na de oorlog. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Fietje Fiedel én vanuit haar postduiven. Het is even wennen, je inleven in een postduif, maar het is heel grappig om ‘mee te vliegen’ op de vleugels van een duif. Duiven spelen een belangrijke rol in het verhaal, want in de Tweede Wereldoorlog werden duiven in beslag genomen: ze konden misschien boodschappen overbrengen aan de vijand.

Het verhaal wordt steeds beklemmender, je voelt de angst en de onzekerheid tijdens het lezen. De kinderen hebben veel vragen en hun ouders hebben geen antwoorden. Het is ook onvoorstelbaar dat in de oorlog alles je wordt afgenomen: zelfs je fiets en de kinderwagen. Elke dag kunnen er weer onverwachte dingen gebeuren. Eten komt op de bon, er moet worden verduisterd en er komen veel vluchtelingen naar Brabant. Fietje kijkt erg op tegen haar grote broer Marius: hij moet uiteindelijk onderduiken, maar blijft sterk voor zijn kleine zusje. De angst dat hun duiven worden gepakt speelt door het hele boek heen. Een mooie toevoeging is het contact dat Fietje met haar duiven heeft: ze kan namelijk echt met ze ‘praten’! Op het eind van het boek, tijdens de bevrijding, spelen de duiven ook weer een mooie rol.

Het boek is zeer geschikt om voor te lezen vanaf 7 jaar ongeveer. Zelf lezen is mogelijk vanaf een jaar of 10 denk ik: het boek heeft wel een vrij klein lettertype. De omvang van de hoofdstukken zijn precies mooi om steeds even kort een stukje voor te lezen. De tekeningen van Rick de Haas passen heel goed bij het verhaal, vooral de paginavullende beelden zijn leuk om uitgebreid te bekijken, er is veel op te zien. En de cover is ook zeer aantrekkelijk, let vooral op het detail van de rug van het boek: dit lijken net duivenveren.

Ik begrijp goed dat dit boek de Thea Beckmanprijs 2020 heeft gewonnen: wat mij betreft tegelijkertijd ook een waardering voor een heel groot deel van Letterie’s oeuvre, want ze heeft aan de jeugdliteratuur een prachtige verzameling boeken toegevoegd waarmee kinderen de geschiedenis beter begrijpen en leerkrachten en ouders in gesprek kunnen komen met hun kinderen over soms best wel ingewikkelde onderwerpen. Gefeliciteerd Martine Letterie!

Bestel het boek hier: https://www.kinderboeken.nl/boek/verboden-te-vliegen/

Lees hier meer over de Thea Beckmanprijs 2020

Ik ontving van kinderboeken.nl een recensie-exemplaar.

Voorleesboeken, Zelf lezen

Mijn vader woont in het tuinhuis – Jacques Vriens

Het nieuwste boek van Jacques Vriens, Mijn vader woont in het tuinhuis, gaat over echtscheiding. De hoofdpersonen zijn een tweeling: Lara en Joeri. Aan het begin van het verhaal vertellen hun ouders hen dat ze gaan scheiden. Het komt als donderslag bij heldere hemel. Ze vertellen de tweeling dat ze heel erg van elkaar verschillen en daarom niet bij elkaar willen blijven. Hun vader gaat in een tuinhuis wonen midden in een mooi natuurgebied. Dat is vreemd en onwennig, maar ook best gezellig om hun vader en moeder even helemaal voor zichzelf te hebben.

Je voelt de impact van de scheiding langzaam op de twee kinderen inwerken. De hoofdstukken worden afwisselend vanuit Lara en Joeri verteld. Ze zijn best verschillend en dat merk je ook in de schrijfstijl. Ze beschrijven hoe machteloos, boos en verdrietig ze zijn over wat er gebeurt. Maar ook hoe ze medelijden hebben met hun ouders: ze zien ook dat het voor hen heel naar is.

Joeri: ‘Ik kreeg het gevoel of ik in een enge game was beland. Eentje met een escaperoom waaruit ik niet kon ontsnappen. Wat ik ook probeerde.’

Lara: ‘Ineens kreeg ik medelijden met haar. Zoals ze daar stond. Net een klein meisje dat de weg kwijt is. Ik pakte haar hand en zei: ‘Het was gezellig bij pap, maar bij jou is het net zo fijn, hoor.’

Een scheiding heeft ook impact op het gedrag van kinderen. Dat merkt de juf ook in de klas. Joeri begint zomaar opeens te vechten met een klasgenoot wiens ouders ook gescheiden zijn. Ze hebben verdriet, maar uiten het met agressie.

‘Juf: Jullie zijn boos en verdrietig door wat er bij jullie thuis gebeurt. En jullie zitten elkaar dwars. Net als twee sterke hanen in een kippenhok. Die maken ook ruzie om niks. Boosheid, verdriet en stoerheid rommelen bij jullie door elkaar. Hoe het bij jullie thuis toegaat, daar kun je niet altijd iets aan doen.’

De ouders schakelen een mediator in. Maar over sommige onderwerpen worden ze het niet eens. Er zijn ook nogal wat dingen waar je samen als ouders iets van moet vinden: de dagen dat ze bij hun vader of moeder zijn, het schooladvies, geld, waar vieren we 1e en 2e kerstdag… Het wordt steeds erger en Lara en Joeri bedenken een plan…

Jacques Vriens doet het weer: een steengoed boek schrijven. Nog steeds merk je dat de schoolmeester in hem fantastisch goed kinderen kan observeren en daardoor sterke dialogen schrijft. Het is net alsof je zelf in de klas staat en meeluistert met de gesprekken. Het onderwerp echtscheiding is helaas nog altijd actueel. In de klas van Lara en Joeri zijn de helft van de ouders gescheiden. Er zijn vast meer klassen zoals deze. Met dit boek is het onderwerp goed te bespreken. Geschikt om voor te lezen, maar ook lekker om zelf te lezen vanaf ongeveer 10 jaar ongeveer.

Ik ontving van De leukste kinderboeken een recensie-exemplaar.

Het boek koop je hier: https://www.de-leukste-kinderboeken.nl/producten/mijn-vader-woont-het-tuinhuis-9789000373468 of bij je locale boekhandel.

Zelf lezen

De boom met de bittere bladeren – Ruth Erica

Rwanda: een genocide, een strijd tussen de Hutu’s en de Tutsi’s. Ik had er weleens over gehoord, maar eigenlijk geen idee wat daar nou speelde, 14 jaar geleden. Dit boek geeft ons een venster en een spiegel: zoals de auteur Ruth Erica zelf zegt: “Als romans onze vensters en spiegels zijn, dan heb ik geboend alsof mijn leven ervan afhing. Door een schoon raam kun je het beste in een onbekende wereld kijken, en in een schone spiegel zien we onszelf het scherpst.”

Een indrukwekkend verhaal over een (voor velen van ons) onbekend stuk geschiedenis waar we allemaal iets van kunnen leren: over wij-zij-denken, verdraagzaamheid, onrecht en de waarheid zoeken. Meer geschikt voor de leerlingen van de onderbouw van het voortgezet onderwijs, maar misschien ook voor geïnteresseerde groepachters.

Ruth Erica vertelt over de impact van de genocide in Rwanda door de ogen van Maridadi, een meisje van 17 jaar dat haar moeder is verloren toen ze 4 jaar oud was. Niemand heeft haar ooit verteld wat er echt gebeurd is. Haar vader niet en ook Rosa niet, bij wie ze opgroeit en woont. Er wordt gezwegen over die verschrikkelijke tijd, zelfs de woorden genocide, Hutu en Tutsi mogen niet uitgesproken worden.

Op een dag ontmoet Maridadi een wit meisje uit Nederland, Puck, die onderzoek doet in Rwanda als antropologiestudent. Ze raken bevriend en door Pucks spontaniteit en enthousiasme raakt de zoektocht naar de echte toedracht van de dood van haar moeder in een stroomversnelling.

Samen met Puck gaat Maridadi op zoek naar haar familie. Ze graaft verder, ondanks verzet en zwijgzaamheid van de vele mensen die ze ontmoet. Het maakt het tot een moeizame zoektocht, maar ze zet door omdat Puck haar blijft steunen. Of ze de waarheid ontdekt, daar kom je achter in de beschrijving van de Gacaca, de volksrechtbank die opgericht is om daders van de genocide te berechten.

Het is een bijzonder en opvallend boek. Allereerst natuurlijk omdat de cover er overduidelijk ‘anders’ uit ziet: mysterieus, exotisch. Achterop lees je dat het verhaal in Rwanda speelt, dat maakt nieuwsgierig. Als je niets weet over Hutu’s en Tutsi’s geeft dat niks: Maridadi neemt de lezer mee in het verhaal en in de geschiedenis. Auteur Ruth Erica studeerde net als Puck antropologie en tijdens haar reis naar Rwanda raakte dit land haar in haar hart. Het schrijven van fictie bleek voor haar de beste manier om over haar ervaringen te vertellen. Daarbij liet ze zich leiden door de vraag: welke impact heeft deze inktzwarte periode op Rwandese jongeren?

Net als veel andere vreselijke historische gebeurtenissen moeten jongeren ‘dealen’ met de gevolgen. De kloof tussen twee bevolkingsgroepen, ergens bij willen horen, je afzetten tegen anderen, haat en afkeer: het is van alle tijden en alle culturen. Door dit boek is het onderwerp bespreekbaar en leert de lezer weer veel over verdraagzaamheid en vergiffenis. Ik vind het een bijzonder mooi boek. Het is net alsof je er echt bent, in Afrika. De geuren, kleuren, de taal: het komt tot leven. Het is goed en vlot geschreven en blijft boeien tot het einde.

Van Uitgeverij Lemniscaat ontving ik een recensie-exemplaar.

Voorleesboeken, Zelf lezen

Bens boot – Pieter Koolwijk

Giel had een broer, Ben. Nu ligt hij in de tuin, want hij is dood. Zijn ouders wilden niet naar een begraafplaats rijden, ze wilden Ben dichtbij zich houden. De buren, de familie Azijn en Oorwurm, willen dat het graf verdwijnt uit de tuin.

Pieter Koolwijk schreef een ontroerend verhaal over rouw, verdriet en omgaan met elkaar. Koolwijk schrijft zó goed en raak, met humor en tegelijkertijd krijg je er tranen van in de je ogen.

…”Giel was altijd gek geweest op zijn grote broer. Het probleem met Ben was dat hij dood was.”

“Nu wist hij (Giel) het zeker. Zijn vader was gek geworden. Het goede soort gek.”

“…(Giel) keek naar het grote gat dat ze achterlieten in de straat. Het gat dat misschien wel weer opgevuld zou worden. Al wist Giel één ding zeker. Het werd nooit meer hetzelfde.”

Pieter Koolwijk schopt recalcitrant tegen de ‘normale’ normen en waarden aan. Het is niet normaal om je zoon te begraven in de achtertuin. Maar het is ook niet normaal om je zoon en grote broer te verliezen. Het is het allerergste wat je als ouders en broer of zus kan overkomen. Verdriet doet gekke dingen met mensen.

Wat een krachtig boek: stof tot nadenken. Ga ik zeker aanbevelen aan onze aanstaande leerkrachten op de pabo! Dit boek moet gelezen worden!

En de illustraties van Linde Faas: ze passen zo goed bij het verhaal! Prachtig, de kleuren en de bewegingen in de tekeningen.