Zelf lezen

Mooi boek – Joke van Leeuwen

Heb ik al eens gezegd dat ik fan ben van het werk van Joke van Leeuwen? Deze! Is! Weer! Geweldig!

Een boek naar mijn hart, want het gaat over letters en taal. Als je net hebt leren lezen, slurp je de zinnen op. En het is fijn als er dan ook wat te lachen valt. Want sommige verhaaltjes op school zijn zó saai.

Met dit boek kun je wel aankomen vanaf groep 3. Er is zoveel te ontdekken: letters in de wereld om je heen, een verhaal met alleen maar de klinker ‘e’ en grappige stripjes met een vork en een lepel. Maak je eigen alfabet, met je lijf of met woorden. Aanrader!!!

Prentenboeken, Zelf lezen

Kijk mijn letter – Annie Makkink met illustraties van Ingrid & Dieter Schubert

Annie Makkink ontwikkelde in 1990 een leesmethode voor jonge kinderen, ‘De leesbus’.

Dit boek Kijk mijn letter hoort bij de methode, die verscheen bij uitgeverij Jacob Dijkstra (nu Noordhoff uitgevers). Lemniscaat bracht deze zomer het boek opnieuw uit, en dat is goed nieuws!

Kijk mijn letter is een prachtig boek om met het alfabetisch principe aan de slag te gaan. Het boek kun je zelfstandig lezen, maar is ook bruikbaar als lesmateriaal. De prachtige tekeningen maken het tot een feest om het boek te gebruiken. Leuk is ook dat de Schuberts elementen uit hun andere boeken hebben gebruikt in de tekeningen. Het jongetje dat zijn knuffel Monkie kwijt raakte, de krokodil uit Er ligt een krokodil onder mijn bed en het meisje uit Kijk mij nou (maar dat is een boek uit 1982, dus wel echt voor boomers 😉).

Er staan allerlei dieren en soms voorwerpen onderaan de bladzijden die de vorm aannemen van de betreffende letter en je kunt op elke bladzijde Ukkie de mus vinden. Ook nog een zoekboek dus. En de dieren en voorwerpen beginnen vaak ook met de betreffende letter/combinatie, daarin lijkt het op het geweldige boek van Charlotte Dematons (Alfabet). Er is veel te ontdekken op de bladzijden!

Elke bladzijde bevat een tekening en een bijpassend rijmpje met klankzuivere woorden. Niet de flauwe rijmpjes die je vaak in AVI-boekjes ziet, maar echt leuke zinnen. Ze verwijzen ook vaak door, als in een echt verhaal. Verschillende kinderen komen terug in verschillende rijmpjes. Kim, Niek, Hasan, Daan, Jip, Cor, Constance, Alex, Quint en Jente: er is ruimte voor verschillende kleuren en dus ook namen.

De volgorde van de klanken is willekeurig, maar de i, k, m, s zijn de eerste letters waar een rijmpje bij is gemaakt. Alle rijmpjes zijn geschreven in kleine letters. Een klein puntje: bij de L staat ‘lantarenpaal’ in plaats van ‘lantaarnpaal’. Ik begrijp dat je het zo makkelijker uit kunt spreken, maar het is niet de correcte spelling! De dubbelklanken en lettercombinaties komen er ook in voor. O ja, de platen van alle letters zijn te downloaden via Pinterest om in de klas te hangen.

Dankjewel Lemniscaat voor het opsturen van een recensie-exemplaar! Deze ga ik zeker gebruiken op de pabo als we het over aanvankelijk lezen (en woordenschatonderwijs) hebben.

Zelf lezen

Keizer Ei – Karst-Janneke Rogaar

Wat een heerlijk boek: hier gaat mijn (wijs met)taalhart sneller van kloppen. Een heel boek met ongeveer 90% van alle woorden met een ‘ei’ in onze taal, en dan ook nog in een spannend en enorm grappig sprookje.

Heid en Teit gaan op reis en ze komen aan op een eiland waar Keizer Ei de baas is. Hij zit niet te wachten op indringers, maar realiseert zich opeens dat hij niet zo onaardig wil zijn. Bovendien valt hij als een blok voor de kat die eigenlijk Majes Teit heet. Heid gaat terug naar het vaste land, maar Teit blijft achter met de Keizer: ze zijn verliefd geworden. En ze dromen van veel kinderen met namen als Activi, Spontani en Elektrici. Mét de achternaam van Majes natuurlijk!

Ik heb genoten van dit boek waar dus zóveel ei-woorden in staan dat er ook onvermijdelijk heel ingewikkelde woorden in staan zoals onfeilbaar, soeverein en contreien. Maar het stoort niet en de jonge lezer (vanaf 8 jaar zelf lezen denk ik) kan het verhaal goed volgen zonder dat hij alle woorden snapt. Voor het woordbeeld is dit natuurlijk fantastisch. Veel kinderen hebben moeite met woorden met een ei of ij. De enige manier om het goed te schrijven is om het op te slaan in je woordgeheugen.

Ik vind dit boek een must voor de middenbouw, waar de ei-woorden aangeboden worden. En hoe geweldig is het om de kinderen naar aanleiding van dit sprookje zelf een verhaal te laten schrijven met zoveel mogelijk ei-woorden erin? Of met ij-woorden, au-woorden of ou-woorden.

Dank @kluitman voor dit recensie-exemplaar, ik ga het zeker gebruiken op de pabo!

Voorleesboeken, Zelf lezen

Vis in een boom – Lynda Mullaly Hunt

Ally zit in groep 8 en ze voelt zich anders. Ze hoort er niet bij, wordt gepest door de twee populairste meisjes in de klas en heeft een groot geheim: ze kan niet lezen. Ze probeert het op allerlei manieren te verbergen, maar op school ontkomt ze er niet aan. Ze koopt voor haar juf die met zwangerschapsverlof gaat per ongeluk een condoleancekaart, want ze kon niet lezen wat erop stond. Haar juf neemt het haar niet in dank af.

Maar dan komt meester Daniël. Dat blijkt de redding voor Ally. Meester Daniël heeft oog voor haar, hij ziet haar écht. Hij ontrafelt haar geheim en laat haar onderzoeken. Ze heeft dyslexie. Haar meester vertelt in de klas dat grote denkers en geniën ook vaak dyslectisch waren. Ally’s zelfvertrouwen groeit. Ze leert schaken en stapje voor stapje ook lezen. Haar meester benadrukt dat Ally heel creatief is en veel andere talenten heeft. En als bonus krijgt Ally ook twee vrienden in de klas: Albert (vernoemd naar Einstein natuurlijk) en Keisha. De pesterijen stoppen zodra Ally wordt gekozen tot klassenvertegenwoordiger.

Vis in een boom is een heerlijk boek. De schrijfstijl is heel direct en ontroert. De schrijfster gebruikt mooie vergelijkingen, zoals:

“Lezen is voor mij: proberen iets begrijpelijks te maken van een blik alfabetsoep waarvan de inhoud op mijn bord is gedumpt.”

“Ik wou dat ze begreep in wat voor wereld ik leef. Maar hoe moet ik dat uitleggen. Het zou hetzelfde zijn als een walvis uitleggen hoe het is om in een bos te leven.”

Het boek staat bol van dit soort vergelijking en metaforen. Ik vind het wel typisch voor een Amerikaanse schrijver: het ligt er dik bovenop, maar het is prachtig. De boodschap mag ook duidelijk zijn in de boek, het is belangrijk dat veel kinderen dit lezen en ervan leren. Niet voor niks ontving het boek wereldwijd meer dan dertig bekroningen waaronder Amazon Best Kids’ Book ages 9-12.

Ik raad het boek ook aan alle leerkrachten aan. Meester Daniël staat voor de docent die het kind ziet en die oprechte belangstelling heeft en vertrouwen in de ontwikkeling van ieder kind. Hij geeft leuke creatieve opdrachten zoals de gesloten dozen-opdracht: in een groepje laat hij de kinderen discussiëren over wat er in de doos zit zonder dat ze het kunnen zien. Hij laat de kinderen bovendien veel verhalen schrijven en reageert daar ook op. Dat is mij uit het hart gegrepen, want ik vind werken met echte teksten van kinderen in de klas ook heel belangrijk.

Kortom: wat een bijzonder boek. Tot slot een mooi beeld uit het boek: meester Daniël scheurde een papier met het woord ‘onmogelijk’ doormidden waardoor on- verdween. Zie foto.