Voorleesboeken, Zelf lezen

Help! Een klas zonder meester – Ilona de Lange

Een razend spannend én actueel verhaal over het lerarentekort: Ilona de Lange schreef na Miljonairskind deel 1 en 2 weer een heerlijk leesboek over een belangrijk thema.

Haar schrijfstijl is vlot, herkenbaar, grappig en helemaal van deze tijd: haar stijl doet me denken aan Jacques Vriens.

Pieter, de geweldige meester van groep 8 van De Vuurvogel (toepasselijke naam), gaat weg en er is geen nieuwe leerkracht. Wel een vreselijke invaljuf (die wel als een echte horror-juf wordt neergezet 😂), maar die wordt na 1 dag al vakkundig de deur gewezen door een paar assertieve kids in groep 8: Sam, Jeremy en Shadee.

Deze drie zijn wel heel brutaal: ze filmen in de klas, saboteren het digibord en verwisselen een brooddoos. Allemaal om maar geen vreselijke nieuwe invaller te krijgen. Ze willen een fijne, goede meester of juf!

Ze beginnen een YouTube kanaal en plaatsen filmpjes over hun acties. Omdat ze dingen doen die niet mogen (zoals posters met een vacaturetekst wildplakken), komt de politie er zelfs aan te pas.

Maar ze laten zich niet stoppen, het is té belangrijk! Dan komt Jeremy met zijn oom Brock op de proppen. Brock ziet er nogal wild uit met tatoeages, een lange baard én hij zit in een rolstoel. Groep 8 wil dat Brock hun nieuwe meester wordt, want het maakt toch niet uit hoe iemand eruit ziet?

Of de klas een nieuwe meester krijgt, dat moet je zelf maar lezen. Dit is het ideale voorleesboek in groep 6, 7 of 8. En passant kun je met je klas over het lerarentekort praten, maar ook over pleeggezinnen (waar Sam in zit) en de eisen waaraan een goede juf of meester moet voldoen. Tof boek!

Zelf lezen

Hoe je ALLES kunt veranderen – Naomi Klein & Rebecca Stefoff

In 1999, ik was toen 20 jaar, verscheen NO LOGO van Naomi Klein. Hoewel ik het boek nooit echt heb gelezen, was ik me wel degelijk bewust van de impact van het boek. Wij als jongeren praatten erover: de macht van multinationals en antiglobalisme. Haar naam ben ik nooit vergeten: blijkbaar heeft het indruk gemaakt, iemand die durft op te staan tegen de grote bedrijven en er tegenin wil gaan. Helaas zijn sindsdien de rijken alleen maar rijker geworden en zijn er alleen maar meer ‘grote merken’ bijgekomen die extreem veel macht hebben.

Onlangs verscheen bij Lemniscaat Hoe je ALLES kunt veranderen, de onmisbare gids voor de jonge klimaatactivist. Een hoopgevende titel, maar tegelijkertijd alarmerend: er MOET dus blijkbaar iets veranderen. Jongeren zijn de sleutel tot de oplossing van het probleem. Zij kunnen de toekomst naar hun hand zetten, als ze in actie komen. Wat we kunnen doen, dat lees je in dit boek.

Rebecca Stefoff hielp Naomi Klein om haar boodschap op een begrijpelijke manier (voor jongeren vanaf 15 jaar ongeveer) over te brengen. Het boek bestaat uit drie delen: waar we staan, hoe we hier zijn beland en wat er nu gaat gebeuren. Van de eerste hoofdstukken werd ik verdrietig. Het is het verhaal dat ook door David Attenborough (de documentaire A Life On Our Planet) verteld werd, door Al Gore (An inconvenient truth) en vele anderen. Het gaat niet goed met onze (wilde) natuur. Mensen zijn “de natuur gaan beschouwen als een voorwerp of een machine, iets wat ze konden en moesten beheersen.” Dit wordt extractivisme genoemd. We zien bijna dagelijks de beelden van smeltende ijskappen, dood koraal en het op grote schaal kappen van bomen. Maar waarom is dit nu zo slecht? Dat wordt zeer helder uitgelegd. Het is best ingewikkeld, maar ook prettig om nu te weten hoe het echt zit.

Over de hele wereld zijn jongeren opgestaan voor het klimaat. De bekendste in Europa is Greta Thunberg. Een klein meisje dat zich vastbeet in de materie en letterlijk doodziek werd van de machthebbers die weigeren om jongeren een toekomst te geven. Naomi Klein sprak met al deze jongeren en putte er hoop uit. Als jongeren maar de kennis hebben en zich verenigen, dan kan er echt veel veranderen. Bijvoorbeeld in ons gedrag: onze manier van reizen, wat we kopen, wat we eten en ons energieverbruik. Er zijn steeds meer alternatieven.

Een eye-opener vond ik het hoofdstuk over orkaan Katrina. Tijdens natuurrampen worden de minder bevoorrechten het eerst en het zwaarst getroffen. Hun woongebied werd weggevaagd omdat de overheid weigerde te investeren in goede dijken. Hun sociale en economische achterstand werd alleen maar groter. In de klimaatdiscussie gaat het dus ook weer over de kloof tussen rijk en arm. Dat wat de rijke mensen veroorzaken, treft de arme mensen het meest.

Laat dat laatste op je inwerken en realiseer je dat wij in het rijke westen bevoorrecht zijn én echt iets kunnen doen! In het hoofdstuk ‘toekomst veranderen’ komen verschillende oplossingen voorbij: van enorme (onrealistische?) projecten van Elon Musk (een nieuw leven beginnen op Mars), zonnepanelen en andere duurzame energie en vooral: lokaal mensen de handen ineen laten slaan en hen zelf de macht geven. Daar heb je een overheid met visie voor nodig, geen kortzichtige machthebbers die mensen in kwetsbare gebieden als minder waardevol beschouwen.

“Er worden stereotypen ontwikkeld die de hardwerkende mensen in die gebieden afschilderen als hoe dan ook minderwaardig. Vervolgens worden die stereotypen het excuus om die gemeenschappen niet tegen schade te beschermen.”

Meer hoef ik denk ik niet te zeggen. Ook in Nederland worstelen we met serieuze vraagstukken: in Groningen de aardbevingen, in laaggelegen gebieden het risico op overstromingen, in grote steden het lage waterpeil en kans op verzakking van huizen met alle sociale en economische gevolgen van dien.

Kortom: een bijzonder boek. Geef het aan je kinderen (vanaf 15 jaar), lees het zelf, leer ervan en zet kleine stapjes. Ik vond het de moeite waard om het te lezen. Sommige hoofdstukken waren wel erg gedetailleerd en heb ik globaal gelezen, andere stukken las ik steeds opnieuw omdat het er zo goed staat uitgelegd. Een waardevol boek.

Wil je nu al iets doen? Doe mee aan de klimaatmars op 14 maart. Meer info op https://klimaatmars2021.nl/organisaties/klimaat-online/ Jij kunt met je stem op 17 maart het verschil maken. Verdiep je in de politieke partijen en wat zij voor jouw toekomst en die van ‘jouw kinderen’ doen.

Prentenboeken, Voorleesboeken

Bonkie is niet blij – Gitte Spee

Een verdrietige Bonkie kijkt je aan vanaf de voorkant van het boek. Wat is er met Bonkie aan de hand? Waarom is hij niet blij? Een mooie eerste vraag aan kleuters voordat je begint met het voorlezen van dit fijne prentenboek dat kinderen leert hoe je problemen inzichtelijk kunt maken en op kunt lossen.

Bonkie is verdrietig geworden nadat hij een wandelingetje door het bos heeft gemaakt (hebben we dat niet allemaal weleens?) Vos luistert naar hem (wat fijn!). Bonkie heeft gezien dat zijn vrienden ruzie met elkaar maken. Hij begrijpt het niet. Waarom doen ze dat? Samen met Vos gaat hij uitzoeken wat er precies aan de hand is.

Dat blijkt nog best ingewikkeld! Hier worden jonge kinderen uitgedaagd om mee te denken met Bonkie en Vos. Het blijkt een opeenstapeling van gebeurtenissen: Beer en Das maken ruzie: Eekhoorn schrikt daarvan en er breekt een tak af van een grote boom als hij wegvlucht, de tak komt op het muizenhol terecht, Eekhoorn valt bovenop Evert het zwijntje… Nu Bonkie en Vos weten hoe het zit, kunnen ze een oplossing bedenken.

Je kunt een mooie les kritisch luisteren met dit boek geven en de kinderen zelf oplossingen voor problemen laten bedenken, bijvoorbeeld bij een ruzie op het schoolplein. De gebeurtenissen kun je schematisch uitwerken met plaatjes en pijlen. Opkomen voor jezelf, zelf nadenken en goed luisteren naar een ander zijn begrippen die aan de orde kunnen komen.

De mooie tekeningen en heldere tekst maken dit boek tot een feest om te lezen en te bekijken. Bonkie is een schattig personage waar kleuters zich vast mee kunnen identificeren. Gelukkig is hij aan het eind van het boek niet meer verdrietig en kan hij weer koekjes bakken! (En: het recept staat ook nog achterin het boek). De moraal van het verhaal: koekjes helpen! Altijd!