Wat een ontroerend en bijzonder boek. Over de gevoelige puber Nathan, zijn moeder die bijna het hele verhaal afwezig is (en Nathan die niet weet waar ze is) en Gary, zijn stiefvader waarvoor ze gevlucht zijn en die gelukkig Nathan niet kan vinden, maar die wel voortdurend in zijn hoofd spookt.
De angst voor een gewelddadige stiefvader, die niet zit te wachten op een stiefzoon, die zijn vriendin behandelt met minachting en als oud vuil: je voelt het in het hele boek. Het is geen vrolijk verhaal, maar lichtpuntjes zijn er wel, letterlijk: het denkbeeldige vriendje Sam, die Nathan helpt als hij alleen is en onzeker over waar zijn moeder is gebleven.
Ik ben ervan onder de indruk. Ik ga meer van Lisa Thompson lezen. Het vrolijke omslag zet je op het verkeerde been: dit boek zet je aan het denken. Over ouderschap, huiselijk geweld, veiligheid voor kinderen. Lezen, dit boek!
Wat een boek is dit. Het ontroert me als ik alleen al naar de cover kijk. Een verhaal over liefde: wat echtscheiding met een kind doet, hoe ontluikende liefde voelt. Twee meisjes die knetterend verliefd op elkaar worden. Een zinderend eiland in Zweden in de zomer. Sfeer, verbinding, een geweldige opa, verdriet en vreugde wisselen elkaar af. Dit is wat goede young adult moet zijn.
Niet voor niks won dit boek de Augustpriset, de belangrijkste Zweedse literaire onderscheiding. En in dit boek wordt verwezen naar die andere winnaar van deze prijs: De legende van Sally Jones. Moordaap las ik een aantal weken geleden. Houd de Zweedse kinderboekenwereld in de gaten!
“Is het erger om gewoon altijd alleen te zijn en je niets anders te herinneren? Of is het erger dat er ooit iemand was die van je hield en dat je die dan kwijtraakt?”
Lexi (9 jaar), de hoofdpersoon in het nieuwste boek van Griet op de Beeck, is een dapper, maar ook tragisch personage. Een kind dat in een situatie is gekomen die pedagogisch niet helemaal verantwoord is. Haar moeder wordt opgenomen in een kliniek omdat ze niet met de rouw om kan gaan die haar overviel nadat het tweelingbroertje van Lexi, Amos, is overleden. De vader van Lexi kan de zorg voor zijn dochter niet alleen aan en brengt haar voor onbepaalde tijd naar zijn zus, tante Arizona.
Een boek dat de dood ademt zonder dat het te zwaar wordt. Een troostrijk boek voor kinderen die rouwen om een dierbare. In het boek wordt door de 11-jarige hoofdpersoon die in de zomer bij haar opa en oma logeert nadat haar vader is overleden, meermaals de ingewikkelde vraag gesteld: waarom gaat iedereen om me heen dood? De dood is altijd aanwezig in het leven: een bruinvis die aanspoelt, een kat die dode kittens ter wereld brengt. Het is verdrietig, maar je moet ermee leren omgaan. Dit boek helpt daarbij en het is prachtig geschreven. Rustig, langzaam, met zinnen die je nog een keer wilt lezen.
“‘Mam,’ zei Nora. ‘Laat Loen lekker buitenspelen.’ (…) ‘Maar ze is…’ zei mijn moeder. Ik wist precies welk woord daar hoorde. Het had drie letters, begon met een g en eindigde op -ek. Een klap in mijn gezicht had nog minder pijn gedaan.”
Luna kennen we uit het vorige boek van Pieter Koolwijk, Gozert. Ook als je dat boek niet gelezen hebt, kun je dit verhaal gewoon volgen. Luna hoort stemmen in haar hoofd. Daarvoor is ze in behandeling en opgenomen in Huize Hoopvol, ofwel Huize Hopeloos zoals Luna het zelf noemt. Ties ontmoette ze ook in dat huis, net als Gozert, de denkbeeldige vriend die alleen Luna en Ties kunnen zien en horen.
“‘Gozert?’ Eva keek me grijnzend aan. ‘Hoe kom je daar nou weer op?’
‘Hoe kom je er weer af,’ riep Gozert lachend vanuit de schuur. ‘Dat is de betere vraag.’”
Luna is doodongelukkig in Huize Hoopvol. Het enige lichtpunt is het weekend, wanneer ze mag logeren bij Ties en zijn ouders. Totdat haar moeder daar verandering in brengt. Van de ene op de andere dag haalt ze Luna weg uit het tehuis. Haar moeder vindt Luna gek, ze weet zich geen raad met haar eigen dochter. Ze vertrouwt haar niet en dat beklemt Luna enorm.
Eenmaal aangekomen in het vakantiehuisje waar Luna met haar moeder een tijdje zal verblijven, krijgt ze bezoek van haar zussen en haar vader. De omgang met haar familie is moeizaam. Aan haar vader heeft ze een uitgesproken hekel. Met zussen Nora en Eva kan ze goed opschieten, maar ze is van hen vervreemd. Ze hoort niet meer echt bij het gezin, ze is buitenspel gezet.
“Kom op, Loen. Je kunt de stem horen van de overleden broer van Ties. Geef toe. Dat is ontzettend bizar.
Ik knikte. Natuurlijk was het bizar. Maar alles in mijn leven was bizar. Ik was zelf bizar. Alleen had ik dat inmiddels geaccepteerd. Waarom kon de rest dat dan niet?”
Luna gaat op onderzoek uit op het vakantiepark met Gozert. En ze ontmoeten een Mexicaanse familie die zich aan het voorbereiden is op Días de los Muertos – de dag van de doden. Ze raakt bevriend met de moeder en haar twee kinderen, die 1,5 jaar geleden hun man en vader verloren. Luna gebruikt haar gave om stemmen te horen nu op een hele bijzondere manier. En de band met haar moeder verandert ook…
Pieter Koolwijk is een unieke kinderboekenschrijver. Ik heb hem een beetje leren kennen tijdens een online schrijversbezoek bij onze pabo afgelopen maart, waarin hij openhartig vertelde over zijn drijfveren om zijn boeken te schrijven. Van wat hij vertelde vat ik het zo samen: Hij vindt het belangrijk om fantasie serieus te nemen. We worden allemaal veel te snel volwassen. En ‘anders zijn’ komt niet handig uit: zodra een kind een beetje druk is krijgt hij het etiket adhd en als hij stemmen hoort of een vriendje heeft dat niemand anders kan zien, moet hij daarvan genezen worden. Pieter Koolwijk wil boeken schrijven waarin de fantasie centraal staat: in een verhaal kun je verdwijnen. Er is zoveel vermaak in de vorm van games en schermpjes: hoe creatief soms ook, het haalt het niet bij een boek waarbij je je eigen beelden kunt vormen.
Het was een inspirerend bezoek. Ik heb van veel studenten gehoord dat ze een of meerdere boeken van Koolwijk zijn gaan lezen of hebben voorgelezen in de klas. Juist bij leerkrachten is de boodschap ‘zie het kind’ enorm belangrijk. En de oproep om meer te lezen is ook nogal urgent. We hebben meer leerkrachten nodig die lezen promoten en die boeken lezen waarin identiteit en inclusiviteit een belangrijk thema is.
Ik heb weer genoten van dit ‘vervolg’ op Gozert. Pieter Koolwijk heeft een vlotte pen, hij schrijft met veel humor en de dialogen zijn scherp en vaak ontroerend. En de vormgeving! De illustraties van Linde Faas zijn weer weergaloos mooi, maar ook de afwisseling in lettertype en -kleur leest erg prettig.
Een boek voor lezers vanaf ongeveer 10 jaar. Voorlezen kan denk ik al vanaf 9 jaar. Ik ben benieuwd hoe kinderen reageren op dit verhaal. Het roept vast veel reactie op. Te zien aan de overweldigende aandacht op Instagram voor dit boek, heeft Pieter Koolwijk met zijn oeuvre een gevoelige snaar geraakt, ook bij volwassen lezers. Ik hoop dat er nog veel meer van dit soort prachtige boeken zullen komen.
Meer weten? Kijk op www.lemniscaat.nl/boeken/luna/. Ik ontving van uitgeverij Lemniscaat een recensie-exemplaar, dank daarvoor!
Ik las in één ruk het nieuwste boek van Erna Sassen uit: een rauw, hard en tegelijk ook ontroerend verhaal. In haar eerdere boeken slaagde ze er ook al in om ‘echte’ jongeren te portretteren en ook in dit verhaal komt een jongere tot leven. Het verhaal kwam enorm bij me binnen.
Joshua is een jongen van 15 jaar die afstroomt van de havo naar het vmbo. Hij heeft nog geen vrienden gemaakt in zijn nieuwe klas en heeft bovendien afscheid moeten nemen van zijn beste vriendin (Zivan) die naar Irak – haar geboorteland – is gegaan.
Met de introductie van Zivan wordt een ernstig thema aangesneden: uithuwelijking op jonge leeftijd en gebrek aan autonomie van meisjes. Hoewel Zivan nergens zelf aan het woord komt, gaat eigenlijk het hele boek over haar: hoe bijzonder de vriendschap tussen een jongen en een meisje kan zijn, heimwee en onzekerheid en de verontwaardiging over beslissingen die door je familie worden genomen. Zivan moet met haar neef trouwen. De vriendschap met Joshua is dan voorgoed voorbij.
Joshua zit keihard in de puberteit: alle emoties worden uitvergroot: hij kan zo van extreem boos naar extreem verdrietig schieten. Hij is erg op zichzelf, maar is ook zoekend naar contact. Én hij kan bizar goed tekenen – vooral portretten van Zivan – dat is zijn uitlaatklep.
In het boek speelt beeldende kunst een prominente rol. De keuze voor Martijn van der Linden als illustrator vind ik geweldig gekozen – Van der Linden is erg veelzijdig in zijn stijl: de tekeningen (veelal schetsen) spelen een grote rol in het verhaal, soms vertellen de tekeningen nog meer dan wat er al in de tekst staat. Door Joshua’s tekentalent komt hij ook in contact met twee jongens (Sergio en Dylan) uit zijn klas: eerst lijken het zijn vijanden, maar gaandeweg ontwikkelen ze een bijzondere vriendschap. Ze zijn enorm onder de indruk van wat Joshua maakt, ze willen zelfs een van zijn tekeningen op hun lichaam laten tatoeëren.
Er zijn een aantal scènes in het boek die ik bijzonder vond: situaties waarin Joshua worstelt met zijn verdriet en machteloosheid over het missen van zijn beste vriendin, maar ook de ontwikkeling van de vriendschap tussen de drie jongens vond ik mooi beschreven. De taal van Sassen is rauw en waarschijnlijk voor jongeren herkenbaar. Ik vind wel dat ze veel harde woorden gebruikt. Ik denk dat jongeren het misschien fijn vinden om hun ‘eigen taal’ te herkennen, maar misschien stoot het ook af. Maar ja, geen enkel boek is voor iedereen, smaken verschillen.
Dat gezegd hebbende denk ik dat dit boek jongeren (en volwassenen) aan het denken zet. Sassen pakt in haar boeken zware thema’s op. In Er is geen vorm waarin ik pas een relatie tussen een jongere en een docent, in Dit is geen dagboek de zelfmoord van een moeder en wat dat met een jongere doet.
Er is tot slot gelukkig ook veel te lachen in dit verhaal. Klungelige docenten op het vmbo die er niet in slagen orde te houden. Een klassenuitje naar het Rijksmuseum waarbij de drie jongens vooral bezig zijn met zoveel mogelijk naakt en seks te bekijken. Je ziet het zo voor je. Een rijk boek.
Een fijn boek voor als opa of oma dood gaat en gecremeerd wordt. Een crematie is voor kinderen vaak nóg enger dan een begrafenis. Achterin het boek staan moeilijke woorden uitgelegd met plaatjes. In het verhaal wordt ook uitgelegd dat het mooi is om as uit te strooien op een plek die belangrijk was voor de overledene.
Een mooi, klein boekje met duidelijke taal over een moeilijk onderwerp. Wonderschoon geïllustreerd door Laura Macfarlane . En achterin ruimte om je eigen verhaal op te schrijven. Om voor altijd te bewaren.
Een jaar geleden overleed de vader van Pelle. Hij en zijn moeder blijven alleen over. Het lijkt of alles stil is blijven staan: ‘het leven is een zoutloze soep geworden’. Pelle (12 jaar) is echter ook gewoon een tiener en bovendien hoogbegaafd: hij ging op zoek naar manieren om met zijn verdriet om te gaan. Zijn oplossing: als hij tranen voelt opkomen denkt hij aan gedetailleerde feiten, zoals het aantal cellen in je lichaam, de draagkracht van een mier of een zo lang mogelijke reeks priemgetallen. Dat sleept hem erdoorheen.
Een bijzonder vormgegeven boek met ‘mist’ tussen de bladzijden. Een verstild verhaal met weinig woorden van een meisje dat in de steek gelaten is door haar ouders. Plaats en tijd zijn niet relevant, en ook het hoe en waarom niet. Alleen de terugkomst van haar vader en de liefde die hij voor haar heeft. ‘Het is niet omdat je me niet ziet, dat ik er niet ben. Volgende week zondag kom ik naar je toe. Wacht op mij. Papa.’ Voor dromerige kinderen die genieten van de mooie platen en een verhaal dat meer vragen oproept dan antwoorden geeft. Een prachtige toevoeging aan onze jeugdliteratuur, dit bijzondere boek.
‘Het is niet omdat je me niet ziet, dat ik er niet ben. Volgende week zondag kom ik naar je toe. Wacht op mij. Papa.’