
Hij is uit. Maar ook nog helemaal niet. Mijn hoofd zit helemaal vol met alles wat Liesbeth, de hoofdpersoon uit het boek, over me heen stortte. Een waterval van gedachten, bedenksels en gekke invallen.
In dit boek (de 3e in een serie, hiervoor verschenen Survival en Niemands meisje) geeft Lydia Rood een inkijkje in het hoofd van een onzeker meisje dat worstelt met liefde, moederliefde en zichzelf. Liesbeth is een heel gewone puber, tenminste dat vind ik. Ik herken me ook in haar, maar gelukkig niet in alles. Maar wat ik wel herken (en ook bij andere pubers om mij heen): je bent in de puberteit (die duurt gemiddeld tot je 25e jaar!) het centrum van het universum, wat anderen van je vinden is enorm belangrijk én je neemt, soms zelf tot je eigen verbazing, enorm bizarre en impulsieve beslissingen.
Dit boek is, zoals Lydia Rood in de GVP zei, het leven zelf: het zijn snippers, het gaat van de hak op de tak en er is geen logische volgorde. Dat heeft ze mooi gedaan door allemaal ‘lijntjes’ uit te zetten in negen ‘laatjes’ die je afzonderlijk of op volgorde kunt lezen. Het werkte wel verrassend, maar ik hield toch gewoon de volgorde van de bladzijden aan. Er waren een aantal vormen die steeds terug kwamen: chats, mailtjes, notities, beschreven bierviltjes, verslagen van vergaderingen, gedichten of songteksten.
Maar waar gaat het boek nu over? Dit lijvige boek beschrijft eigenlijk 10 dagen, met flashbacks naar het verleden, waarin Liesbeth met een aantal jongeren een autistenkamp begeleidt. Het begeleiden is al moeilijk genoeg, maar de intriges tussen de begeleiders maken het allemaal nog ingewikkelder. En natuurlijk gebeurt er van alles, zijn er incidenten en wordt er veel (over elkaar) gepraat. En ondertussen zit Liesbeth met de grote vraag: wie ben ik eigenlijk? Wat is er met mij aan de hand? Volgens mij niet een handig moment om daar over na te denken, maar volstrekt logisch voor een puber. Het lijkt van levensbelang.
Liesbeth heeft ook issues op te lossen: met haar moeder met wie ze niet goed gehecht is, met haar vader die erop los leeft en met Beer, haar vriendje die haar accepteert zoals ze is (en daar zou ze blij mee moeten zijn). Het voortdurende twijfelen, alles voortdurend omdraaien en het pessimisme: je krijgt sympathie voor de hoofdpersoon, je wilt haar door elkaar schudden en gerust stellen: je bent goed zoals je bent, het is oké. Maar je weet ook als volwassene: hier moeten jongeren doorheen, het is onvermijdelijk.
Lees dit boek als je houdt van ‘stream of consciousness’: als je geïnteresseerd bent om een tijdje in het hoofd van een puber te zijn en mee te leven hoe ingewikkeld het leven dan kan zijn. Het is een aparte ervaring. Ik denk dat jongeren van 14 jaar en ouder het boek ook kunnen waarderen.
Luister ook de GVP met het interview met Lydia Rood: ze is openhartig en het is een ontroerend gesprek.
