
Katherine Rundell is in Nederland bekend van Feo en de wolven en De ontdekkingsreiziger, maar nu is haar debuut dit voorjaar ook verschenen: Sophie op de daken. Vol met de dromerige en beeldende taal die we al van Rundell kenden.
‘Op de morgen van zijn eerste verjaardag werd er midden in Het Kanaal een baby gevonden in een drijvende cellokist.’
Een prikkelende openingszin, die nieuwsgierig maakt en de toon zet voor de rest van het verhaal: Rundell schrijft soms bizarre gebeurtenissen op, soms onwerkelijke, zodat je je afvraagt of het nu echt gebeurt of een fantasie is. Je komt in een wereld zoals de onze (maar wel ongeveer 100 jaar geleden), maar het lijkt ook een sprookjeswereld.
De baby is een meisje en ze wordt gevonden door een liefhebbende man, Charles, die zich over haar ontfermt als haar vader. Hij noemt haar Sophie. Als Sophie ouder wordt, begint ze over haar moeder; ze is ervan overtuigd dat ze herinneringen heeft aan haar moeder op een gezonken schip waaruit zij gered is. Het doet denken aan de Titanic: een luxe schip dat een noodlottig ongeluk kreeg.
De kinderbescherming wil Sophie als ze 12 jaar is weghalen bij Charles. Maar Sophie en Charles vluchten net op tijd weg, naar Parijs, waar ze denken de moeder van Sophie te kunnen vinden. Het lijkt een hopeloze zoektocht, totdat ze de mensen van de daken ontmoeten, die hen meenemen naar een hele andere wereld…
Leuk feitje is dat Rundell’s hobby koorddansen is. Ze houdt ook heel erg van op daken lopen en ze begint elke dag met een radslag, net als Sophie. De beschrijvingen van het leven op de daken zijn dan ook zeer gedetailleerd en levensecht beschreven!
Het is een heerlijk avontuurlijk boek, net als de vorige twee van Rundell. De cover is prachtig en maakt nieuwsgierig. Geschikt voor lezers vanaf ongeveer 10 jaar: de taal is wel wat lastig door de vele beeldspraak. Daar moet je van houden en ‘doorheen kunnen lezen’.
Dank Luitingh-Sijthoff voor het recensie-exemplaar!
Meer info: https://www.lsamsterdam.nl/boek/sophie-op-de-daken/