Wat een prachtig en fijn kijkboek voor jong en oud! De ‘beroepenbijbel’ van Owen Davey staat bomvol met beroepen, van chef tot ridder en van skiër tot kapper. In een strakke stijl met weinig details maar wel duidelijk herkenbare voorwerpen. Elk beroep heeft minstens vier attributen, voorzien van het woord. Dat maakt het uiterst geschikt om met dit boek te werken over woordenschat. Je kunt er een raadspelletje bij maken: welk beroep hoort bij deze attributen? Of: wat heeft iemand met dit beroep allemaal nodig? Kinderen kunnen er vast nog meer bij verzinnen en het ook nog tekenen en/of opschrijven.
Mogelijkheden te over met dit enorme boek dat vast op vele aandachtstafels zal staan te pronken tijdens de Kinderboekenweek, die dit jaar als thema heeft: worden wat je wil! Maar hopelijk niet alleen deze ene week, want nadenken over wat je wilt worden en hoe de grotemensenwereld in elkaar zit is enorm waardevol om veel aandacht aan te besteden. Ik denk aan uitstapjes naar verschillende ‘beroepen’: de brandweerkazerne, de kapsalon, een archeologische opgraving, een theater, een politiebureau, een bakkerij en ga zo maar door. Het zal lastig worden om in Nederland een gondelier of een sumoworstelaar tegen het lijf te lopen, maar hé het is een internationaal boek hè.
Precies een jaar geleden las ik op dezelfde plek – een vakantiehuisje in Noord-Holland – het eerste boek van het duo Marlene Rebel en Lucinda Vos: Leeuw met strepen. Van dat boek was ik onder de indruk, en ook het nieuwste boek – Onze lange reis met het hoofd in de koffer – is weer een enorme aanrader voor iedereen die van spannende sfeervolle avonturen houdt!
Drie kinderen en een aapje maken een lange reis met een hoofd in een koffer – een écht hoofd in een koffer? Ja echt! Het is het nagemaakte wassen hoofd van de moeder van een van de kinderen, dat altijd gebruikt werd voor een circusact met een zwevend hoofd. Vind je dit al gek? Nou, dan staat je nog veel meer mafs te wachten in dit boek! Het speelt zich af in een andere tijd, een tijd waarin circuskinderen nog niet naar school hoefden en waarin er nog met guldens werd betaald.
De zusjes Matje en Kee zijn wezen en ze werden jaren geleden opgevangen door de nukkige en gewelddadige Bonker: hij bood hen een slaapplek in zijn schip aan in ruil voor hun optredens in de poppenkast. Puf is de zoon van Bonker en hij kan niet praten, maar laat goed merken dat hij geen goede band met zijn vader heeft. De drie kinderen zijn het gewend om circuskinderen te zijn, maar ze dromen van een reis naar Amerika, het land waar de ouders van Matje en Kee (die door een ongeluk om het leven zijn gekomen) altijd naartoe hebben gewild.
Op een dag is er brand in een van de circustenten en Matje krijgt de schuld in haar schoenen geschoven. Matje, Kee, Puf en aapje Toets besluiten te vluchten. Ze nemen de geheimzinnige koffer mee met daarin het hoofd; later blijkt dat er nog veel meer nuttigs in zit! De kinderen ondernemen een spannende reis langs een trekschuit, een stoomtrein en verschillende herbergen om uiteindelijk in Amsterdam aan te komen. Wat daar gebeurt verklap ik echt nog niet!
Het leest als een heerlijk avontuur met dappere maar soms ook onhandige personages. Kinderen kunnen zich makkelijk met hen identificeren, ook al speelt het niet in onze tijd. De beschrijving van verschillende details en spannende gebeurtenissen maken het tot een heerlijke leeservaring.
Wil je meer roadtrip-achtige verhalen lezen? Lees dan na dit boek eens Het mysterieuze horloge van Walker & Dawn, waarin vier kinderen een spannende reis maken door Amerika.
Ik hoop dat dit boek veel lezers zal trekken, ik raad het in ieder geval van harte aan. Ik ontving van Billy Bones een recensie-exemplaar. Meer info? Kijk op de website van Billy Bones
Andersomdag! Waarom bestaat dat niet meer??!! Vroeger was dit de leukste dag van het jaar – de dag waarop alle kinderen volwassenen worden en de grote mensen naar school moeten, net als de kinderen het hele verdere jaar. Een feestdag! Een dag waarop alles mag, want de kinderen zijn de baas! Ze mogen kiezen wat ze eten, wat voor werk ze doen en mogen lekker laat naar bed. Was deze dag er nog maar… Maar helaas…
Gelukkig is dit leuke boek er nog! De tekst is geschreven in 1973 door Paul Biegel en onlangs geïllustreerd door Aron Dijkstra en uitgegeven door Gottmer. Wat een geweldig boek en wat past het prachtig bij het thema van de Kinderboekenweek 2021: worden wat je wil! Want kinderen willen maar één ding: groot worden. Grote mensen mogen alles, kunnen zelf kiezen wat ze willen worden.
De cover ziet er al veelbelovend uit met vrolijke kleuren en kinderen in ‘volwassenkleding’: onder andere een schoonmaker, een politieagent, een rechter en een kapper. Ze kijken allemaal blij, want ze mogen dus een dag in de schoenen staan van hun ouders en het beroep uitvoeren dat hun ouders doen! De feestelijke stemming wordt voorgezet in het vrolijke verhaal waarop de illustraties een fantastische meerwaarde vormen: er is veel te kijken en er staan leuke grapjes in zoals het boek De kleine kapitein dat voorgelezen wordt aan de ouders door het kind.
Fantastisch dus dat dit boek er is, inspirerend voor ouders en leerkrachten om in gesprek te gaan met kinderen: wat is het verschil tussen kinderen en grote mensen? Wat zou jij doen als je een dagje je vader of je moeder was? Moet er een andersomdag komen? Sommige gezinnen doen dat echt, een dag per jaar (of vaker) dat de kinderen alles mogen bepalen. Ook leuk om dat een keer in de vakantie te doen – al zal je dan moeten accepteren dat je ontbijt met snoep, pannenkoeken als avondeten eet en de hele dag in een pretpark zal rondhangen…
Dank Gottmer kinderboeken voor het recensie-exemplaar. Het komt in de pabo op de thematafel Worden wat je wil in de Kinderboekenweek!
Wat een verrassend boek! Na het lezen van de achterkant zijn de verwachtingen hooggespannen: dit boek won al drie belangrijke kinderboekenprijzen waaronder de Bank Street Best Children’s Book of the Year (deze prijs richt zich met name op diversiteit in kinderboeken) en was bovendien genomineerd voor drie andere prijzen.
En ik kan zeggen: alle verwachtingen worden waargemaakt! De cover verraadt nog niks over de inhoud, ondanks dat het een prachtige illustratie is, maar aan de binnenkant ontvouwt zich een sprankelend en magisch verhaal voor de liefhebbers van Nevermoor, De bijzondere kinderen van mevrouw Peregrine en het deed me zelfs denken aan het bijzondere Iep van Joke van Leeuwen.
Piper wordt geboren in een ‘gezin’ dat niet meer had verwacht een kindje te krijgen. Ondanks dat is ze meer dan gewenst. Maar er is iets vreemds met Piper aan de hand, ze kan namelijk vliegen. Dit ‘talent’ willen haar ouders verborgen houden voor de buitenwereld, uit angst voor pesterijen en ongemakkelijke situaties.
Als er een uitzondering wordt gemaakt gaat het direct mis: bij een sportwedstrijd waar Piper aan mee mag doen, vangt ze een bal terwijl ze in de lucht zweeft. Dan gaat het balletje heel snel rollen: de hele wereld krijgt er lucht van dat er een bijzonder meisje is dat echt kan vliegen. Gelukkig is daar dan dokter Hellion, die haar komt redden en haar naar een hele bijzondere plek brengt waar ze gelijkgestemden ontmoet.
De achterflap verklapt veel meer (wat ik zonde vind, want het duurt tot de helft van het boek totdat je hier achter bent), daarom ga ik nog even door: deze bijzondere plek blijkt een hel: de ‘dokter’ probeert hier alles wat vreemd en anders is te genezen, van eencelligen, planten, insecten, dieren tot aan mensen. Kan Piper ontkomen aan dokter Hellion?
“We zijn net ratten in een doolhof en de enige manier om eruit te komen is normaal te worden.”
Het is een magische wereld die geweldig filmisch wordt omschreven. Zo geloofwaardig dat je de karakters echt leert kennen. En tegelijk zo lekker griezelig dat je blij bent dat je een aantal van de wezens niet in het echt kunt tegenkomen.
Een aanrader van kinderen die houden van de mix van fantasy en de ‘echte wereld’. Het boek bevat een belangrijke boodschap: iedereen mag er zijn, hoe ‘bijzonder’ je ook bent. Prachtig boek!
Dit boek is overigens het debuut van Victoria Forester. Het verscheen al in 2008 in het Engels. The Boy Who Knew Everything (2015) en The Girl Who Fell Out of the Sky (2020) zijn nog niet vertaald in het Nederlands, maar zijn het vervolg op dit eerste boek. Kom maar op met die vertalingen, Leopold!
Roljoch is het kinderboekendebuut van Maarten Kuipers, auteur, reclamemaker, liedjesschrijver (o.a. voor Sesamstraat) en muzikant. Hij schreef een spannend boek, geschikt voor lezers vanaf 7/8 jaar die wel houden van een beetje vaart en onverwachte gebeurtenissen.
Mats heeft dikke pech. Zijn vader zit in de gevangenis (en hij komt niet te weten waarom) en nu woont hij bij de nieuwe vriend van zijn moeder: Windolf. Hij is een rijke patser die erg onaardig tegen Mats doet. Op de dag dat Mats zijn vader in de gevangenis zou bezoeken, gaat zijn moeder op zakenreis. Mats wil echt naar zijn vader toe en vertrouwt er niet op dat Windolf hem wel zal brengen: hij besluit zelf de spiksplinternieuwe sportwagen van Windolf te pakken. Autorijden heeft hij geleerd via YouTube en met zijn rolschaatsen aan kan hij nét bij de pedalen.
Omdat het nog midden in de nacht is, valt het eerst nog niemand op dat een klein jongetje achter het stuur zit. Maar uiteraard blijft het niet onopgemerkt. Het ene maffe voorval volgt op het andere. Mats ontdekt uiteindelijk dat zijn vader ten onrechte in de gevangenis zit. En zijn moeder komt erachter dat ze weg moet wezen bij die nare Windolf.
Een heerlijk avontuur dus! Het deed me denken aan een krantenartikel over een 8-jarig jongetje dat zijn zusje naar de McDonalds reed (zie foto’s): dit spreekt natuurlijk enorm tot de verbeelding!
Brenda Froyen en ik zijn collega’s – we werken allebei op een pabo als taaldocent – alleen woont zij in België en ik in Nederland. Brenda schreef al meerdere boeken voor volwassenen, maar afgelopen juni verscheen haar kinderboek Een jaar met WiFi.
Een boek met 25 korte verhalen over het gezin van Brenda, gebaseerd op echte gebeurtenissen. De drie broers wilden een hond en hun ouders vonden het goed. En toen kwam WiFi in hun leven. WiFi komt uit Nederland, maar woont nu in België en hij begrijpt dus geen ‘Belgisch’. Op een grappige manier wordt er aandacht besteed aan de verschillen tussen Nederland en België, en aan alle avonturen die je beleeft als een jonge pup bij je in huis komt wonen.
Heerlijk geschreven vanuit het perspectief van Zen, die zo heet omdat zijn ouders na twee zoons wel wat rust wilden. Maar Zen is niet zo rustig, “‘we hadden je beter Storm genoemd,’ zei papa soms.” Geschikt vanaf 8 jaar.
De tekeningen van Marloes de Vries zijn trouwens fantastisch. Precies de goede sfeer, passend bij de verhalen.
Geïllustreerd door Ingrid & Dieter Schubert, vertaald door Linda Bertens
Ik kende dit boek nog niet, maar het komt direct in mijn top 10 van bijzondere boeken over dood en rouw. Wat een fijne sfeer, heldere taal en schitterende illustraties. Aanrader.