Het mysterie van de mens deel 3 – Yuval Noah Harari

Yuval Noah Harari schreef al in 2015 voor volwassenen het indrukwekkende boek Sapiens, waarin hij de lezer meeneemt op een fascinerende reis door de geschiedenis van de mens. Hij schreef al twee eerdere delen over dit onderwerp speciaal voor kinderen: Hoe wij het machtigste dier op aarde werden en Waarom de wereld niet eerlijk is. Onlangs verscheen bij Leopold en Ploegsma het derde deel: Hoe vijanden vrienden kunnen worden. Het is een rijk en inspirerend boek, dat behoorlijk uitdagend is voor kinderen vanaf ongeveer 11/12 jaar.
Harari doet aan storytelling: hij gebruikt historische feiten die hij verlevendigt met niet-bestaande personen, die wel hadden kúnnen bestaan. Daardoor kunnen kinderen zich beter inleven. Hij legt regelmatig linkjes met het nu, bijvoorbeeld met gamen, pesten in de klas en geld sparen voor een nieuw skateboard. Voorin het boek staat een tijdlijn die 5200 jaar geleden begint en waarin je kunt zien dat de steden Uruk, Carthago, Efeze en Rome een grote rol spelen in dit boek.
Hoe vijanden vrienden kunnen worden gaat over hoe wij mensen naar elkaar kijken. Hoe het komt dat sommige mensen zich sterk met elkaar verbonden voelen, terwijl ze tegelijkertijd een diepe vijandigheid kunnen voelen naar de ander. Harari begint zijn boek met de belangrijkste les: dat ‘hokjes’ (zoals landsgrenzen) niet bestaan. Niemand is ‘anders dan de rest’, want iederéén is anders en dat is oké.
Mensen zijn anders dan dieren omdat ze met elkaar kunnen samenwerken en in dezelfde verhalen kunnen geloven. Het doorgeven van die verhalen is een heel belangrijk onderdeel van het mens-zijn.
Een van de centrale verklaringen waarom mensen van vijand naar vrienden kunnen gaan is de geschiedenis over het ontstaan van geld. Geld bleek tegelijk een zegen en een vloek. Een zegen omdat er een verhaal kwam dat gebaseerd is op vertrouwen:
“Geld is eigenlijk het enige verhaal dat bijna iedereen op aarde gelooft.”
Om geld te gebruiken, hoef je er eigenlijk niet eens zelf in te geloven. Je hoeft alleen maar te geloven dat ándere mensen erin geloven. Tot op de dag van vandaag is er vertrouwen in elkaar op basis van geld: er kunnen films gemaakt worden, voedsel verbouwd en auto’s gefabriceerd, omdat men weet dat er geld voor betaald zal worden.
Aan de hand van de stichting, vernietiging en wederopbouw van steden als Efeze en Rome vertelt Harari over hoe mensen oorlog voeren, vijanden maken, maar ook weer vergeten wie hun vijanden ook alweer waren. In de loop van de tijd worden oude vijanden weer nieuwe vrienden en worden er andere bondgenootschappen geschapen. Elke oorlog was ook weer een ontmoeting. Zo ingewikkeld is de mens.
Het is mooi dat Harari af en toe een uitstapje maakt naar het klaslokaal of het schoolplein. Daar ervaren kinderen waarschijnlijk regelmatig dat er ‘hokjes’ zijn (de populaire en de niet-populaire kinderen, de kinderen uit het ene of het andere dorp of wijk), maar ook hoe pestgedrag werkt. Pesten gaat nooit over één kind dat gepest wordt door een ander. Het gaat over een groep waar je bij wilt horen en waar je soms bereid bent een offer voor te brengen. Het schoolleven is de wereld in het klein.
Reden te meer om dit soort onderwerpen veel op scholen bespreekbaar te maken. Dit boek vormt een prachtige basis. Het verhaal grijpt steeds heel mooi in elkaar, waardoor het wel lastig is om er zomaar één fragment uit te halen waarvoor geen voorkennis over het voorgaande nodig is. Hier moet de leerkracht deze voorkennis even activeren. Ik vond het zelf ook een pittig boek om te lezen, je moet je hoofd erbij houden. Tegelijkertijd is het een feest, vanwege de levendige toon en de schitterende illustraties. Harari is er weer in geslaagd om de geschiedenis van de mens voor kinderen invoelbaar en belangwekkend te maken.