
Soms zie je opeens grote groepen vogels overvliegen. Ze zijn begonnen aan een lange reis, naar het zuiden. Maar waar gaan ze precies heen? En waarom? Om jonge kinderen het begrip ‘migratie’ uit te leggen in verhaalvorm kun je dit prachtige prentenboek gebruiken dat onlangs is verschenen bij Lemniscaat, waarin een zestal uitzonderlijke dieren in beeld worden gebracht.
Ze zijn uitzonderlijk omdat ze enorme afstanden afleggen: de noordse stern op nummer 1. Zij vliegen in ongeveer drie maanden tijd van de Noordpool naar de zuidpool. Maar ook rendieren kunnen er wat van: zij leggen tijdens hun trek wel bijna 950 km af.
De vertaling van dit boek is goed gelukt, de zinnen staan vol met bijvoeglijke naamwoorden, soms allitererend en met veel zintuiglijke beschrijvingen:
“Een troep ganzen vloog voorbij, als vliegtuigen scherend op de woeste winterwind.”
“Maar het volgende moment verdween hij met zijn druppelig gevlekte schild het water in, op zoek naar kwallen in warme waterstromingen.”
Leuk om daar bij stil te staan en kinderen ook mooie zinnen te laten schrijven nadat je het boek hebt voorgelezen.
En natuurlijk kun je mooie lessen over vogels, migratie en de seizoenen houden, ook in midden- en bovenbouw is dit boek nog heel goed te gebruiken.
De cover van het boek is ook indrukwekkend: de glinsterende zilveren details glimmen je tegemoet. Een potentieel nieuw lievelingsboek, om keer op keer te lezen!


