
Twee kinderen trekken door de wereld. Een broer en een zus. Een tweeling. De wereld is hard en meedogenloos. Niet onze tijd, maar de tijd waarin kinderen nog niet naar school konden of beschermd werden. Hun ouders zijn dood. Ze vluchtten weg van het landhuis waar hun neven hen naar het leven staan. Niemand zit op hen te wachten.
Ze leven in de bergen, in het bos. Silke vangt konijnen, haar broer Janis snijdt lepels uit hout. Ze overleven: het is niet leuk, maar het is niet anders.
En dan is er nog de vloek. De vloek die ‘waarzegger’ madame Petrova uitsprak vlak voordat de tweeling werd geboren: de twee kinderen zouden elkaar doden. Een vreselijke voorspelling. Geloof je een waarzegger? De ouders van Silke en Janis stierven te vroeg om het hen nog te kunnen vragen, maar broer en zus moeten leven met de vloek.
Een merkwaardige wending komt er als Silke gevraagd wordt om zelf ‘de kaarten te gaan leggen’ bij een vrouw op de markt, een soort kermiskraam waar dorpelingen als vliegen op de stroop op afkomen. Iedereen wilde graag in iets geloven. Silke blijkt goed te zijn in het bedenken van verhaaltjes, voorspellingen die vaag genoeg zijn om op meerdere manieren te interpreteren. Silke wil met de vrouw meereizen, en ze wil dat Janis met haar meegaat. Janis kan lepels snijden en ze verkopen.
Maar onheil blijft hen achtervolgen. Ook bij de vrouw en haar kermiswagen is het leven zwaar. Silke verzint leugens om weer te kunnen vluchten.
Het klinkt als een somber verhaal en dat is het eigenlijk ook. Toch is het een heerlijk boek om in te verdwijnen, vol magische zinnen die blijven plakken. Met levendige personages die je bijna voor je ziet. Met een dansende beer, grimmige marktkooplui en dronken soldaten. Er gebeurt niet zoveel, maar tegelijkertijd juist heel veel in de hoofden van Silke en Janis. Ze hebben geen typisch hechte broer-en-zusband: ze zijn vaak in een strijd verwikkeld en twee zeer verschillende karakters. Je leert hen beide kennen, maar Silke, als verteller, het beste.
Janis kennen we al uit het vorige boek, Lepelsnijder. Je hoeft dit boek niet te lezen om De kaarten van madame Petrova te kunnen volgen. Maar ook Lepelsnijder is een wonderschoon verhaal, lees dit vooral ook!
Een aanrader om voor te lezen vanaf 9 jaar of zelf te lezen vanaf 10 jaar. De taal is niet ingewikkeld en Marjolijn schrijft in korte zinnen. Voor liefhebbers van sprookjes, avonturenverhalen en boeken zoals die van Tonke Dragt, Thijs Goverde, Kevin Hassing en Marlene Rebel & Lucinda Vos. Heb je genoten van Mus en kapitein kwaadbaard? Dan vind je dit vast ook heel mooi!
Koop het boek in je lokale boekwinkel of hier!