Met illustraties van Jeska Verstegen

Afgelopen twee jaar zat ik in de voorselectie jury van de poëzieprijzen voor kinderen en jongeren van het Poëziepaleis. Honderden gedichten lees je dan. Heel veel grappige versjes, onsamenhangende woordensoep, maar soms ook: pareltjes. En wanneer is het dan een parel? Als je opeens iets leest waarvan je kippenvel krijgt. Of wanneer je het gevoel krijgt dat iemand dwars door je heen kijkt. Als je iets van jezelf herkent. Of juist een ander. Het is moeilijk aan te wijzen. Maar toch: als je vaak en veel gedichten leest herken je ze, de taalkunstenaars.
Marco Kunst is onmiskenbaar een taalkunstenaar (what’s in a name). Hij schreef al vele jeugdboeken die altijd ook iets poëtisch hadden. Vooral Het Touw en de waarheid, dat het Gouden Penseel won, was wat mij betreft een opstap naar zijn nieuwste boek – dit keer een dichtbundel – De zee is bijna alles.
Marco Kunst schrijft blijkbaar graag over water. Bijna in al zijn boeken speelt het op de een of andere manier een rol. In De Waterwaack van Natterlande, maar ook in De macht van Algas is het water een vriend, maar vooral een vijand.
In deze dichtbundel, die ook weer prachtig geïllustreerd is door Jeska Verstegen, bezingt Marco Kunst vooral zijn liefde voor het water, voor de zee, het strand, de kust, de dieren en wezens die in het water leven, eb en vloed, rotsen, kiezels en keien. Hij vergelijkt de mens graag met het water of de processen die zich daar afspelen. En dat levert dit soort pareltjes op.
Duinen zijn reservestrand,
bescheiden bergen ziltzacht zand
die lomig liggen langs de rand
van al dat weidse lageland.”
Als ik slaap ben ik een kei,
een in- en intevreden kiezel,
op de bodem van de oceaan.
De landerige golfjes,
ze rollen steeds maar om,
als pasgeboren kalfjes,
maar om en om en om, de hele tijd
over het natte, slappe zand.
Ik kreeg er regelmatig kippenvel van, en zin in vakantie, zwemmen en de zeewind voelen in je haar. Kunst schreef veel gedichten in rijmvorm, vaak in abab. Dit voelde niet als dwang, maar zorgde voor een fijn ritme. Het zorgt er ook voor dat de gedichten fijn voorlezen.
Kunst en Verstegen maakten weer een kunstwerkje met gedichten die uitdagend, rijk en prikkelend zijn. Kinderen vanaf 9 jaar kunnen ze al zelfstandig lezen. Vanaf 8 jaar is voorlezen heel goed te doen, denk ik. Verschenen bij uitgeverij Lemniscaat.