Bewerking door Tiny Fisscher

Kees de jongen is een van mijn favoriete kinderboekenpersonages, al sinds 1996, toen meneer Drenth, mijn docent Nederlands op het vwo, vertelde over zijn fascinatie voor het werk van Theo Thijssen. Klaas Drenth is achteraf mijn grote voorbeeld gebleken. Zoals hij over literatuur kon vertellen: ik hing aan zijn lippen.
Kees de jongen ontroert mij zo als karakter omdat hij echt authentiek kind is, echte gebeurtenissen en fantasie – dat wat Kees eigenlijk hoopt dat er zal gebeuren – wisselen elkaar af in het verhaal. Dat is zo heerlijk om te lezen: Kees die hoopt dat de mevrouw van de crèche van zijn broertje zal zeggen: “ze zijn lang niet zo ver als jij toen”. Maar in werkelijkheid stuurt ze hem weg, hij moest buiten maar op zijn broertje wachten.
Kees groeit op aan het begin van de vorige eeuw en heeft last van de armoede van zijn gezin. Hij wil dat van zich afschudden, want hij ‘weet dat hij tot grootse dingen in staat is’. Hij fantaseert over Latijn leren, dure gymschoenen, indruk maken op zijn vrienden en natuurlijk verkering met het leukste meisje van de klas, Rosa Overbeek.
Ik las op de site van Tiny Fisscher dat zij een bewerking had gemaakt van het boek, omdat het wel echt gedateerd is en daardoor niet meer door kinderen van nu gelezen wordt. Dat maakte mij nieuwsgierig en daarom bestelde ik het boek. Haar bewerking (nou ja, ze blijft gelukkig erg dicht bij de originele tekst) is inderdaad toegankelijker, maar evengoed best een dikke pil en je moet er als kind maar zin in hebben, een verhaal van zo’n 100 jaar geleden.
Nu verschenen er onlangs wel meer boeken die 50 jaar of nog langer geleden spelen: Stapelbedbroers van Koos Meinderts, Wandert van Yvonne Jagtenberg en Jakob en de zeven gevaren van Jacques Vriens. ‘Zou het een trendje zijn?’ vroegen Jaap Friso en Bas Maliepaard zich af in de GVP. Ik vind het wel mooi, die hang naar vroeger tijden en het beeld dat kinderen daardoor krijgen van hun eigen tijd en die van hun grootouders. Vervelen was iets wat bij het dagelijks leven hoorde, slenteren en rondhangen was wat je als kind deed en je hoopte dat je ‘een boodschap mocht doen’ want dan was de middag niet zo saai.
Ik hou van deze Kees, ik hoop dat kinderen ook van hem blijven houden en dat ouders het boek blijven voorlezen. Maar ik heb er niet zo heel erg veel vertrouwen in. Er zijn zoveel mooie nieuwe(re) boeken die meer aanspreken. Maar bij mij neemt Kees een bijzondere plek in. Hij doet me denken aan het moment waarop ik wist dat ik leraar wilde worden. Dankjewel Kees!