Hoe is het om als dove jongen naar de middelbare school te gaan? Je denkt misschien: zo ingewikkeld is dat toch niet? Je hebt op de basisschool Gebarentaal geleerd en hebt vast ook wel vrienden gemaakt die begrijpen wat je nodig hebt om te kunnen communiceren. Nou, als je het boek van Robin Frings (acteur en tv-maker) leest, realiseer je je dat het best wel veel ingewikkelder is dan je denkt.
Wat een wonderbaarlijk verhaal! Aelin, het verhaal over een meisje dat zich een Alien voelt (kijk maar naar haar naam) en die op zoek gaat naar waar ze vandaan komt. Een verhaal over liefde voor taal, identiteit, familie en vriendschap.
Oké, ik zeg het maar gewoon eerlijk: ik vond dit verhaal doodeng. En dat is allemaal de verdienste van schrijver Tom Rijpert die ook al met zijn vorige boeken bewees je ademloos geboeid te houden. Zeg niet dat ik je niet gewaarschuwd heb!
“Je hebt het sowieso. Het gaat niet weg als je stopt met praten. Dus laat je horen. Accepteer dat mensen het misschien raar vinden. Het is niet raar, en daar komen ze vanzelf achter.”
Dit zegt Miss Montreal, een van de bekende Nederlanders die geïnterviewd werden voor Het grote vrolijke stotterboek. Want voor wie het niet wist: Miss Montreal, oftewel Sanne Hans, stottert. Als ze zingt, en dat doet ze heel goed, hoor je daar niks van. Maar als ze gewoon gaat praten merk je het pas. Maar Sanne schaamt zich er niet voor.
“Het is net zoiets als dat de een blond is en de ander bruin haar heeft. Dat heb je gewoon.”
“Ik ben een jongen. Oké, dat klinkt misschien niet zo gek. Maar het zit zo. Ik ben een jongen, alleen ben ik geboren met een meisjeslichaam. Yep. Het klinkt misschien vreemd om een meisjeslichaam te hebben en toch een jongen te zijn, maar toch is het zo, en ik ben lang niet de enige.”
Mats is de ontwapenende hoofdpersoon van het nieuwste boek van Janny Jägerfeld. In Mijn broer is een baas maken we kennis met Mats en zijn moeder, die tijdelijk ergens anders gaan wonen vanwege werk. Mats vindt het eerst saai omdat hij daar niemand kent, maar als hij op een dag Kilian ontmoet, een stoere nietsontziende jongen, dan gaat hij het toch interessant vinden. Kilian daagt hem uit om over zijn grenzen te gaan, stelt veel vragen én hij besluit al snel dat ze ‘bloedbroeders’ moeten worden. Mats vindt het heel fijn. Hij had nooit gedacht dat hij ooit iemands ‘broer’ zou zijn. Mats is namelijk geboren als meisje.
De reden dat Mats en zijn moeder tijdelijk ergens anders wonen is uitgebreider dan het werk van zijn moeder. Mats’ vader heeft het namelijk heel moeilijk met het feit dat Mats zijn coming out heeft gehad: hij is ontroostbaar en huilt dikke tranen omdat hij ‘zijn dochter kwijt’ is. Mats’ moeder probeert hem te overtuigen om het te accepteren. Zij staat vierkant achter haar zoon.
Voor Mats is het extra zwaar dat zijn ouders ruzie maken over hem, over iets waar hij niks aan kan doen. Het is gewoon zo. Het is niet handig en hij praat er liever niet over, maar het kán niet anders.
Mats vertelt niks aan Kilian over zijn oude ik. Waarom zou hij? Kilian vindt Mats leuk zoals hij is. Totdat er toch iets gebeurt waardoor de kaarten op tafel komen liggen.
Jägerfeld is psycholoog en komt uit Zweden. Eerder verscheen in het Nederlands een young adult van haar hand: Comedy queen, over zelfdoding door een ouder. Haar boeken hebben meestal pittige thema’s maar bevatten ook veel luchtigheid en humor. Mijn broer is een baas is voor een jongere doelgroep en leest erg gemakkelijk. Maar let op: ook in dit boek komt verwijzing naar zelfdoding terug. Wees daar dus bewust van als je het boek aanraadt aan kinderen vanaf 10 jaar. Het is heel fijn dat dit soort boeken er zijn. Of je nou zelf worstelt met je gender, in je omgeving ermee te maken krijgt of er nog nooit iets van hebt gehoord: het verhaal biedt je nieuwe inzichten en biedt je een nieuw venster op de wereld.
Verschenen bij Ploegsma. Vanaf 10 jaar, let wel op of het aansluit bij de emotionele ontwikkeling van een kind.
We hebben er lang op moeten wachten. Acht jaar nadat Lampje van Annet Schaap uitkwam is het er dan! Een nieuw boek in de wereld van Lampje, maar het is geen vervolgverhaal, het staat volledig op zichzelf. Krekel heet het. Net zo’n lekkere korte en frisse titel, maar ook geheimzinnig. Waarom heet het boek zo? Wie of wat is die Krekel?
Mijn achternaam is De Vries, een doodgewone achternaam, duizenden mensen hebben hem ook. Maar er bestaat maar één familie Vriezel en die ‘woont’ in het nieuwste boek van Kelly van Kempen!
Ik las het boek op 31 oktober, Halloween. Een dag die voor mij eigenlijk als alle andere is, maar Halloween wordt steeds populairder en dus verschijnen er ook steeds meer griezel-boeken in de oktobermaand. Mij zegt dat niet zoveel, dat griezelen, maar ik kan me voorstellen dat kinderen er erg van kunnen genieten en dan is het fijn als er boeken voor zijn. Paul van Loon is de bedenker van grumor: griezelen en lachen tegelijk, en dat concept vindt veel navolging. Gelukkig maar, want alleen maar enge dingen is voor jonge kinderen echt niet fijn.
“Wanneer we het Nederlandse (jeugd)literaire veld beschouwen, dan valt op dat er weinig verscheidenheid is op het vlak van etnisch-culturele diversiteit. Het merendeel van de Nederlandse jeugdboeken stelt de beleving en ervaring van witte personages centraal, terwijl het perspectief van personages van kleur vaak afwezig is of onderbelicht blijft. De boeken tonen, met andere woorden, slechts een stukje van de werkelijkheid. Dat heeft belangrijke implicaties voor de ontwikkeling van jonge lezers, die voor hun zelf- en wereldbeeld mede afhankelijk zijn van boeken.”
Bron: Jeugdliteratuur door de lens van etnisch-culturele diversiteit. Stichting Lezen, 2020
Al een aantal jaar maak ik me op de pabo hard voor aandacht voor diversiteit en representativiteit in kinderboeken. Ik vind het enorm belangrijk dat pabo-studenten lezen, en dan vooral ook bewust zijn van wát ze lezen en wat ze meenemen naar hun stageklassen.