
Dyslectische mensen zijn creatief, vindingrijk, kunnen goed improviseren en hebben een sterke intuïtie. Zomaar wat bijzondere eigenschappen die je niet direct associeert met een kind in de klas die de ene na de andere spelfout maakt. Toch is het goed om dat kind nog eens goed te observeren: hij of zij voelt zich onzeker en anders dan de andere kinderen omdat hij niet kan wat iedereen lijkt te kunnen: foutloos lezen en schrijven. Met de intelligentie van een kind met dyslexie is echter niks mis. Hij of zij verwerkt informatie alleen op een andere manier in het brein.
Het heerlijke boek Etters en letters gaat over Zaan, een jongen met dyslexie. Zaan heeft daarnaast ook de allergrootste pech die je als kind maar kunt treffen: zijn ouders zijn plots overleden en hij moet in huis wonen bij zijn gruwelijke oom en tante. En als ik zeg gruwelijk, dan is dat nog zacht uitgedrukt. Ik moest tijdens het lezen regelmatig denken aan Roald Dahl, zo beeldend en grappig schrijft Deloddere.
Ik was dit boek, dat in januari 2021 verscheen, nog niet eerder tegengekomen op internet of in de boekhandels. Ik ben blij dat ik het toevallig op het spoor kwam door student Nikita, die er iets over zei op Instagram. Gelukkig ontving ik van Clavis een recensie-exemplaar en kon het lezen beginnen.
Vanaf bladzijde 1 zit je op het puntje van je stoel en dat blijft zo tot de laatste bladzijde. Deloddere heeft een schrijfstijl die doet denken aan De griezels van Roald Dahl: absurd, met grootste gebaren, maar je gelooft alles wat hij schrijft. De illustraties passen er ook goed bij, lekker los getekend en grappig.

Zaan heeft aan het begin van het verhaal een gelukkig leven, afgezien van die ene kerstdag in het jaar dat zijn tante Mekel op bezoek komt: Mekel is de vleesgeworden nachtmerrie van Zaan en zijn ouders. Door een noodlottig ongeluk komen de vader en moeder van Zaan om het leven. Mekel en haar man komen in het huis van Zaan wonen. Zaan wordt onderdrukt, genegeerd, geslagen en gepest. Als hij eindelijk naar school mag, is er hopelijk een ontsnapping mogelijk uit alle ellende, maar helaas: Mekel en haar man lachen Zaan alleen maar hard uit omdat hij niks lijkt te presteren: lezen en schrijven vindt Zaan hartstikke moeilijk.
En dan is er het Groot dictee waar Zaan van zijn oom en tante aan mee moet doen. Gewoon als leedvermaak, zodat ze eens lekker kunnen lachen. Zaan maakt de meeste fouten van iedereen, met woorden als botsbus (ipv postbus), pijlnaard (ipv nijlpaard) en zalige kwaak (ipv kwalijke zaak). Meneer en mevrouw Mekel komen niet meer bij, maar Zaan is diep ongelukkig. Hij wenst in zijn kleine kamertje in het huis dat hij weg kon komen van deze plek.
En dat gebeurt! Zaan is plotseling in een fantasiewereld beland waar hij vrienden wordt met het Aapsloogje (slaapoogje), de Geraaskalf (geraaskal) en de Knippervink (vingerknip). Allemaal ‘wezens’ die hij zelf heeft ‘bedacht’ bij het dictee! Een groots avontuur in fantasieland volgt. Hij ontmoet nog meer wonderlijke mensen en dieren. En hij ontdekt dat hij talent heeft voor taal en schrijven. Hij schrijft de mooiste gedichten en bedenkt briljante oplossingen waar niemand nog aan heeft gedacht, zoals het geheugenhuis (geef elk woord een denkbeeldige plek in je huis, zo kun je het beter onthouden).

Je begrijpt dat ik enorm enthousiast ben over dit boek. Allereerst omdat het over taal en taalproblemen gaat, maar ook omdat het erg goed geschreven is. Ik hoop dat veel leerkrachten en ouders dit boek zullen voorlezen, om meer begrip te krijgen voor wat dyslexie is en om gewoonweg te genieten van onze maffe Nederlandse taal. Aan het eind van het boek weet je ook nog eens wat een Anakoloet is, dat vergeet je nooit meer!

