Dyslectische mensen zijn creatief, vindingrijk, kunnen goed improviseren en hebben een sterke intuïtie. Zomaar wat bijzondere eigenschappen die je niet direct associeert met een kind in de klas die de ene na de andere spelfout maakt. Toch is het goed om dat kind nog eens goed te observeren: hij of zij voelt zich onzeker en anders dan de andere kinderen omdat hij niet kan wat iedereen lijkt te kunnen: foutloos lezen en schrijven. Met de intelligentie van een kind met dyslexie is echter niks mis. Hij of zij verwerkt informatie alleen op een andere manier in het brein.
Ik las in één ruk het nieuwste boek van Erna Sassen uit: een rauw, hard en tegelijk ook ontroerend verhaal. In haar eerdere boeken slaagde ze er ook al in om ‘echte’ jongeren te portretteren en ook in dit verhaal komt een jongere tot leven. Het verhaal kwam enorm bij me binnen.
Joshua is een jongen van 15 jaar die afstroomt van de havo naar het vmbo. Hij heeft nog geen vrienden gemaakt in zijn nieuwe klas en heeft bovendien afscheid moeten nemen van zijn beste vriendin (Zivan) die naar Irak – haar geboorteland – is gegaan.
Met de introductie van Zivan wordt een ernstig thema aangesneden: uithuwelijking op jonge leeftijd en gebrek aan autonomie van meisjes. Hoewel Zivan nergens zelf aan het woord komt, gaat eigenlijk het hele boek over haar: hoe bijzonder de vriendschap tussen een jongen en een meisje kan zijn, heimwee en onzekerheid en de verontwaardiging over beslissingen die door je familie worden genomen. Zivan moet met haar neef trouwen. De vriendschap met Joshua is dan voorgoed voorbij.
Joshua zit keihard in de puberteit: alle emoties worden uitvergroot: hij kan zo van extreem boos naar extreem verdrietig schieten. Hij is erg op zichzelf, maar is ook zoekend naar contact. Én hij kan bizar goed tekenen – vooral portretten van Zivan – dat is zijn uitlaatklep.
In het boek speelt beeldende kunst een prominente rol. De keuze voor Martijn van der Linden als illustrator vind ik geweldig gekozen – Van der Linden is erg veelzijdig in zijn stijl: de tekeningen (veelal schetsen) spelen een grote rol in het verhaal, soms vertellen de tekeningen nog meer dan wat er al in de tekst staat. Door Joshua’s tekentalent komt hij ook in contact met twee jongens (Sergio en Dylan) uit zijn klas: eerst lijken het zijn vijanden, maar gaandeweg ontwikkelen ze een bijzondere vriendschap. Ze zijn enorm onder de indruk van wat Joshua maakt, ze willen zelfs een van zijn tekeningen op hun lichaam laten tatoeëren.
Er zijn een aantal scènes in het boek die ik bijzonder vond: situaties waarin Joshua worstelt met zijn verdriet en machteloosheid over het missen van zijn beste vriendin, maar ook de ontwikkeling van de vriendschap tussen de drie jongens vond ik mooi beschreven. De taal van Sassen is rauw en waarschijnlijk voor jongeren herkenbaar. Ik vind wel dat ze veel harde woorden gebruikt. Ik denk dat jongeren het misschien fijn vinden om hun ‘eigen taal’ te herkennen, maar misschien stoot het ook af. Maar ja, geen enkel boek is voor iedereen, smaken verschillen.
Dat gezegd hebbende denk ik dat dit boek jongeren (en volwassenen) aan het denken zet. Sassen pakt in haar boeken zware thema’s op. In Er is geen vorm waarin ik pas een relatie tussen een jongere en een docent, in Dit is geen dagboek de zelfmoord van een moeder en wat dat met een jongere doet.
Er is tot slot gelukkig ook veel te lachen in dit verhaal. Klungelige docenten op het vmbo die er niet in slagen orde te houden. Een klassenuitje naar het Rijksmuseum waarbij de drie jongens vooral bezig zijn met zoveel mogelijk naakt en seks te bekijken. Je ziet het zo voor je. Een rijk boek.
Ik las het debuut van de Schotse schrijfster Elle McNicoll: Een soort vonk. Ik vind het een erg goed geschreven jeugdboek met een interessant thema. Op knappe wijze legt McNicoll een link tussen autistisch zijn en de manier waarop vroeger vrouwen van hekserij beschuldigd werden. Onze samenleving worstelt nog steeds met mensen die anders zijn: Addie – de hoofdpersoon in het boek – komt er tot haar verbazing achter dat ook grote mensen kunnen pesten en uitsluiten, zodanig dat het anderen kapot maakt. Elle McNicoll studeerde creatief schrijven en schreef haar masterscriptie over het gebrek aan neurodiverse auteurs die over hun eigen ervaringen schrijven. Dus ging ze dat zelf maar doen.
Wat quotes uit het boek:
“Ik denk dat anders zijn goed is. Tenminste, zolang je daar niemand kwaad mee doet. De wereld heeft die verschillen juist nodig, hoe meer, hoe beter.” (…)
“Ik wil dat we onszelf iets beloven. Iets wat ik mezelf ook beloof. Dat we gewoon aardig blijven doen als we iemand ontmoeten die op het eerste gezicht een beetje vreemd is.” (…)
“Mijn opa zei altijd: mensen zoals ik waren vroeger misschien niet de meest sociale. En ook niet altijd de meest spraakzame. Maar terwijl anderen rond het vuur zaten te roddelen, gingen wij op zoek naar stroom. Dat is wat mijn autisme is. Een soort vonk.”
Flaptekst:
Tijdens een schoolproject ontdekt de elfjarige Addie dat in het dorp waar ze woont, vroeger heksen werden vervolgd én gedood. Ze vindt het zo onrechtvaardig dat ze een monument wil oprichten voor de vrouwen die daar onterecht de dood vonden. Maar het dorp zit er niet op te wachten. Zo’n monument is alleen maar een herinnering aan een zwarte bladzijde uit de geschiedenis. Addie laat het er niet bij zitten. Ze voelt zich verwant met deze vrouwen uit het verleden. Net als de ‘heksen’ vroeger, wordt zij nu raar aangekeken door mensen die haar anders vinden. Ze heeft namelijk autisme en reageert vaak niet zoals mensen verwachten. Addie begrijpt hoe machteloos de onterecht veroordeelde vrouwen zich moeten hebben gevoeld, want ze waren gewoon wie ze waren… net als zij. Durft Addie, die zich het liefst op de achtergrond houdt, de strijd met haar dorpsgenoten aan?
Op Lemniscaat.nl zijn mooie lessuggesties te vinden bij dit boek: om autisme, hekserij, pesten en anders zijn bespreekbaar te maken in de klas.
Dit boek vergeet je niet meer als je het gelezen hebt. Ik las het het in één ruk uit. Het verhaal gaat onder je huid zitten. Enne Koens schrijft zó echt, zo rauw en tegelijk zo poëtisch dat je niet wilt stoppen met lezen.