
Geen boek voor tere zieltjes! Wel een boek voor wie zin heeft in een fijne portie griezelen, zwarte horror, dood en verderf, wetenschappelijke experimenten en straatschoffies.
Het is 1902. Kraai en Achilles zijn aartsvijanden: ze leven beide op straat maar horen bij een andere bende jongens en meiden. Ze hebben geen cent te makken en niemand lijkt iets om ze te geven. En ben je eenmaal aangesloten bij een bende, dan blijf je die altijd trouw. Of toch niet?
Op een dag wordt een deel van beide bendes opgepakt door mannen in het zwart. Ze worden afgevoerd naar het eiland Futuria: en dankzij de kaart voorin het boek kun je precies zien waar dat ligt. Op Futuria is een bijzonder pretpark, maar ook een oude gevangenis die niet meer in gebruik is.
Kraai en Achilles gaan achter hun vrienden aan om ze te bevrijden uit de klauwen van de mannen in het zwart. Libby woont ook op het eiland, ze is de dochter van dokter Gold die eigenaar is van het pretpark. Haar moeder heeft kanker en heeft niet lang meer te leven. Het perspectief wisselt tussen Kraai, Achilles en Libby en daardoor komen we stukje bij beetje meer te weten over wat de vader van Libby allemaal uitspookt op Futuria.
Zoals gezegd is dit verhaal niet voor watjes. Er gebeuren heftige dingen in en de dood speelt een centrale rol. Als je last hebt van claustrofobie (zoals ik), houd je dan maar vast. Gaandeweg wordt het verhaal steeds spannender en mysterieuzer. Er komt een doolhof in het verhaal voor die verwijst naar het doolhof van de Minotaurus (en de draad van Ariadne). Of Kraai, Achilles en de bendeleden het overleven ga ik natuurlijk niet weggeven, maar hun levens worden steeds kwetsbaarder. De vraag wat de waarde is van leven is het centrale thema, dat op een mooie manier uitgewerkt wordt.
“‘Maar wat voor waarde hebben wij, behalve onszelf? Ons lichaam? Ons leven?’ Het is een tijd stil, maar als Achilles verder gaat klinkt z’n stem heel dichtbij, alsof hij naast hem op bed zit. “‘Soms wordt de waarde pas duidelijk als iemand sterft,” dat zei hij tegen me.’”
Voor liefhebbers van fantasy, horror, Harry Potter en voor kinderen die de Kippenvel-, Horrorland- en Griezelbus-boeken ontgroeid zijn. Ik heb ervan gesmuld en gegriezeld, ik kon niet stoppen met lezen. Wouda heeft een geweldige schrijfstijl die je geboeid houdt. Vanaf ongeveer 12/13 jaar.