
Marco Kunst blijft verrassen! Dit jaar las ik drie boeken van hem, die stuk voor stuk zó van elkaar verschillen: De Waterwaack van Natterlande, Vlieg! en Het verlangen van de prins.
En nu is er dus Offline, een toekomstverhaal waarin de strijd tussen mens en computer uitgevochten wordt. Weer een héél ander soort boek dan de voorgaande. Kunst heeft een heerlijke vertelstijl die vooral bij Het verlangen van de prins bejubeld is: hij werd zelfs vergeleken met Paul Biegel. Hij heeft een enorm creatief brein, dat kan niet anders, want zulke verschillende kinderboeken schrijven en er telkens in slagen je het verhaal te laten geloven, dat kan niet iedereen.
Offline gaat over Mike. Hij leeft in het jaar 2046. Niet eens zo heel ver voor ons, maar de wereld is niet te vergelijken met nu: mensen zijn altijd online en lopen continu met een VR-bril rond waardoor alles er mooier, aantrekkelijker en magischer uitziet. Mike houdt van deze wereld. Zijn vriendin Demer echter, leeft in Aardelaar: een gebied op aarde waar alles ‘bij het oude’ bleef: geen elektriciteit, geen drones of computers. Mike gaat met zijn ouders verhuizen naar het wonderlijke Nieuw Babylon: een hypermoderne zwevende stad met de nieuwste snufjes.
En het zal nog mooier worden: er staat de wereld namelijk een enorme update te wachten, een update die ervoor zorgt dat alles nóg soepeler loopt. Op een dag komt Mike meneer Groman tegen, een mysterieuze oude man die in Mike ‘de uitverkorene’ ziet, want die enorme update is volgens meneer Groman levensgevaarlijk: de computers zullen intelligenter worden dan de mensen en hen ‘uitschakelen’. Wat dat in de praktijk betekent, daar moet je natuurlijk niet aan denken.
Mike vertrouwt meneer Groman eerst niet, maar luistert toch naar zijn aanwijzingen: een verborgen lift, een code, een oranje knikker… Gaat hij de missie aan of durft hij niet? Gelukkig is daar de lieve pratende hond Dex, geprogrammeerd door mensen, die hem overal vergezelt. Mike staat een turbulente tijd te wachten. Is dit ook onze toekomst???
Offline leest als een trein en is zelfs voor jongere lezers (vanaf 8 jaar ongeveer) denk ik wel te volgen. Voor de liefhebbers van de Robotoorlog van Rian Visser zéker een aanrader. Maar ook om met je kind(eren) in gesprek te gaan over toekomst, kunstmatige intelligentie en de macht van computers.
De tekeningen van Yannick Pelegrin vind ik heel goed bij het verhaal passen: futuristisch, ietwat bevreemdend en overwegend in twee kleuren paars-rood en blauw.



“Veel volwassenen zijn vooral bezig met geld verdienen. Ze werken en proberen carrière te maken. Dingen maken, vervoeren, verkopen… Maar dát zijn precies de dingen die computers ondertussen veel beter kunnen dan mensen! En als ze niets willen maken, dan willen volwassenen de baas zijn, zo veel mogelijk macht hebben. Dat soort dingen. Als ik een computer was dan zou ik al die mensen ook behoorlijk overbodig vinden…”
