Voorleesboeken, Zelf lezen

Meneer Droste van het Kinderboekenmuseum – Sjoerd Kuyper

Dit is verplichte kost voor elke kinderboekenliefhebber, groot en klein! Volwassenen zullen heel veel kinderboekenschrijvers en -helden herkennen, maar kinderen zullen gewoon smullen van het spannende verhaal van Opa Droste, de bewaker van het Kinderboekenmuseum die vertelt over zijn interessante leven.

Tiuri, de kleinzoon van meneer Droste, wil dat er een boek geschreven wordt over zijn opa. Meneer Droste wil dat eerst niet, want hij wil ZELF een boek schrijven, dan zal hij namelijk een plekje bemachtigen in het Kinderboekenmuseum voordat hij stopt met er te werken.

Hij doet verschillende pogingen om een verhaal te schrijven, maar dat mislukt jammerlijk. Tiuri merkt slim op dat je beter een personage IN een kinderboek kunt worden, dan wordt je pas nooit vergeten! (Ronja, Pluk en Pinokkio vergeten we toch ook nooit…?)

En dat wordt ‘ie! Meneer Droste wordt een personage in zijn eigen boek. En dat boek wordt geschreven door zijn favoriete levende schrijver: Sjoerd Kuyper natuurlijk! En zijn lievelingsillustrator mag de tekeningen maken, dat is Sylvia Weve.

In het verhaal dat Kuyper schrijft komen ‘de handen van Ite’ letterlijk tot leven. Die handen komen voor in een legende over kinderboekenschrijvers die op zoek gingen naar inspiratie in het museum en dat dachten te vinden in twee afgehakte handen die het schrijfwerk voor ze overneemt. Gruwelijk, maar zo mooi!

Ik heb erg genoten van de vele fijne citaten in dit boek, zoals deze:

“Meneer Droste begreep niet dat veel kinderen rond hun dertiende ophielden met lezen. Ze houden ermee op, dacht hij, net als ze boeken het hardst nodig hebben.”

“Als grote mensen een boek lezen over een kleine kapitein, lezen ze een boek over een kleine kapitein. Als kinderen hetzelfde boek lezen ZIJN ze de kleine kapitein. (…) Kinderen graaien alle woorden met hun handen van hun bord en proppen ze naar binnen. En daarna likken ze het bord af.”

Het lijkt me leuk om voor te lezen en samen met kinderen te ontdekken hoe het verhaal in elkaar zit. De tekeningen zijn wat donker, maar wel sfeervol. Er staat best veel tekst op de bladzijden. Om het zelf te lezen moet je een beetje een geoefende lezer zijn. Ik denk dat het extra leuk is als je weleens in het museum geweest bent (dat ben ik ook nog nooit!), maar helaas: daar moeten we nu vanwege Corona even geduld mee hebben.

Het is even puzzelen, een verhaal in een verhaal in een verhaal (het Droste effect!), maar het is zó leuk! En echte ode aan de mensen van het Kinderboekenmuseum, dat 25 jaar bestaat en met zoveel liefde onderhouden is.