
Erik van Os schreef voor de methode wereldoriëntatie van Zwijsen, code D, bij elk thema een toepasselijk gedicht. Al deze gedichten zijn gebundeld in dit vrolijke boekje: De wereld in zijn flatje.
Van sommige gedichten is direct duidelijk dat het bij een tijdvak van de geschiedeniscanon past, zoals jagers en boeren, de Romeinen, Anne Frank, slavernij of ontdekkingsreizigers. Maar bij andere gedichten is dat niet direct duidelijk. En dat geeft ook niet, want de gedichten zijn grappig, toegankelijk en spelen met taal, bijvoorbeeld deze:
“Je hebt botten en krotten
en grotten en motten
en potten en zotten
Dat klink-klank-klinkt als blije taal.
En in Schotland wonen Schotten.
Dat is klink-klank-klare onzin,
het is helemaal van de zotte,
maar het rijmt wel allemaal.”
Gedichten zou je veel vaker moeten inzetten in de les als rijke tekst, want ook van gedichten kun je leren.
“Nederland zit vol rivieren.
Kijk maar eens, dat moet je zien!
Je slaat een atlas open
en je telt er zo al tien.
O nee, veel meer! Ik noem ze hier
maar lang niet allemaal:
de Eem, de Lek, de Main, de Lei
de Vecht, de Maas, de Waal.”
Ik vind het een mooie bundel voor een rijke les wereldoriëntatie en ik zou zeggen: gebruik meer poëzie in de les! Te bestellen via kinderboeken.nl