
Een boek dat de dood ademt zonder dat het te zwaar wordt. Een troostrijk boek voor kinderen die rouwen om een dierbare. In het boek wordt door de 11-jarige hoofdpersoon die in de zomer bij haar opa en oma logeert nadat haar vader is overleden, meermaals de ingewikkelde vraag gesteld: waarom gaat iedereen om me heen dood? De dood is altijd aanwezig in het leven: een bruinvis die aanspoelt, een kat die dode kittens ter wereld brengt. Het is verdrietig, maar je moet ermee leren omgaan. Dit boek helpt daarbij en het is prachtig geschreven. Rustig, langzaam, met zinnen die je nog een keer wilt lezen.

