
Lachen om de dood, mag dat? Als je dit boek leest, kun je je lachen niet inhouden. Tiny Fisscher schrijft in een droogkomische stijl over de dood van vriend vogel. De illustraties zijn enorm grappig omdat iedere vogel in het verhaal weer een eigen karakter heeft. Herma Starreveld werkte met de collagetechniek en dat resulteert in kleurrijke vogels die bestaan uit krantensnippers en andere stukjes gekleurd papier. Ze hebben allemaal een andere gezichtsuitdrukking en houding.

“Weet je zeker dat hij niet slaapt?
Vogel, wakker worden!
Hij slaapt niet!
Op je rug + poten omhoog = dood.
Echt?”

“Vogel is dood.
Wat? Gisteren leefde hij nog!
Zo zie je maar weer, het kan zomaar ineens over zijn.”
Zo verfrissend, dit boek in mijn verzameling van boeken waarin rouw en verdriet het thema is. Het is niet bedoeld als grappig boek, maar door de dialogen krijg je toch een glimlach op je gezicht. Het is namelijk heel herkenbaar. Eerst weten de vogels niet of hij wel echt dood is. Dan bediscussiëren ze met elkaar hoe ze afscheid moeten nemen. Een vogel vond de dode vogel eigenlijk helemaal niet zo aardig. Mag je dat zeggen? En andere vogel wil een liedje zingen bij zijn graf. Kan dat wel? Op een speelse manier wordt stil gestaan bij alle gebeurtenissen en rituelen rondom een afscheid. Kinderen zullen de vragen herkennen. En het is toch echt fijn dat de vogels zo grappig en ook zo onhandig zijn. Want als er iemand dood gaat, word je soms ook een beetje onhandig. Je wilt huilen maar het lukt niet. Je komt je neefjes en nichtjes tegen op de begrafenis en vindt dat eigenlijk heel gezellig. Je durft niet in de kist te kijken. Allemaal onderwerpen die nuttig zijn om te bespreken met je kind(eten).
Kortom, wat een heerlijk boek. Verschenen bij uitgeverij Gottmer.