
“Ik wil misschien een boek schrijven, zeg ik. Over verdrietig en alleen zijn als een Nicolaus. Zodat andere mensen niet zo alleen hoeven te zijn. Vooral kinderen. Als je weet dat iemand anders ook huilt, voelt het fijner.”
Dat boek is er gekomen. Een gevoelig, bezwerend en poëtisch verhaal over een afscheid. Over het allerergste wat een kind kan overkomen: dat een ouder dood gaat.
Nicolaus is in het ziekenhuis rond middernacht, hij zwerft rond in de gangen. Hij wil niet bij zijn moeder zijn, die in dat bed ligt en bijna zal sterven, zijn vader naast haar terwijl hij haar hand vast houdt.
Nicolaus ontdekt per toeval dat in de kelder van het ziekenhuis een treinstation is. Een trein brengt hem terug naar het verleden, waar hij zijn moeder ontmoet jaren geleden. Kan hij het verleden veranderen zodat zijn moeder niet ziek wordt en overlijdt?
Het is zoals gezegd een bezwerend verhaal: in korte, veelzeggende zinnen kom je in het hoofd van Nicolaus, waar zijn wanhoop, verdriet en vechtlust met elkaar om voortgang vechten. Palmkvist, een Zweedse auteur die ik nog niet kende, schrijft poëtisch en dromerig en dat is op een bepaalde manier troostend. Aanrader voor wie in een zware periode zit, de woorden komen binnen als een gedicht. Heel mooi dit.
“Er zou een wet voor moeten zijn. Dan kun je zeggen: ‘In naam der wet, mama, ik verbied je om te sterven. Dat doe je maar een andere keer. Over honderd jaar.’”
“‘Ik wil niet dat je doodgaat,’ zeg ik. Dat zeg ik nog een keer en dan huil ik zo hard dat mijn lichaam begint te schudden. ‘Ik wil het niet!’”