
Wat een heerlijk boek! Hier wil ik meer van – en dat kan ook want er zijn nog twee delen!
Leonard schrijft in de stijl van Roald Dahl: knotsgek en enorm spannend.
Het begin van het boek is heel verdrietig. Darkus’ moeder is overleden en zijn vader is verdwenen in een collectiedepot in het natuurhistorisch museum waar hij wetenschappelijk directeur van is. Hij gaat bij zijn oom wonen die alleen een stoffig kamertje voor hem heeft. Maar dan gebeurt er iets geweldigs: hij ontmoet Baxter, een reuzen-neushoornkever, en ze worden beste vrienden. Op zijn nieuwe school maakt hij gelukkig ook gauw vrienden: de maffe Virginia en haar slimme vriend Bertolt.
Naast zijn oom wonen de raarste buren die je je kunt voorstellen: Humphrey en Pickeling, twee constant kibbelende mannen die een puinhoop van hun huis annex winkel maken. En in die puinhoop leven honderden zeldzame kevers! Een vreemde mevrouw heeft het op de kevers voorzien en ze sluit een deal met de mannen. Darkus wordt echter vrienden met haar dochter Novak en samen ontdekken ze dat haar moeder de vader van Darkus verbergt. Maar waarom?
Zoals je leest zijn de namen in het boek al om te gieren. Maar de beschrijvingen van alle ruimtes, ontsnappingspogingen en maffe acties zijn weergaloos. Het gaat allemaal zo snel dat het net lijkt of je een film ‘leest’. Ik verklap verder niks. Ga dit boek lezen, het is echt genieten!