
“…en hij veranderde twee heren
in hele grote bruine beren
en hij veranderde twee vrouwen
in hele mooie witte pauwen.”
Herken je uit welk gedicht dit komt? Het is Het toverstokje van Annie M.G. Schmidt en gaat over Hansje Pansje Pingeling, die met zijn toverstokje alle grote mensen veranderde in dieren. Behalve dan de meester, die veranderde hij in een mokkataart. En hoe dat afliep laat zich raden…
Terwijl ik Albatros – het nieuwste boek van Yorick Goldewijk – las, dacht ik regelmatig aan dit gedicht, dat ik bijna uit mijn hoofd ken omdat ik het zo vaak heb voorgelezen. En steeds vroegen mijn kinderen: in welk dier zou jij veranderd willen worden? Nou, ik wist het wel: een vogel, het liefst een boerenzwaluw.
Abel, de hoofdpersoon in Albatros, wordt op een dag wakker en merkt dat iedereen om hem heen in een dier is veranderd. Het is een surrealistische ervaring, die grappig zou zijn als het niet doodeng was – en die Goldewijk meesterlijk weet te beschrijven, in taal die danst over de pagina’s. Je kunt niet anders dan alles aan de kant leggen om verder te lezen: je moet weten hoe dit verder gaat.
Abel is echt de enige mens die is overgebleven – tenminste in de stad waar hij woont, de stad waar zolang Abel zich kan herinneren oorlog woedt. Hij is een zuiderling en het noorden is de vijand.
Abels moeder is een hert geworden. Ze vlucht het bos in als ze de kans krijgt. Zijn vader is een hond, en hij blijft bij Abel waar hij ook gaat. Praten met zijn vader lukt niet meer – dat maakt zijn gevoel van eenzaamheid nog groter.
Hij besluit op zoek te gaan naar andere mensen. In het noorden – daar waar zijn vijanden wonen. Maar hij moet weten of er meer mensen over zijn, en wat de verklaring is voor dit alles; want die moet er toch zijn?
Als Abel Kat ontmoet, is hij eerst opgelucht dat hij niet de enige mens meer is. Maar dan merkt hij hoe cynisch en onaardig ze is. Ze ruziën over de oorlog – het zit diep, ze kunnen niet over het conflict heen stappen en bijna gaan ze beiden een andere kant op. Maar dat kan niet, ze hebben elkaar nodig om erop uit te gaan en uit te zoeken wat er toch aan de hand is.
Albatros is pijnlijk actueel. Je voelt tussen de regels door waar dit eigenlijk over gaat – en tegelijkertijd benoemt Goldewijk het ook expliciet: de mensheid heeft het verkloot (sorry voor de woordkeuze).
“Mensen zijn nergens goed voor. Als ze geen oorlog voeren, zijn ze wel op een andere manier alles kapot aan het maken: aan het vreten en kopen en boren en vervuilen.” (Kat)
Albatros is een meesterlijk boek, dat ik iedereen, jong (vanaf 12 jaar ongeveer) en oud zou willen aanraden. Om de mooie taal, het spannende plot en het gekke gevoel dat je eraan overhoudt als je de laatste bladzijde hebt gelezen. Dit boek laat ons nadenken over medeplichtigheid. En hoe het hopelijk toch anders kan. Als boerenzwaluw misschien?