Dagen van zand vertelt het verhaal van de Dust bowl, een gebied in Amerika waar van 1930 tot 1940 grote droogte heerste, waar zandstormen woedden, het nooit helemaal licht werd overdag en waar jonge kinderen doodgingen aan een longontsteking door het fijne stof.
“Iedereen bij jou thuis is zo mooi en slank. Wat is er eigenlijk met jou gebeurd? Je bent er vast een van de melkboer.”
“Schep je nou nog een keer op?”
“Wist niet dat dikzakken konden rennen!”
Zomaar wat zinnen uit de bijzondere graphic novel die net is verschenen bij uitgeverij Luitingh-Sijthoff. Zinnen die je een koud gevoel geven. Die helaas nog steeds gezegd worden tegen mensen die ‘te dik’ zijn.
Rekenen voor je leven – Edward van de Vendel & Ionica Smeets, met tekeningen van Floor de Goede
Een boek waar ik al een hele tijd naar uit keek: eindelijk is het er! Een uniek boek over rekenlessen die over het echte leven gaan. Over een schoolklas zoals zovelen, maar met een juf en een meester die het anders willen doen: zonder rekenboek (nou ja, voor de helft dan) en met elke week een rekenvraag van een kind in de klas.
Ondertussen leer je de klas kennen: Roos en Romée zijn verliefd op dezelfde jongen, Patrick wil van voetbal af en Sven wil wat minder onopvallend worden. De kinderen bedenken steeds een vraag die bij hun eigen leven en karakter past. Daardoor is het heel afwisselend en blijf je nieuwsgierig naar de volgende vraag.
De rekenvragen worden steeds door Floor de Goede in stripvorm uitgelegd en dat leest zo leuk! Zijn tekeningen zijn erg grappig en worden vergezeld van uitlegblokjes, bijvoorbeeld over het uitrekenen van het gemiddelde of het vereenvoudigen van breuken.
Leuk is ook dat het boek echt met het schooljaar meegroeit. Het begint bij de start van het schooljaar, bijna halverwege komt er een sinterklaasgedicht en aan het eind is het weer zomer. De hoofdstukken over de kinderen die hun vraag bedenken zijn heel geschikt om voor te lezen. Een strip voorlezen is lastiger, je zou dit op het digibord kunnen laten zien of de kinderen in groepjes het laten lezen.
Rekenen voor je leven wordt vast ook een klassieker. Ik vind het verplichte kost voor alle leraren in Nederland. Rekenen is, net alsof taal, overal en het is belangrijk dat kinderen herkennen waar ze het voor nodig hebben: als er korting is in een kledingwinkel, als je naar de sterren aan het turen bent of wilt weten welk cijfer je moet halen om nog een voldoende te staan…
Wat het rekenwiskunde-aspect betreft kan ik het niet goed beoordelen, maar ik denk dat dat wel snor zit met co-auteur en wiskundemeisje Ionica Smeets. Net als leesonderwijs mag ook het rekenonderwijs meer over het echte leven gaan: een aanbeveling voor alle (aankomende) leraren!
Mijn persoonlijke ervaring met rekenen en rekenonderwijs
Rekenen is niet mijn vak, ik ben veel beter met letters dan met cijfers. En ik vind het dan ook vooral heel leuk om te lézen over rekenen. De logica, de verklaringen en de theorie: daar smul ik van. Op de pabo deed ik ook de montessori-opleiding en daarin zit veel rekenen, want je moet veel met montessorimateriaal kunnen werken zoals het vermenigvuldigbord en de breukencirkels. Concreet maken van bewerkingen werkt voor veel mensen goed en zeker voor mij: als je het voor je ziet kun je het beter begrijpen.
Dit boek deed me denken aan een andere klassieker die ik heb verslonden toen ik op de pabo zat: De telduivel van Hans Magnus Enzensberger. Dit boek verscheen in 1997 en was dus vrij nieuw toen ik het kocht rond 2001. Het is een fantasieverhaal over een jongen die in zijn dromen steeds bezocht wordt door de Telduivel, die hem ingewikkelde wiskundige vraagstukken voorlegt die hij simpel uitlegt, zoals machtsverheffen en driehoeksgetallen. In dit boek staan ook mooie tekeningen, maar het is ook best pittige materie, en juist dat gegeven maakt het tot iets mysterieus voor mensen die een beetje bang zijn voor wiskunde (maar het ook intrigerend vinden), zoals ik.
‘Querido Glow is een nieuwe reeks van uitgeverij Querido, waarin jongeren die zich identificeren als queer zich kunnen herkennen. Literatuur met oog voor iedere jongere, met nadruk op iedere, ongeacht gender of seksualiteit.’
Noem me Nathan gaat over Lila, een jongen die als meisje geboren is. Het brengt rauw en indringend in beeld hoe zwaar de strijd is: van zelfacceptatie, het veranderende lichaam, operaties, hormonen en de rol van de ouders in dit proces. De tekeningen van de huilbuien, het zichzelf verminken en de details over de operaties zijn heftig om te zien, maar ik denk dat het herkenbaar zal zijn voor jongeren die zich queer noemen, of dat het in elk geval een opening biedt voor gesprek. Geschikt vanaf 13 jaar ongeveer.
Wauw, wat een schitterende graphic novel. Bijzonder om zijn tekenstijl, maar vooral ook om zijn onderwerp. Wat een enorme aanrader is dit voor alle kinderen die graag strips lezen en toe zijn aan iets meer.
Waar gaat het dan over? De prins en de naaister gaat over prins Sebastian en zijn assistente, naaister Frances. Beide personages leer je goed kennen: Sebastian, de kroonprins die een prinses moet trouwen maar een verborgen leven leidt omdat hij graag af en toe jurken draagt. Zijn ouders mogen absoluut niet weten wie hij werkelijk is. Frances, ambitieus en bescheiden, werkt hard in het naaiatelier en wordt ontdekt om haar eigenzinnige ontwerpen. Ze ontmoeten elkaar, Frances gaat jurken maken voor Sebastian en het is direct een band voor het leven.
Toch gaat niet alles vlekkeloos. Sebastian geeft zijn geheim niet prijs en neemt Frances mee in zijn leugens. Op een dag pikt ze het niet langer en gaat weg. Ze gaat ontwerpen maken voor een groot warenhuis. Frances en Sebastian kunnen elkaar niet vergeten. Het komt tot een hoogtepunt bij een grote modeshow. Hoe dat afloopt, moet je zelf maar lezen!
Ik vind het een tof genre, de graphic novel voor de leeftijd vanaf 10-11 jaar. Het is heerlijk om te lezen, er is veel te bekijken op de bladzijden en door de gezichtsuitdrukkingen leef je nog meer mee met de personages. Knap vind ik ook dat Jen Wang erin slaagt dat je je met beide personen kunt identificeren. Frances die een droom heeft en Sebastian die worstelt met wie hij is en wil zijn, en vooral hoe zijn omgeving daarop reageert.
Grappig is dat ik afgelopen week ook het prentenboek Mijn schaduw is roze las en daarin zag ik – ondanks dat dat boek voor een veel jongere doelgroep is – veel overeenkomsten met De prins en de naaister. En wat te denken van de bijzondere film The Danish girl?
Yes, er is weer een graphic novel in het Nederlands vertaald door Marjon Hoffman! En ook dit is weer een hartverwarmend en grappig boek. Wat is het toch een tof genre en wat heeft Telgemeier toch het talent om levensechte personages tot leven te laten komen in haar tekeningen en tekst.
Smile gaat over Raina zelf, in het nawoord vertelt ze ook dat ze alles zelf heeft meegemaakt. Ondanks dat het overduidelijk in Californië speelt is het erg herkenbaar voor Nederlandse kinderen. Raina is 12 jaar en moet een beugel. Een probleem waar veel kinderen mee worstelen. Maar tot overmaat van ramp valt Raina voorover tijdens een wilde achtervolging en verliest ze haar twee voortanden. Ze schaamt zich dood, natuurlijk, en de bezoekjes aan de tandarts zijn vreselijk. Het is niet zomaar opgelost, ze krijgt een plaatje met twee neptanden, en uiteindelijk toch ook die beugel. Kortom; veel gedoe. Ondertussen gaat ze naar de brugklas, wordt ze voor het eerst verliefd, krijgt ze jeugdpuistjes en maakt ze zich druk over of ze wel leuk genoeg is.
Het boek loopt goed af. Raina krijgt een nieuwe vriendengroep. Ik vind het mooi hoe Telgemeier dat in beeld heeft gebracht: als jij verandert en je vrienden niet, dan ga je op zoek naar mensen waar je je wel prettig bij voelt. En of ze nog verkering krijgt…?
Het is zo grappig en tegelijk ook zo herkenbaar! Raina is dapper, maar ook onzeker, strijdbaar en soms heel passief. Och, die puberteit! Ik heb hier twee pubers in huis en weet er alles van. Zoals ik in mijn vorige bespreking van het boek Spoken al zei: graphic novels zijn een geweldige opstap naar boeken met meer letters, maar het is ook een genre op zich. Raina ontdekt aan het eind van dit boek ook dat ze tekenen heel erg leuk vindt en dat ze er verhalen mee kan vertellen.
Ik raad dit boek aan aan iedere puber, vooral diegenen die ook nog een beugel moeten dragen. Ik zou zeggen: ken je een tiener die een beugel heeft, geef ze dit boek cadeau. Valt er toch nog iets te lachen.
Een graphic novel! En wat voor één! Wat een bijzonder boek. De cover zet je enigszins op het verkeerde been: ik vind de tekening niet zo representatief voor de inhoud van het verhaal, dat is jammer.
Je ziet Kate en haar zusje Maya, die aan taaislijmziekte lijdt: een vreselijke, progressieve ziekte. Ze zijn net verhuisd naar Noord-Californië omdat de zeelucht goed voor Maya zou zijn. Maar in het dorpje waar ze gaan wonen spookt het – letterlijk. Als Kate en Maya op onderzoek uit gaan ontmoeten ze Carlos, die hen inwijdt in de verering van overleden voorouders.
Carlos bereidt zich voor de Día de muertos, de dag van de doden, waarbij het voorbije leven van de overledenen gevierd wordt. Een vrolijk en uitbundig feest dat iedereen nu vast allemaal kent van de film Coco.
Kate vindt Carlos irritant, maar stiekem ook wel interessant: ze raakt steeds meer betrokken bij de ‘spoken’ waar Carlos over praat. En dan ‘ontmoet’ ze haar overleden oma en realiseert ze zich dat het heel bijzonder is om contact met overleden dierbaren te hebben. Helemaal omdat haar eigen zusje waarschijnlijk ook niet oud zal worden…
Dat het een stripverhaal verhaal is, zie je aan deze quote: je hebt de tekening nodig om het te begrijpen (zie foto):
“Weet jij nog alles over je geboorte?”
“Nee…”
“Dat is met doodgaan net zo. Het ene moment was ik mij. En het volgende moment was ik nog steeds mij, maar dan zoals nu…”
“Maar dat moet vreselijk zijn geweest voor je familie.”
“Ik weet alleen dat ze mij nooit zijn vergeten, anders was ik hier vanavond ook niet!”
Zoals je kunt lezen is de thematiek pittig en dat maakt dit boek bijzonder. Want de vrolijke tekeningen maken dat je het boek met een grote glimlach op je gezicht leest. Dit is met recht een graphic novel. Ik kijk reikhalzend uit naar het volgende boek van Raina Telgemeier dat in het Nederlands vertaald zal verschijnen: Smile.